97 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Jeruzalem' in de Bijbel

Ook geschiedde het tot hem in de dagen van Jojakim, zoon van Josia, koning van Juda, totdat voleind werd het elfde jaar van Zedekia, zoon van Josia, koning van Juda; totdat Jeruzalem gevankelijk werd weggevoerd in de vijfde maand.

VersbegrippenMaand 5Ballingschap van Juda naar BabylonJaren Van ZedekiaTijden Van Mensen

Want zie, Ik roep alle geslachten der koninkrijken van het noorden, spreekt de HEERE; en zij zullen komen, en zetten een iegelijk zijn troon voor de deur der poorten van Jeruzalem, en tegen al haar muren rondom, en tegen alle steden van Juda.

VersbegrippenPoortenTroonAan De Poort ZittenVoorspelde Aanvallen Op Jeruzalem

Te dier tijd zullen zij Jeruzalem noemen, des HEEREN troon; en al de heidenen zullen tot haar vergaderd worden, om des HEEREN Naams wil, te Jeruzalem; en zij zullen niet meer wandelen naar het goeddunken van hun boos hart.

VersbegrippenHerstel Na Een TerugvalHardheid Van HartEerDe Betekenis Van JeruzalemDe Komst Van Het Koninkrijk Van GodDe Aard Van BedieningObsceniteit Tegen GodSamenkomst Andere NatiesVermijden KoppigheidJeruzalem In Het Duizendjarig Koninkrijk

Want zo zegt de HEERE tot de mannen van Juda, en tot Jeruzalem: Braakt ulieden een braakland, en zaait niet onder de doornen.

VersbegrippenPloegenNiet ZaaienMetaforisch PloegenBraaklandEen Nieuwe StartBreukLandbouwZaad Op De Grond VerspillenZaaienOvergang

Besnijdt u den HEERE en doet weg de voorhuiden uwer harten, gij mannen van Juda en inwoners van Jeruzalem! opdat Mijner grimmigheid niet uitvare als een vuur, en brande, dat niemand blussen kunne, vanwege de boosheid uwer handelingen.

VersbegrippenVoorhuidenBesnijdenis, SpiritueelVuur Van Gods WoedeEchte BesnijdenisGebrek Aan Vuur

Verkondigt in Juda, en laat het horen te Jeruzalem, en zegt het; ja, blaast de bazuin in het land; roept met volle stem en zegt: Verzamelt ulieden, en laat ons ingaan in de vaste steden!

VersbegrippenVersterkingenStadVoorbodeTrompetTrompetten Voor Signalering

Toen zeide ik: Ach, Heere HEERE! waarlijk, Gij hebt dit volk en Jeruzalem grotelijks bedrogen, zeggende: Gijlieden zult vrede hebben; daar het zwaard tot aan de ziel raakt.

VersbegrippenMisleidende GodGeen Vrede

Te dier tijd zal tot dit volk en tot Jeruzalem gezegd worden: Een dorre wind van de hoge plaatsen in de woestijn, van den weg der dochter Mijns volks; niet om te wannen, noch om te zuiveren.

VersbegrippenOostWeer Zoals In Gods OordeelToewuivenHeet WaterReine ObjectenRichting

Was uw hart van boosheid, o Jeruzalem! opdat gij behouden wordt; hoe lang zult gij de gedachten uwer ijdelheid in het binnenste van u laten vernachten?

VersbegrippenDe Oorsprong Van Het KwaadReinheid, Metaforisch GebruikGevallen En Verlost HartDe Betekenis Van JeruzalemWassenGedachten Van De OngelovigenDoorgaan Met Zonde

Vermeldt den volke, ziet, doet het horen tegen Jeruzalem; daar komen hoeders uit verren lande; en zij verheffen hun stem tegen de steden van Juda.

VersbegrippenStemmenVoorspelde Aanvallen Op JeruzalemMensen Van Ver WegVertellen Over BewegingenNaties die Israël aanvallen

Gaat om door de wijken van Jeruzalem, en ziet nu toe, en verneemt, en zoekt op haar straten, of gij iemand vindt, of er een is, die recht doet, die waarheid zoekt, zo zal Ik haar genadig zijn.

VersbegrippenOneerlijk Gebruik Van WeegschaalWegenTijden Van KwaadBurgerschapStadspleinenGod Zal VergevenLiefde VindenGoddelijke MannenEen Goede ManAlleenstaande ZijnZoekenJeruzalem

Vlucht met hopen, gij kinderen van Benjamin! uit het midden van Jeruzalem, en blaast de bazuin te Thekoa, en heft een vuurteken op te Beth-Cherem; want er kijkt een kwaad uit van het noorden, en een grote breuk.

VersbegrippenVeiligheidTrompetBakensVanuit Het NoordenTrompetten Voor De StrijdNatuurlijke Rampen

Want zo zegt de HEERE der heirscharen: Houwt bomen af, en werpt een wal op tegen Jeruzalem; zij is de stad, die bezocht zal worden; in het midden van haar is enkel verdrukking.

VersbegrippenDe Aard Van OnderdrukkingLijden En OntberingBomen Vellen

Laat u tuchtigen, Jeruzalem! opdat Mijn ziel niet van u afgetrokken worde, opdat Ik u niet stelle tot een woestheid, tot een onbewoond land.

VersbegrippenDe Betekenis Van JeruzalemGevarenScheiden Van GodHet Land Dat Leeg Wordt

Ziet gij niet, wat zij doen in de steden van Juda, en op de straten van Jeruzalem?

Scheer uw hoofdhaar af, o Jeruzalem! en werp het weg, en verhef een weeklacht op de hoge plaatsen; want de HEERE heeft het geslacht Zijner verbolgenheid verworpen en verlaten.

VersbegrippenGeneratiesHarenWeeklagenRouwenHet Gevolg Van De Afwijzing Van GodLiederenKappersDe Gevolgen Van De Toorn Van GodHaar KnippenBegeleiding Van Rouw

En Ik zal uit de steden van Juda en uit de straten van Jeruzalem doen ophouden de stem der vrolijkheid en de stem der vreugde, de stem des bruidegoms en de stem der bruid; want het land zal tot een verwoesting worden.

VersbegrippenBruidegomBruidenGewoonten In Verband Met Het HuwelijkStemmenHuwelijkenBeëindigingHet Vieren StoppenGebrek Aan Vreugde

Ter zelfder tijd, spreekt de HEERE, zullen zij de beenderen der koningen van Juda, en de beenderen hunner vorsten, en de beenderen der priesteren, en de beenderen der profeten, en de beenderen der inwoners van Jeruzalem, uit hun graven uithalen.

VersbegrippenBenen

Waarom keert dan dit volk te Jeruzalem af met een altoosdurende afkering? Zij houden vast aan bedrog, zij weigeren weder te keren.

VersbegrippenGods Eis Tot BekeringVoortdurendVoortdurende ZondeMannen Die MisleidenAfvalligenAfvalligheid

En Ik zal Jeruzalem stellen tot steen hopen, tot een woning der draken; en de steden van Juda zal Ik stellen tot een verwoesting, zonder inwoner.

VersbegrippenRuïnesArcheologieTranenVernietiging Van JeruzalemLege StedenJeruzalem

Hoort gijlieden de woorden dezes verbonds, en spreekt tot de mannen van Juda, en tot de inwoners van Jeruzalem;

VersbegrippenVerbond Gemaakt In De Sinaï

En de HEERE zeide tot mij: Roep al deze woorden uit in de steden van Juda, en in de straten van Jeruzalem, zeggende: Hoort de woorden dezes verbonds, en doet dezelve.

VersbegrippenVerbond Gemaakt In De Sinaï

Voorts zeide de HEERE tot mij: Er is een verbintenis bevonden onder de mannen van Juda, en onder de inwoners van Jeruzalem.

VersbegrippenSamenzweringenSamenzwering

Dan zullen de steden van Juda en de inwoners van Jeruzalem henengaan, en roepen tot de goden, dien zij gerookt hebben; maar zij zullen hen gans niet kunnen verlossen ten tijde huns kwaads.

VersbegrippenGod Als RechterValse ReligieLeegteWierook Tijdens De MisAfgoderijDingen Die Niet Kunnen ReddenZijn Eigen Goden DienenGeen Heil Van Andere Goden

Want naar het getal uwer steden zijn uw goden geweest, o Juda! en naar het getal der straten van Jeruzalem hebt gijlieden altaren gesteld voor die schaamte, altaren om den Baal te roken.

VersbegrippenAanbidding Van Baäl, GeschiedenisHeidense AltarenWierook Tijdens De MisVele Spirituele Wezens

Zo zegt de HEERE: Alzo zal Ik verderven de hovaardij van Juda, en die grote hovaardij van Jeruzalem.

VersbegrippenDe Betekenis Van JeruzalemVernietiging Van JeruzalemGod Tegen De HoogmoedigenArrogantie

Maar gij zult tot hen zeggen: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik zal alle inwoners deze lands, zelfs de koningen, die op Davids troon zitten, en de priesters, en de profeten, en alle inwoners van Jeruzalem, opvullen met dronkenschap.

VersbegrippenOngelovige ProfetenGod Maakt DronkenDe Dynastie Van DavidDronkaards

Uw overspelen en uw hunkeringen, de schandelijkheid uws hoerdoms, op heuvelen, in het veld; Ik heb uw verfoeiselen gezien; wee u, Jeruzalem! zult gij niet rein worden? Hoe lang nog na dezen?

VersbegrippenOntuchtSpirituele HoererijBergenMensen Die Onrein ZijnVoor Mensen HandelenBrullen En BlatenWee Israël en Jeruzalem

En het volk, tot hetwelk zij profeteren, zullen op de straten van Jeruzalem weggeworpen zijn vanwege den honger en het zwaard; en er zal niemand zijn, die hen begrave, hen, hun vrouwen, en hun zonen, en hun dochteren; alzo zal Ik hun boosheid over hen uitstorten.

VersbegrippenVruchten Van ZondeGeen Begrafenissen

En Ik zal hen overgeven tot een beroering aan alle koninkrijken der aarde, vanwege Manasse, zoon van Jehizkia, koning van Juda, om hetgeen hij te Jeruzalem gedaan heeft.

VersbegrippenHorror Veroorzaken

Want wie zou u verschonen, o Jeruzalem? of wie zou medelijden met u hebben, of wie zou aftreden, om u naar vrede te vragen?

VersbegrippenDe Betekenis Van JeruzalemMensen Zonder GenadeLiefhebbende Zorg Van VadersMogelijkheid

Alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ga henen en sta in de poort van de kinderen des volks, door dewelke de koningen van Juda ingaan, en door dewelke zij uitgaan, ja, in alle poorten van Jeruzalem;

VersbegrippenBuitengaan En Binnenkomen

En zeg tot hen: Hoort des HEEREN woord, gij koningen van Juda, en gans Juda, en alle inwoners van Jeruzalem, die door deze poorten ingaat!

Zo zegt de HEERE: Wacht u op uw zielen, en draagt geen last op den sabbatdag, noch brengt in door de poorten van Jeruzalem.

VersbegrippenDe Sabbat In OTDragen

Zo zullen door de poorten dezer stad ingaan koningen en vorsten, zittende op den troon van David, rijdende op wagenen en op paarden, zij en hun vorsten, de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem; en deze stad zal bewoond worden in eeuwigheid.

VersbegrippenStrijdwagensDe Dynastie Van David

En zij zullen komen uit de steden van Juda, en uit de plaatsen rondom Jeruzalem, en uit het land van Benjamin, en uit de laagte, en van het gebergte, en van het zuiden, aanbrengende brandoffer, en slachtoffer, en spijsoffer, en wierook, en aanbrengende lofoffer, ten huize des HEEREN.

VersbegrippenDank AanbiedenDe Shephelah

Maar indien gij naar Mij niet zult horen, om den sabbatdag te heiligen, en om geen last te dragen als gij op den sabbatdag door de poorten van Jeruzalem ingaat; zo zal Ik een vuur in haar poorten aansteken, dat de paleizen van Jeruzalem zal verteren, en niet worden uitgeblust.

VersbegrippenDe Sabbat In OTJeruzalem VerbrandenDe Sabbat Respecteren

Nu dan, spreek nu tot de mannen van Juda en tot de inwoners van Jeruzalem, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik formeer een kwaad tegen ulieden, en denk tegen ulieden een gedachte; zo bekeert u nu, een iegelijk van zijn bozen weg, en maakt uw wegen en uw handelingen goed.

VersbegrippenDe Aard Van BekeringPlannenHervormingGod Zal Kwaad Brengen

En zeg: Hoort des HEEREN woord, gij koningen van Juda en inwoners van Jeruzalem! Alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal een kwaad brengen over deze plaats, van hetwelk een ieder, die het hoort, zijn oren klinken zullen;

VersbegrippenBevende TroepenGod Zal Kwaad BrengenKoningen Van Juda

Want Ik zal den raad van Juda en Jeruzalem in deze plaats verijdelen, en zal hen voor het aangezicht hunner vijanden doen vallen door het zwaard, en door de hand dergenen, die hun ziel zoeken; en Ik zal hun dode lichamen het gevogelte des hemels en het gedierte der aarde tot spijze geven.

VersbegrippenNood Aan Gods BegeleidingPlannenMensenetende DierenLijken EtenIsraëlieten Doden

En de huizen van Jeruzalem en de huizen der koningen van Juda zullen, gelijk alle plaatsen van Tofeth, onrein worden, met al de huizen, op welker daken zij aan al het heir des hemels gerookt en aan vreemde goden drankofferen geofferd hebben.

VersbegrippenValse ReligieAanbod DrankGastheren Van De HemelDakHeidense AltarenBovenop Het DakAndere Goden

Met een ezelsbegrafenis zal hij begraven worden; men zal hem slepen en daarhenen werpen, verre weg van de poorten van Jeruzalem.

VersbegrippenBuiten De StadOntoereikende BegrafenissenGeen Begrafenissen

Maar in de profeten van Jeruzalem zie Ik afschuwelijkheid; zij bedrijven overspel, en gaan om met valsheid, en sterken de handen der boosdoeners, opdat zij zich niet bekeren, een iegelijk van zijn boosheid; zij allen zijn Mij als Sodom, en haar inwoners als Gomorra.

VersbegrippenVoorbeelden Van AanmoedigingVoorbeelden Van Sexuele ImmoraliteitSodom En GomorraKwaadwilligenOngelovige ProfetenZij Die Overspel Pleegden

De HEERE deed mij zien, en ziet, er waren twee vijgenkorven, gezet voor den tempel des HEEREN; nadat Nebukadrezar, koning van Babel, gevankelijk had weggevoerd Jechonia, den zoon van Jojakim, den koning van Juda, mitsgaders de vorsten van Juda, en de timmerlieden, en de smeden van Jeruzalem, en hen te Babel gebracht had.

VersbegrippenBabylon, Israël Verbannen NaarTimmerluiVakluiSmedenVerbannen KoningenTwee Plantaardige Producten

En gelijk de boze vijgen, die vanwege de boosheid niet kunnen gegeten worden (want aldus zegt de HEERE), alzo zal Ik maken Zedekia, den koning van Juda, mitsgaders zijn vorsten, en het overblijfsel van Jeruzalem, die in dit land zijn overgebleven, en die in Egypteland wonen;

VersbegrippenOverlevenden Van IsraëlSlechte Dingen

Hetwelk de profeet Jeremia gesproken heeft tot het ganse volk van Juda, en tot al de inwoners van Jeruzalem, zeggende:

Namelijk Jeruzalem en de steden van Juda, en haar koningen, en haar vorsten; om die te stellen tot een woestheid, tot een ontzetting, tot een aanfluiting en tot een vloek, gelijk het is te dezen dage;

VersbegrippenSissendHorror Veroorzaken

Micha, de Morastiet, heeft in de dagen van Hizkia, koning van Juda, geprofeteerd, en tot al het volk van Juda gesproken, zeggende: Zo zegt de HEERE des heirscharen: Sion zal als een akker geploegd, en Jeruzalem tot steen hopen worden, en de berg dezes huizes tot hoogten des wouds.

VersbegrippenBossenVoorspelling, Methodes In OTZion Als Een SymboolArcheologieVoorspellenVernietiging Van JeruzalemMetaforisch PloegenGenoemde Profeten Van De Heer

En zend ze tot den koning van Edom, en tot den koning van Moab, en tot den koning der kinderen Ammons, en tot den koning van Tyrus, en tot den koning van Sidon; door de hand der boden, die te Jeruzalem tot Zedekia, den koning van Juda, komen.

VersbegrippenAfgezantBezoekenUitgestuurde Boodschappers

Maar zo zij profeten zijn, en zo des HEEREN woord bij hen is, laat hen nu bij den HEERE der heirscharen voorbidden, opdat de vaten, die in het huis des HEEREN, en in het huis des konings van Juda, en te Jeruzalem zijn overgebleven, niet naar Babel komen.

VersbegrippenBezittingen Naar Babylon BrengenWoord Van GodOngelovige ProfetenProfeten

Die Nebukadnezar, de koning van Babel, niet heeft weggenomen, als hij Jechonia, den zoon van Jojakim, koning van Juda, van Jeruzalem, naar Babel gevankelijk wegvoerde, mitsgaders al de edelen van Juda en Jeruzalem;

VersbegrippenEdelenVerbannen KoningenKoningen Van Juda

Ja, zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, van de vaten, die in het huis des HEEREN, en in het huis des konings van Juda, en te Jeruzalem zijn overgebleven:

VersbegrippenVerwijderd Tempelgereedschap

Voorts zijn dit de woorden des briefs, dien de profeet Jeremia zond van Jeruzalem tot de overige oudsten, die gevankelijk waren weggevoerd, mitsgaders tot de priesteren, en tot de profeten, en tot het ganse volk, dat Nebukadnezar van Jeruzalem gevankelijk had weggevoerd naar Babel.

VersbegrippenBabylon, Israël Verbannen NaarBrievenVoorspelling, Methodes In OT

(Nadat de koning Jechonia, en de koningin, en de kamerlingen, de vorsten van Juda en Jeruzalem, mitsgaders de timmerlieden en smeden van Jeruzalem waren uitgegaan);

VersbegrippenVerdrijvenTimmerluiVakluiKoninginnenSmedenVerbannen KoningenVakmanschapMinnares

Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, tot allen, die gevankelijk zijn weggevoerd, die Ik gevankelijk heb doen wegvoeren van Jeruzalem naar Babel:

VersbegrippenBabylon, Israël Verbannen Naar

Gij dan, hoort des HEEREN woord, gij allen, die gevankelijk zijt weggevoerd, die Ik van Jeruzalem naar Babel heb weggezonden!

Zo spreekt de HEERE der heirscharen, de God Israels, zeggende: Omdat gij brieven in uw naam gezonden hebt tot al het volk, dat te Jeruzalem is, en tot Zefanja, den zoon van Maaseja, den priester, en tot al de priesteren, zeggende:

(Het heir nu des konings van Babel belegerde toen Jeruzalem, en de profeet Jeremia was besloten in het voorhof der bewaring, dat in het huis des konings van Juda is.

VersbegrippenBinnenplaatsGevangenenWerkelijke Aanvallen Op Jeruzalem

Om al de boosheid der kinderen Israels en der kinderen van Juda, die zij gedaan hebben om Mij te vertoornen, zij, hun koningen, hun vorsten, hun priesteren, en hun profeten, en de mannen van Juda, en de inwoners van Jeruzalem;

VersbegrippenAllen Hebben Gezondigd

Velden zal men voor geld kopen, en de brieven onderschrijven, en verzegelen, en getuigen doen betuigen, in het land van Benjamin, en in de plaatsen rondom Jeruzalem, en in de steden van Juda, en in de steden van het gebergte, en in de steden der laagte, en in de steden van het zuiden; want Ik zal hun gevangenis wenden, spreekt de HEERE.

VersbegrippenNaties HerstellenHandtekeningenDe Shephelah

Alzo zegt de HEERE: In deze plaats (waarvan gij zegt: Zij is woest, dat er geen mens en geen beest in is), in de steden van Juda, en op de straten van Jeruzalem, die zo verwoest zijn, dat er geen mens, en geen inwoner, en geen beest in is, zal wederom gehoord worden,

VersbegrippenWegenStratenLege StedenHet Land Dat Leeg WordtZowel Mens Als Dier Getroffen

In de steden van het gebergte, in de steden der laagte, en in de steden van het zuiden, en in het land van Benjamin, en in de plaatsen rondom Jeruzalem, en in de steden van Juda, zullen de kudden wederom onder de handen des tellers doorgaan, zegt de HEERE.

VersbegrippenBergenDe Shephelah

In die dagen zal Juda verlost worden, en Jeruzalem zeker wonen; en deze is, die haar roepen zal: De HEERE, onze GERECHTIGHEID.

VersbegrippenLaatste DagenNamen Voor JeruzalemChristus Onze RechtschapeneGod Redt De BehoeftigenGod Zal Veilig HoudenNamen Waar God Bij Betrokken Is

Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE (als Nebukadrezar, koning van Babel, en zijn ganse heir, en alle koninkrijken der aarde, die onder de heerschappij zijner hand waren, en al de volken tegen Jeruzalem streden, en tegen al haar steden), zeggende:

VersbegrippenKoninkrijkenWerkelijke Aanvallen Op Jeruzalem

En de profeet Jeremia sprak al deze woorden tot Zedekia, den koning van Juda, te Jeruzalem.

Als het heir des konings van Babel streed tegen Jeruzalem, en tegen al de overgeblevene steden van Juda, tegen Lachis en tegen Azeka; want deze, zijnde vaste steden, waren overgebleven onder de steden van Juda.

VersbegrippenVersterkingenWerkelijke Aanvallen Op Jeruzalem

Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, nadat de koning Zedekia een verbond gemaakt had met het ganse volk, dat te Jeruzalem was, om vrijheid voor hen uit te roepen.

VersbegrippenVerbrekers Van VerbondBurgerlijke VrijheidVerbondsrelatiesVrijheid

De vorsten van Juda, en de vorsten van Jeruzalem, de kamerlingen, en de priesteren, en al het volk des lands, die door de stukken des kalfs zijn doorgegaan.

VersbegrippenDoormaken

Maar het is geschied, als Nebukadrezar, de koning van Babel, naar dit land optoog, dat wij zeiden: Komt, en laat ons naar Jeruzalem trekken vanwege het heir der Chaldeen, en vanwege het heir der Syriers; alzo zijn wij te Jeruzalem gebleven.

Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ga henen en zeg tot de mannen van Juda en tot de inwoners van Jeruzalem: Zult gijlieden geen tucht aannemen, dat gij hoort naar Mijn woorden? spreekt de HEERE.

Daarom alzo zegt de HEERE, de God der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal over Juda en over alle inwoners van Jeruzalem brengen al het kwaad, dat Ik tegen hen gesproken heb; omdat Ik tot hen gesproken heb, maar zij niet gehoord hebben, en Ik tot hen geroepen heb, maar zij niet hebben geantwoord.

VersbegrippenAfwijzing Van GodAfwijzing Van Gods RoepGods Oproep, Enkelen BeantwoordenGod BeantwoordenAnderen Die Niet AntwoordenGod Zal Kwaad Brengen

Want het geschiedde in het vijfde jaar van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, in de negende maand, dat zij een vasten voor des HEEREN aangezicht uitriepen, allen volke te Jeruzalem, mitsgaders allen volke, die uit de steden van Juda te Jeruzalem kwamen.

VersbegrippenAard Van VastenVoorbeelden Van BerouwMaand 9Vasten

En Ik zal over hem, en over zijn zaad, en over zijn knechten hunlieder ongerechtigheid bezoeken; en Ik zal over hen, en over de inwoners van Jeruzalem, en over de mannen van Juda, al het kwaad brengen, dat Ik tot hen gesproken heb; maar zij hebben niet gehoord.

VersbegrippenGod Zal Kwaad Brengen

En Farao's heir was uit Egypte uitgetogen; en de Chaldeen, die Jeruzalem belegerden, als zij het gerucht van hen gehoord hadden, zo waren zij van Jeruzalem opgetogen.)

VersbegrippenVerdreven Aanvallen Op Jeruzalem

Voorts geschiedde het, als het heir der Chaldeen van Jeruzalem was opgetogen, vanwege Farao's heir;

VersbegrippenVerdreven Aanvallen Op Jeruzalem

Dat Jeremia uit Jeruzalem uitging, om te gaan in het land van Benjamin, om van daar te scheiden door het midden des volks.

VersbegrippenBezit Nemen

En Jeremia bleef in het voorhof der bewaring tot op den dag, dat Jeruzalem werd ingenomen; en hij was er nog, als Jeruzalem was ingenomen.

VersbegrippenGevangenschap

In het negende jaar van Zedekia, koning van Juda, in de tiende maand, kwam Nebukadrezar, de koning van Babel, en al zijn heir, tegen Jeruzalem, en zij belegerden haar.

VersbegrippenInvasiesMaandLegers Tegen IsraëlMaand 10Jaren Van ZedekiaWerkelijke Aanvallen Op JeruzalemSteden VeroverenKoningen Van Juda

En de Chaldeen verbrandden het huis des konings en de huizen des volks met vuur; en zij braken de muren van Jeruzalem af.

VersbegrippenPaleizenVernietiging Van De Muur Van JeruzalemJeruzalem Verbranden

Het woord, dat van den HEERE geschied is tot Jeremia, nadat Nebuzaradan, de overste der trawanten, hem had laten gaan van Rama; als hij hem had laten halen, daar hij met ketenen gebonden was in het midden aller gevangenen van Jeruzalem en Juda, die naar Babel gevankelijk werden weggevoerd.

VersbegrippenBallingschap van Juda naar BabylonMensen Die Bevrijd Worden Door Mensen

Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Gelijk als Mijn toorn, en Mijn grimmigheid is uitgestort over de inwoners van Jeruzalem, alzo zal Mijn grimmigheid over ulieden uitgestort worden, als gij in Egypte zult gekomen zijn; en gij zult wezen tot een vervloeking, en tot een ontzetting, en tot een vloek, en tot smaadheid, en zult deze plaats niet meer zien.

VersbegrippenDe Goddeloze VervloekenGod Zal Kwaad ZijnHorror Veroorzaken

Alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Gij hebt gezien al het kwaad, dat Ik gebracht heb over Jeruzalem en over alle steden van Juda; en ziet, zij zijn een woestheid te deze dage, en niemand woont daarin;

VersbegrippenArcheologieVernietiging Van JeruzalemGod Schaadde HenNatuurlijke Rampen

Daarom is Mijn grimmigheid en Mijn toorn uitgestort, en heeft gebrand in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem; zodat zij tot eenzaamheid en tot verwoesting geworden zijn, gelijk het is te dezen dage.

VersbegrippenVernietiging Van Jeruzalem

Hebt gij vergeten de boosheden uwer vaderen, en de boosheden der koningen van Juda, en de boosheden hunner vrouwen, en uw boosheden, en de boosheden uwer vrouwen, die zij gedaan hebben in het land van Juda en in de straten van Jeruzalem?

VersbegrippenDingen VergetenAllen Hebben Gezondigd

Want Ik zal bezoeking doen over degenen, die in Egypteland wonen, gelijk als Ik bezoeking gedaan heb over Jeruzalem, door het zwaard, door den honger en door de pestilentie;

VersbegrippenPlagenGedood Worden Door Het ZwaardHongersnood Komende Van God

Maar wij zullen ganselijk doen al hetgeen uit onzen mond is uitgegaan, rokende aan Melecheth des hemels, en haar drankofferen offerende, gelijk als wij gedaan hebben, wij en onze vaders, onze koningen en onze vorsten, in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem; toen werden wij met brood verzadigd, en waren vrolijk, en zagen geen kwaad.

VersbegrippenWegenZelfbedrog

Het roken, dat gijlieden in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem gerookt hebt, gij en uw vaderen, uw koningen en uw vorsten, en het volk des lands, heeft de HEERE daaraan niet gedacht, en is het niet in Zijn hart opgekomen?

VersbegrippenGod Onthoudt Aanbidding

Het geweld, dat mij en mijn vlees is aangedaan, zij op Babel! zegge de inwoneres van Sion; en mijn bloed zij op de inwoners van Chaldea! zegge Jeruzalem.

Gij ontkomenen van het zwaard, gaat weg, en blijft niet staan; gedenkt des HEEREN van verre, en laat Jeruzalem in ulieder hart opkomen.

VersbegrippenLiefde En De WereldGedenkenMensen Die HerinnerenExodusGoede Dingen Van VerafJeruzalem

Zedekia was een en twintig jaren oud, als hij koning werd, en hij regeerde elf jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Hamutal, een dochter van Jeremia, van Libna.

VersbegrippenTien Tot Veertien JaarLeeftijd Wanneer GekroondMoeders Van Koningen

Want het geschiedde, om den toorn des HEEREN tegen Jeruzalem en Juda, totdat Hij hen van Zijn aangezicht weggeworpen had; en Zedekia rebelleerde tegen den koning van Babel.

VersbegrippenOpstand Tegen Menselijke AutoriteitHet Gevolg Van De Afwijzing Van GodWeggedreven Van Gods Aanwezigheid

En het geschiedde in het negende jaar zijner regering, in de tiende maand, op den tienden der maand, dat Nebukadrezar, de koning van Babel, kwam tegen Jeruzalem, hij en zijn ganse heir, en zij legerden zich tegen haar, en zij bouwden tegen haar sterkten rondom.

VersbegrippenInvasiesLegers Tegen IsraëlMaand 10Jaren Van Zedekia

Daarna, in de vijfde maand, op den tienden der maand (dit jaar was het negentiende jaar van den koning Nebukadrezar, den koning van Babel), als Nebuzaradan, de overste der trawanten, die voor het aangezicht des konings van Babel stond, te Jeruzalem gekomen was;

Zo verbrandde hij het huis des HEEREN en het huis des konings; mitsgaders alle huizen van Jeruzalem en alle huizen der groten verbrandde hij met vuur.

VersbegrippenPaleizenVernietiging Van HuizenJeruzalem Verbranden

En het ganse heir der Chaldeen, dat met den overste der trawanten was, brak alle muren van Jeruzalem rondom af.

VersbegrippenVernietiging Van De Muur Van Jeruzalem

In het achttiende jaar van Nebukadrezar, voerde hij gevankelijk weg achthonderd twee en dertig zielen uit Jeruzalem;

VersbegrippenZeven- Tot Negenhonderd

Public domain