19 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Koning' in de Bijbel

En Jessai gewon David, den koning; en David, den koning, gewon Salomon bij degene, die Uria's vrouw was geweest;

VersbegrippenAndere EchtgenotesZij Die Overspel PleegdenSaul En David

Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem, gelegen in Judea, in de dagen van den koning Herodes, ziet, enige wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen.

VersbegrippenWijze MannenGeschiedenisBethlehemVoorspellingen Over ChristusVanuit Het OostenBaby's Als Profetische TekensKoningen Van JudaGeboorte Van ChristusDe Geboorte Van JezusLenteOpenbaring

De koning Herodes nu, dit gehoord hebbende, werd ontroerd, en geheel Jeruzalem, met hem.

VersbegrippenVormen Van VervolgingHoren Over ChristusZij Bang Van God

En zij, den koning gehoord hebbende, zijn heengereisd; en ziet, de ster, die zij in het oosten gezien hadden, ging hun voor, totdat zij kwam en stond boven de plaats, waar het Kindeken was.

VersbegrippenBeëindigingStilstaanUitzettenDingen Die VoorgingenDingen Die StijgenHoge Dingen

Maar als hij hoorde, dat Archelaus in Judea koning was, in de plaats van zijn vader Herodes, vreesde hij daarheen te gaan; maar door Goddelijke openbaring vermaand in den droom, is hij vertrokken in de delen van Galilea.

VersbegrippenTetrachIndividuen WaarschuwenHeidense HeersersKoningen Van Heel Israël Of Juda

En de koning werd bedroefd; doch om de eden, en degenen, die met hem aanzaten, gebood hij, dat het haar zou gegeven worden;

VersbegrippenGastenVloekenAndere Verdrietige MensenDe Bevelen Van De KoningGevierde Verjaardagen

Daarom wordt het Koninkrijk der hemelen vergeleken bij een zeker koning, die rekening met zijn dienstknechten houden wilde.

VersbegrippenDe RijkenDienstbaarheid In De MaatschappijGelijkenGelijkenis Met DingenParabels Over Het KoninkrijkRekeningen VereffenenBoekhouden

Als nu de koning dat hoorde, werd hij toornig, en zijn krijgsheiren zendende, heeft die doodslagers vernield, en hun stad in brand gestoken.

VersbegrippenGod DodendBrandende StedenGod DoodtWoedende Mensen

En Jezus stond voor den stadhouder; en de stadhouder vraagde Hem, zeggende: Zijt Gij de Koning der Joden? En Jezus zeide tot hem: Gij zegt het.

VersbegrippenBeweringenDe JodenGoddelijk KoningschapStaanVerraadOndervragenInstemmingChristus Is Koning Van Israël

En een kroon van doornen gevlochten hebbende, zetten die op Zijn hoofd, en een rietstok in Zijn rechter hand; en vallende op hun knieen voor Hem, bespotten zij Hem, zeggende: Wees gegroet, Gij Koning der Joden!

VersbegrippenVernedering Geleden Door ChristusDoornenkroonFiguurlijk TaalgebruikBuigenKronen, Gedragen DoorKnielenStafDoornenVlechtenDe Rechterhand Van ChristusChristus Is Koning Van IsraëlMet Christus SpottenGesproken Groet

Anderen heeft Hij verlost, Hij kan Zichzelven niet verlossen. Indien Hij de Koning Israels is, dat Hij nu afkome van het kruis, en wij zullen Hem geloven.

VersbegrippenNamen En Titels Voor ChristusHarteloosheidChristus Die NeergaatRedenen Voor Geloof In ChristusChristus Is Koning Van IsraëlZichzelf ReddenZij Die Niet Gered Worden

Public domain