'Leer' in de Bijbel
Mijn leer druipe als een regen, mijn rede vloeie als een dauw; als een stofregen op de grasscheutjes, en als druppelen op het kruid.
Want gij hebt gezegd: Mijn leer is zuiver, en ik ben rein in uw ogen.
Behalve wat ik zie, leer Gij mij; heb ik onrecht gewrocht, ik zal het niet meer doen.
Daleth. HEERE! maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden.
He. Vau. Leid mij in Uw waarheid, en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils; U verwacht ik den ganse dag.
HEERE! leer mij Uw weg, en leid mij in het rechte pad, om mijner verspieders wil.
Een onderwijzing van Asaf. O mijn volk! neem mijn leer ter oren; neigt ulieder oor tot de redenen mijns monds.
Leer mij, HEERE! Uw weg; ik zal in Uw waarheid wandelen; verenig mijn hart tot de vreze Uws Naams.
Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen.
HEERE! Gij zijt gezegend; leer mij Uw inzettingen.
Ik heb U mijn wegen verteld, en Gij hebt mij verhoord; leer mij Uw inzettingen.
He. HEERE! leer mij den weg Uwer inzettingen, en ik zal hem houden ten einde toe.
HEERE! de aarde is vol van Uw goedertierenheid; leer mij Uw inzettingen.
Leer mij een goeden zin en wetenschap, want ik heb aan Uw geboden geloofd.
Gij zijt goed en goeddoende; leer mij Uw inzettingen.
Laat U toch, o HEERE! welgevallen de vrijwillige offeranden mijns monds, en leer mij Uw rechten.
Doe bij Uw knecht naar Uw goedertierenheid, en leer mij Uw inzettingen.
Doe Uw aangezicht lichten over Uw knecht, en leer mij Uw inzettingen.
Leer mij Uw welbehagen doen, want Gij zijt mijn God! Uw goede Geest geleide mij in een effen land.
Mijn zoon! hoor de tucht uws vaders, en verlaat de leer uwer moeder niet;
Dewijl ik ulieden goede leer geve, verlaat mijn wet niet.
Leer den wijze, zo zal hij nog wijzer worden; onderwijs den rechtvaardige, zo zal hij in leer toenemen.
Des wijzen leer is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods.
Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.
Pe. Zij doet haar mond open met wijsheid; en op haar tong is leer der goeddadigheid.
Hij zal niet verdonkerd worden, en Hij zal niet verbroken worden, totdat Hij het recht op aarde zal hebben besteld; en de eilanden zullen naar Zijn leer wachten.