10 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Man' in de Bijbel

Hij versloeg ook een Egyptischen man, een man van grote lengte, van vijf ellen; en die Egyptenaar had een spies in de hand, als een weversboom; maar hij ging tot hem af met een staf, en rukte de spies uit de hand des Egyptenaars, en hij doodde hem met zijn eigen spies.

VersbegrippenStralenVakluiSperenGewichten En Maten, LineairReuzen

En hij deelde een iegelijk in Israel, van den man tot de vrouw, een iegelijk een bol broods, en een schoon stuk vlees, en een fles wijn.

VersbegrippenFruitVoedselCakes

En David nam hem duizend wagens af, en zeven duizend ruiters, en twintig duizend man te voet; en David ontzenuwde al de wagen paarden; doch hij behield honderd wagens daarvan over.

VersbegrippenStrijdwagensPaardenDierenrechtenHonderdDuizend DingenZevenduizendTwintigduizend En MeerSpieren

En de Syriers van Damaskus kwamen, om Hadar-ezer, den koning van Zoba, te helpen; maar David sloeg van de Syriers twee en twintig duizend man.

VersbegrippenTwintigduizend En Meer

Daarna was er nog een krijg te Gath; en daar was een zeer lang man, en zijn vingeren waren zes en zes, vier en twintig, en hij was ook van Rafa geboren;

VersbegrippenVingersTenenZes DingenReuzenVingers Van Mensen

En Joab gaf David de som van het gestelde volk; en gans Israel was elfhonderd duizend man, die het zwaard uittrokken, en Juda vierhonderd duizend, en zeventig duizend man, die het zwaard uittrokken.

VersbegrippenStammen Van IsraëlDrie- Tot Negenhonderd DuizendEen Miljoen En Meer

De HEERE dan gaf pestilentie in Israel; en er vielen van Israel zeventig duizend man.

VersbegrippenVijftig Tot Negentig DuizendDood Als Straf

Zie, de zoon, die u geboren zal worden, die zal een man der rust zijn, want Ik zal hem rust geven van al zijn vijanden rondom henen; want zijn naam zal Salomo zijn, en Ik zal vrede en stilte over Israel geven in zijn dagen.

VersbegrippenStilteFysieke RustGod Noemt MensenRustVredevolle Slaap

Aangaande nu Mozes, den man Gods, zijn kinderen werden genoemd onder den stam van Levi.

En Jonathan, Davids oom, was raad, een verstandig man; hij was ook schrijver; Jehiel nu, de zoon van Hachmoni, was bij de zonen des konings.

VersbegrippenRaadgeversInzichtSchriftgeleerden

Public domain