'Man' in de Bijbel
Ik zag des nachts, en ziet, een Man rijdende op een rood paard, en Hij stond tussen de mirten, die in de diepte waren; en achter Hem waren rode, bruine en witte paarden.
Toen antwoordde de Man, Die tussen de mirten stond, en zeide: Deze zijn het, die de HEERE uitgezonden heeft, om het land te doorwandelen.
Wederom hief ik mijn ogen op, en ik zag; en ziet, er was een man, en in zijn hand was een meetsnoer.
En de Engel, Die met mij sprak, kwam weder; en Hij wekte mij op, gelijk een man, die van zijn slaap opgewekt wordt.
En spreek tot hem, zeggende: Alzo spreekt de HEERE der heirscharen, zeggende: Ziet, een Man, Wiens naam is SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en Hij zal des HEEREN tempel bouwen.
Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Het zal in die dagen geschieden, dat tien mannen, uit allerlei tongen der heidenen, grijpen zullen, ja, de slip grijpen zullen van een Joodsen man, zeggende: Wij zullen met ulieden gaan, want wij hebben gehoord, dat God met ulieden is.
Maar hij zal zeggen: Ik ben geen profeet, ik ben een man, die het land bouwt; want een mens heeft mij daartoe geworven van mijn jeugd aan.
Zwaard! ontwaak tegen Mijn Herder, en tegen den Man, Die Mijn Metgezel is, spreekt de HEERE der heirscharen; sla dien Herder, en de schapen zullen verstrooid worden; maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (64)
- Exodus (33)
- Leviticus (39)
- Numberi (43)
- Deuteronomium (53)
- Jozua (18)
- Richteren (68)
- Ruth (13)
- 1 Samuël (74)
- 2 Samuël (49)
- 1 Koningen (38)
- 2 Koningen (49)
- 1 Kronieken (10)
- 2 Kronieken (16)
- Ezra (5)
- Nehemia (7)
- Esther (9)
- Job (24)
- Psalmen (34)
- Spreuken (53)
- Prediker (5)
- Jesaja (14)
- Jeremia (33)
- Klaagliederen (2)
- Ezechiël (19)
- Daniël (11)
- Hosea (5)
- Joël (1)
- Amos (1)
- Micha (2)
- Nahum (1)
- Habakuk (1)
- Zacharia (8)
- Maleachi (2)