53 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Met' in de Bijbel

Wie is onder ulieden van al Zijn volk? Zijn God zij met hem, en hij trekke op naar Jeruzalem, dat in Juda is, en hij bouwe het huis des HEEREN, des Gods van Israel; Hij is de God, Die te Jeruzalem woont.

VersbegrippenGod Is Met Jou

En al wie achterblijven zou in enige plaatsen, waar hij als vreemdeling verkeert, dien zullen de lieden zijner plaats bevorderlijk zijn met zilver, en met goud, en met have, en met beesten; benevens een vrijwillige gave, voor het huis Gods, Die te Jeruzalem woont.

VersbegrippenVerzamelingenAan De Anderen GevenVrije Wil

Allen nu, die rondom hen waren, sterkten hunlieder handen met zilveren vaten, met goud, met have, en met beesten, en met kostelijkheden; behalve alles, wat vrijwillig gegeven werd.

VersbegrippenAan De Anderen Geven

Alle vaten van goud en van zilver waren vijf duizend en vierhonderd; deze alle voerde Sesbazar op, met degenen, die van de gevangenis opgevoerd werden, van Babel naar Jeruzalem.

VersbegrippenTerugkeer Van BabylonVijfduizendZij Die Uit Ballingschap Terugkwamen

Dewelken kwamen met Zerubbabel, Jesua, Nehemia, Seraja, Reelaja, Mordechai, Bilsan, Mizpar, Bigvai, Rehum en Baena. Dit is het getal der mannen des volks van Israel.

VersbegrippenSamengaan

En Hattirsatha zeide tot hen, dat zij van de heiligste dingen niet zouden eten, totdat er een priester stond met urim en met thummim.

VersbegrippenDe Aard Van BedieningDe Urim en TummimUrim En Tummin

En zij vestigden het altaar op zijn stelling, maar met verschrikking, die over hen was, vanwege de volken der landen; en zij offerden daarop brandofferen den HEERE, brandofferen des morgens en des avonds.

VersbegrippenFunderingenVerbrand OfferOffer In OTDierenoffers, VerbrandingIn De Ochtend En Tijdens De AvondHet Bronzen Altaar OpzettenAngst Van De Vijand

Toen stond Jesua, zijn zonen en zijn broederen, en Kadmiel met zijn zonen, kinderen van Juda, als een man, om opzicht te hebben over degenen, die het werk deden aan het huis Gods, met de zonen van Henadad, hun zonen en hun broederen, de Levieten.

VersbegrippenOpzichters

Als nu de bouwlieden den grond van des HEEREN tempel legden, zo stelden zij de priesteren, aangekleed zijnde, met trompetten, en de Levieten, Asafs zonen, met cimbalen, om den HEERE te loven, naar de instelling van David, den koning van Israel.

VersbegrippenBouwenSoorten KledingBouwenSoorten MuziekinstrumentenTrompetOrkestenCymbalenGod PrijzenSaul En DavidDe Eerste Tempel

En zij zongen bij beurten, met den HEERE te loven en te danken, dat Hij goedig is, dat Zijn weldadigheid tot in eeuwigheid is over Israel. En al het volk juichte met groot gejuich, als men den HEERE loofde over de grondlegging van het huis des HEEREN.

VersbegrippenLofHoudingen Van LofDe Aard Van HeroplevingThanksgivingStemmenKreten Van PlezierEeuwige ZegenZij Die Lof Zingen

Maar velen van de priesteren, en de Levieten, en hoofden der vaderen, die oud waren, die het eerste huis gezien hadden, dit huis in zijn grondlegging voor hun ogen zijnde, weenden met luider stem; maar velen verhieven de stem met gejuich en met vreugde.

VersbegrippenVervoeringVreugde In Gods WerkDe Eerste Tempel

Zodat het volk niet onderkende de stem van het gejuich der vreugde, van de stem des geweens van het volk; want het volk juichte met groot gejuich, dat de stem tot van verre gehoord werd.

VersbegrippenGebrek Aan DiscriminatieAfstand

Zo kwamen zij aan tot Zerubbabel, en tot de hoofden der vaderen, en zeiden tot hen: Laat ons met ulieden bouwen, want wij zullen uw God zoeken, gelijk gijlieden ook hebben wij Hem geofferd sinds de dagen van Esar-Haddon, den koning van Assur, die ons herwaarts heeft doen optrekken.

VersbegrippenSamaritanenVerbannen VreemdelingenTijden Van Mensen

Toen, van dat het afschrift des briefs van den koning Arthahsasta voor Rehum, en Simsai, den schrijver, en hun gezelschappen gelezen was, togen zij in haast naar Jeruzalem tot de Joden, en beletten hen met arm en geweld.

VersbegrippenArtaxerxes De KoningDe JodenHaastige ActieAndere Zaken Lezen

Toen maakten zich op Zerubbabel, de zoon van Sealthiel, en Jesua, de zoon van Jozadak, en begonnen te bouwen het huis Gods, Die te Jeruzalem woont; en met hen de profeten Gods, die hen ondersteunden.

VersbegrippenAlliantiesHuis Van GodSchool Van ProfetenDe Tweede Tempel

Afschrift des briefs, dien Thathnai, de landvoogd aan deze zijde der rivier, met Sthar-Boznai, en zijn gezelschap, de Afarsechaieten, die aan deze zijde der rivier waren, aan den koning Darius zond.

VersbegrippenBestuurdersKopieën Van DocumentenVoorbij De RivierHeidense Heersers

Den koning zij bekend, dat wij getogen zijn naar het landschap Juda, ten huize des groten Gods, hetwelk gebouwd wordt met grote stenen, en het hout wordt gelegd in de wanden; en datzelve werk wordt ras gedaan, en gaat voorspoediglijk door hun handen voort.

VersbegrippenGretigheidIjverDe Muren Van Jeruzalem BouwenWederopbouw Van De TempelVersterking

Met drie rijen van groten steen, en een rij van nieuw hout; en de onkosten zullen uit des konings huis gegeven worden.

VersbegrippenDrie Delen Van Constructies

Nu, gij Thathnai, landvoogd aan gene zijde der rivier, gij Sthar-Boznai, met ulieder gezelschap, gij Afarsechaieten, die aan gene zijde der rivier zijt, weest verre van daar!

VersbegrippenBestuurdersVoorbij De RivierHeidense Heersers

En de kinderen Israels, de priesteren en Levieten, en de overige kinderen der gevangenis deden de inwijding van dit huis Gods met vreugde.

VersbegrippenVervoeringVieringenVreugde Van IsraëlToewijding

En zij hielden het feest der ongezuurde broden zeven dagen, met blijdschap; want de HEERE had hen verblijd, en het hart des konings van Assur tot hen gewend, om hun handen te sterken in het huis Gods, des Gods van Israel.

VersbegrippenDe Grootheid Van GodVreugde Van IsraëlWekenZeven DagenGod Moedigt AanVreugde In Gods Werk

Van mij wordt bevel gegeven, dat al wie vrijwillig is in mijn koninkrijk, van het volk van Israel, en van deszelfs priesteren en Levieten, om te gaan naar Jeruzalem, dat hij met u ga.

VersbegrippenBekendmakingenWelwillende MensenVrije WilVrijwilligerswerk

Mitsgaders al het zilver en goud, dat gij vinden zult in het ganse landschap van Babel, met de vrijwillige gave des volks en der priesteren, die vrijwilliglijk geven, ten huize huns Gods, dat te Jeruzalem is;

VersbegrippenOffer Uit Vrije Wil

Opdat gij spoediglijk voor dat geld koopt runderen, rammen, lammeren, met hun spijsofferen, en hun drankofferen, en die offert op het altaar van het huis van ulieder God, dat te Jeruzalem is.

VersbegrippenLammerenAanbod DrankEen Kudde Schapen En Geiten Offeren

Daartoe, wat u en uw broederen goeddunken zal, met het overige zilver en goud te doen, zult gijlieden doen naar het welgevallen uws Gods.

VersbegrippenNood Aan Gods BegeleidingGoede Activiteit

En heeft tot mij weldadigheid geneigd, voor het aangezicht des konings en zijner raadsheren, en aller geweldige vorsten des konings! Zo heb ik mij gesterkt, naar de hand des HEEREN, mijns Gods, over mij, en de hoofden uit Israel vergaderd, om met mij op te trekken.

VersbegrippenGods HandGods Handen Op Mensen

Dit nu zijn de hoofden hunner vaderen, met hun geslachtsrekening, die met mij uit Babel optogen, onder het koninkrijk van den koning Arthahsasta.

VersbegrippenTerugkeer Van BabylonArtaxerxes De KoningTijden Van Mensen

Van de kinderen van Sechanja, van de kinderen van Paros, Zacharja; en met hem werden bij geslachtsregisters gerekend, aan manspersonen, honderd en vijftig.

VersbegrippenHonderd En EnkelenAantal Mannen

Van de kinderen van Pahath-Moab, Eljehoenai, van de zoon van Zerahja; en met hem tweehonderd manspersonen.

VersbegrippenNummer TweehonderdAantal Mannen

Van de kinderen van Sechanja, de zoon van Jahaziel; en met hem driehonderd manspersonen.

VersbegrippenDrie- Tot VierhonderdDriehonderd En MeerAantal Mannen

En van de kinderen van Adin, Ebed, de zoon van Jonathan; en met hem vijftig manspersonen.

VersbegrippenDe Jaren VijftigAantal Mannen

En van de kinderen van Elam, Jesaja, de zoon van Athalja; en met hem zeventig manspersonen.

VersbegrippenDe Jaren ZeventigAantal Mannen

En van de kinderen van Sefatja, Zebadja, de zoon van Michael; en met hem tachtig manspersonen.

VersbegrippenNummer TachtigJaren TachtigAantal Mannen

En van de kinderen van Joab, Obadja, de zoon van Jehiel; en met hem tweehonderd en achttien manspersonen.

VersbegrippenTweehonderd En MeerAantal Mannen

En van de kinderen van Selomith, de zoon van Josifja; en met hem honderd en zestig manspersonen.

VersbegrippenHonderd En EnkelenAantal Mannen

En van de kinderen van Babai, Zacharja, de zoon van Bebai; en met hem acht en twintig manspersonen.

VersbegrippenTwintigtalAantal Mannen

En van de kinderen van Azgad, Johanan, de zoon van Katan; en met hem honderd en tien manspersonen.

VersbegrippenHonderd En EnkelenAantal Mannen

En van de laatste kinderen van Adonikam, welker namen deze waren: Elifelet, Jehiel, en Semaja; en met hen zestig manspersonen.

VersbegrippenDe Jaren ZestigAantal Mannen

En van de kinderen van Bigvai, Uthai en Zabbud; en met hen zeventig manspersonen.

VersbegrippenDe Jaren ZeventigAantal Mannen

En zij brachten ons, naar de goede hand onzes Gods over ons, een man van verstand, van de kinderen van Mahli, den zoon van Levi, den zoon van Israel; namelijk Serebja, met zijn zonen en broederen, achttien;

VersbegrippenHand Van GodGods HandAchttienGods Handen Op Mensen

En Hasabja, en met hem Jesaja, van de kinderen van Merari, met zijn broederen, en hun zonen, twintig;

VersbegrippenTwintig

Toen scheidde ik twaalf uit van de oversten der priesteren: Serebja Hasabja, en tien van hun broederen met hen.

VersbegrippenTwaalf WezensAnonieme Priesters

Op den vierden dag nu werd gewogen het zilver, en het goud, en de vaten, in het huis onzes Gods, aan de hand van Meremoth, den zoon van Uria, den priester, en met hem Eleazar, de zoon van Pinehas; en met hem Jozabad, de zoon van Jesua, en Noadja, de zoon van Binnui, de Levieten.

VersbegrippenDe Vierde Dag Van De WeekDag 4

Want zij hebben van hun dochteren genomen voor zichzelven en voor hun zonen, zodat zich vermengd hebben het heilig zaad met de volken dezer landen; ja, de hand der vorsten en overheden is de eerste geweest in deze overtreding.

VersbegrippenMensen Mengen

Die Gij geboden hadt door den dienst Uwer knechten, de profeten, zeggende: Het land, waar gijlieden inkomt, om dat te erven, is een vuil land, door de vuiligheid van de volken der landen, om hun gruwelen, waarmede zij dat vervuild hebben, van het ene einde tot het andere einde, met hun onreinigheid.

VersbegrippenGod Sprak Door De ProfetenOnreine Dingen

Zullen wij nu wederkeren, om Uw geboden te vernietigen, en ons te verzwageren met de volken dezer gruwelen? Zoudt Gij niet tegen ons toornen tot verterens toe, dat er geen overblijfsel noch ontkoming zij?

VersbegrippenVerenigingen Van KwaadGemengde HuwelijkenZal God Kwaad Zijn?

Als Ezra alzo bad, en als hij deze belijdenis deed, wenende en zich voor Gods huis nederwerpende, verzamelde zich tot hem uit Israel een zeer grote gemeente van mannen, en vrouwen, en kinderen; want het volk weende met groot geween.

VersbegrippenMenigtesGebarenMenselijke Aspecten Van SchuldHuis Van GodGrootsheidGebed Als Vraag Voor GodSpijtVoorbeelden Van BerouwHeropleving Van BedrijvenVeroordeling Van ZondeReligieus OntwakenTranenGenoemde Personen Die BadenBiechten

Laat ons dan nu een verbond maken met onze God, dat wij al die vrouwen, en wat van haar geboren is, zullen doen uitgaan, naar den raad des HEEREN, en dergenen, die beven voor het gebod onzes Gods; en laat er gedaan worden naar de wet.

VersbegrippenBeperkingen Omtrent Het HuwelijkEerbied En Gods AardVerbondsrelatiesBevenWerkelijke ScheidingenLatere Verbonden Met God

En de ganse gemeente antwoordde en zeide met luider stem: Naar uw woorden, alzo komt het ons toe te doen.

VersbegrippenInstemmen Voor Het GoedeStemmen

Laat toch onze vorsten der ganse gemeente hierover staan, en allen, die in onze steden zijn, die vreemde vrouwen bij zich hebben doen wonen, op gezette tijden komen, en met hen de oudsten van elke stad en derzelver rechters; totdat wij van ons afwenden de hittigheid des toorns onzes Gods, om dezer zaken wil.

VersbegrippenRechtersStadGod Zal Niet Meer Kwaad Zijn

En de kinderen der gevangenis deden alzo; en Ezra, de priester, met de mannen, de hoofden der vaderen, naar het huis hunner vaderen, en zij allen, bij namen genoemd, scheidden zich af, en zij zaten op den eersten dag der tiende maand, om deze zaak te onderzoeken.

VersbegrippenMaand 10

En zij voleindden het met alle mannen, die vreemde vrouwen bij zich hadden doen wonen, tot op den eersten dag der eerste maand.

Public domain