96 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Met' in de Bijbel

Niemand zal voor uw aangezicht bestaan al de dagen uws levens; gelijk als Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn; Ik zal u niet begeven, en zal u niet verlaten.

VersbegrippenMidlife CrisisGod Van De VadersDe Universaliteit Van VerleidingBescherming Van GodOnoverwinnelijkheidVermogen Om Te WeerstaanGod Die Niet VerzaaktGod Met Specifieke MensenMachtige Individuen

Gelijk wij in alles naar Mozes hebben gehoord, alzo zullen wij naar u horen; alleenlijk dat de HEERE, uw God, met u zij, gelijk als Hij met Mozes geweest is!

VersbegrippenGod Is Met JouMensen Gehoorzamen

Dat gij mijn vader en mijn moeder in het leven zult behouden, als ook mijn broeders en mijn zusters, met alles, wat zij hebben; en dat gij onze zielen van den dood redden zult.

VersbegrippenDoor De Mens In Leven Gehouden WordenDood Van Een FamilielidDood Van Een MoederDood Van Een VaderFamilie DoodJouw Familie Beschermen

Zij liet hen dan neder met een zeel door het venster; want haar huis was op den stadsmuur; en zij woonde op den muur.

VersbegrippenStadTouwenMurenUit Het Raam ZakkenMensen Naar Beneden Halen

Want de HEERE had tot Jozua gezegd: Dezen dag zal Ik beginnen u groot te maken voor de ogen van gans Israel, opdat zij weten, dat Ik met u zijn zal, gelijk als Ik met Mozes geweest ben.

VersbegrippenDe Aard Van ZekerheidGod Met Specifieke MensenBron Van Eer

Want het zal geschieden, met dat de voetzolen der priesteren, die de ark van den HEERE, den Heere der ganse aarde, dragen, in het water van de Jordaan zullen rusten, zo zullen de wateren van de Jordaan afgesneden worden, te weten de wateren, die van boven afvlieten, en zij zullen op een hoop blijven staan.

VersbegrippenAarde, Behorend Tot GodDragenBeëindigingDroog LandVoeten In ActieIn De JordaanDe Aard Van GodDingen Die Stoppen

En gebiedt hun, zeggende: Neemt voor ulieden op, van hier uit het midden van de Jordaan, uit de standplaats van de voeten der priesteren, en bereidt twaalf stenen, en brengt ze met ulieden over, en stelt ze in het nachtleger, waar gij dezen nacht zult vernachten.

VersbegrippenStenen Als MonumentenTwaalf DingenIn De Jordaan

De kinderen Israels nu deden alzo, gelijk als Jozua geboden had; en zij namen twaalf stenen op midden uit de Jordaan, gelijk als de HEERE tot Jozua gesproken had, naar het getal der stammen van de kinderen Israels; en zij brachten ze met zich over naar het nachtleger, en stelden ze aldaar.

VersbegrippenHet MiddenStenen Als MonumentenTwaalf StammenTwaalf DingenIn De Jordaan

Toen zeide de HEERE tot Jozua: Zie, Ik heb Jericho met haar koning en strijdbare helden in uw hand gegeven.

VersbegrippenActiviteit Van GodAanvallenGods Activiteit In IsraëlVoorbeelden Van OorlogZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

En zeven priesters zullen zeven ramsbazuinen dragen, voor de ark; en gijlieden zult op den zevenden dag de stad zevenmaal omgaan; en de priesters zullen met de bazuinen blazen.

VersbegrippenUitrusting, FysiekGebroken HorensDe Functie Van Priesters In De Tijd Van OTRammenZevenZeven MensenZeven DingenZeven KeerDe Rondreizende ArkTrompetten Voor De StrijdZeven TrompettenVallen

En het zal geschieden, als men langzaam met den ramshoorn blaast, als gijlieden het geluid der bazuin hoort, zo zal al het volk juichen met een groot gejuich; dan zal de stadsmuur onder zich vallen, en het volk zal daarin klimmen, een iegelijk tegenover zich.

VersbegrippenVersterkingenSchreeuwenMurenStrijdkretenDingen Vallen

En het geschiedde, gelijk Jozua tot het volk gesproken had, zo gingen de zeven priesters, dragende zeven ramsbazuinen, voor het aangezicht des HEEREN; zij trokken door en bliezen met de bazuinen; en de ark des verbonds des HEEREN volgde hen na;

VersbegrippenUitrusting, FysiekMuziekinstrumenten, Gemaakt VanZeven MensenZeven DingenDe Rondreizende ArkZeven Trompetten

En wie toegerust was, ging voor het aangezicht der priesteren, die de bazuinen bliezen; en de achtertocht volgde de ark na, terwijl men ging en blies met de bazuinen.

En de zeven priesters, dragende de zeven ramsbazuinen voor de ark des HEEREN, gingen voort, en bliezen met de bazuinen; en de toegerusten gingen voor hun aangezichten, en de achtertocht volgde de ark des HEEREN na, terwijl men ging en blies met de bazuinen.

VersbegrippenZeven MensenZeven DingenTrompetten Voor De StrijdZeven Trompetten

En het geschiedde op den zevenden dag, dat zij zich vroeg opmaakten, met het opgaan des dageraads, en zij gingen rondom de stad, naar dezelve wijze, zevenmaal; alleenlijk op dien dag gingen zij zevenmaal rondom de stad.

VersbegrippenDageraadVroeg OpstaanZeven KeerDe Zevende Dag Van De WeekDageraadZij Die Vroeg OpstondenDag 7Vallen

En het geschiedde ten zevenden male, als de priesters met de bazuinen bliezen, dat Jozua tot het volk sprak: Juicht, want de HEERE heeft ulieden de stad gegeven!

VersbegrippenStrijdkretenTrompetten Voor De StrijdZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Doch deze stad zal den HEERE verbannen zijn, zij en al wat daarin is; alleenlijk zal de hoer Rachab levend blijven, zij en allen, die met haar in het huis zijn, omdat zij de boden, die wij uitgezonden hadden, verborgen heeft.

VersbegrippenDe VervloekteBehulpzaamDodenSpionnenMensen Die Mensen VerbergenOnder De Ban

Het volk dan juichte, als zij met de bazuinen bliezen; en het geschiedde, als het volk het geluid der bazuin hoorde, zo juichte het volk met een groot gejuich; en de muur viel onder zich, en het volk klom in de stad, een ieder tegenover zich, en zij namen de stad in.

VersbegrippenVersterkingenInvasiesKreten Van PlezierVeroveringChantenNiet Opzij DraaienMensen Die TuimelenStrijdkretenTrompetten Voor De StrijdDingen Vallendrums

Jozua nu zeide tot de twee mannen, de verspieders des lands: Gaat in het huis der vrouw, der hoer, en brengt die vrouw van daar uit, met al wat zij heeft, gelijk als gij haar gezworen hebt.

VersbegrippenSpionerenMensen Uit Andere Plaatsen HalenTwee Andere Mannen

De stad nu verbrandden zij met vuur, en al wat daarin was; alleenlijk het zilver en goud, mitsgaders de koperen en ijzeren vaten, gaven zij tot den schat van het huis des HEEREN.

VersbegrippenGod Als RechterVuurIjzerSchatVuurzeeSchatkistenBrandende Steden

Alzo was de HEERE met Jozua; en zijn gerucht liep door het ganse land.

VersbegrippenRoemBeroemdhedenGod Met Specifieke Mensen

Maar de kinderen Israels overtraden door overtreding met het verbannene; want Achan, de zoon van Charmi, den zoon van Zabdi, den zoon van Zerah, uit den stam van Juda, nam van het verbannene. Toen ontstak de toorn des HEEREN tegen de kinderen Israels.

VersbegrippenDe VervloekteDe Oorzaken Van De Toorn Van GodGods Onverdraagzaamheid Tegen Het KwaadMaterialisme Als Een Aspect Van ZondeGod TergenOntrouw Tegenover GodOnder De BanMensen Van JudaOntrouw

Daarom zullen de kinderen Israels niet kunnen bestaan voor het aangezicht hunner vijanden; zij zullen den nek voor het aangezicht hunner vijanden keren; want zij zijn in den ban. Ik zal voortaan niet meer met ulieden zijn, tenzij gij den ban uit het midden van ulieden verdelgt.

VersbegrippenMachteloosheidIsraël VervloekenOnder De Ban

En het zal geschieden, die geraakt zal worden met den ban, die zal met vuur verbrand worden, hij en al wat hij heeft; omdat hij het verbond des HEEREN overtreden heeft, en omdat hij dwaasheid in Israel gedaan heeft.

VersbegrippenCrematieVuurDoodstrafMensen VerbrandenHet Verbond BrekenOnder De Ban

Toen nam Jozua, en gans Israel met hem, Achan, den zoon van Zerah, en het zilver, en het sierlijk overkleed, en de gouden tong, en zijn zonen, en zijn dochteren, en zijn ossen, en zijn ezelen, en zijn vee, en zijn tent, en alles wat hij had; en zij voerden ze naar het dal Achor.

En Jozua zeide: Hoe hebt gij ons beroerd? De HEERE zal u beroeren te dezen dage! En gans Israel stenigde hem met stenen, en zij verbrandden hen met vuur, en zij overwierpen hen met stenen.

VersbegrippenDe DodenOorzaken Van ProblemenDoodstrafDe Legale Aspecten Van BestraffingVergeldingMensen VerbrandenVerontrustende Groepen Van MensenFamilie Dood

Toen zeide de HEERE tot Jozua: Vrees niet, en ontzet u niet; neem met u al het krijgsvolk, en maak u op, trek op naar Ai; zie, Ik heb den koning van Ai, en zijn volk, en zijn stad, en zijn land in uw hand gegeven.

VersbegrippenLand Als Goddelijk GeschenkAard Van OorlogOntmoediging WeerstaanGeleidelijke Verovering Van Het LandZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

En het zal geschieden, wanneer gij de stad ingenomen hebt, zo zult gij de stad met vuur aansteken; naar het woord des HEEREN zult gijlieden doen; ziet, ik heb het ulieden geboden.

VersbegrippenBrandende Steden

Toen rees de achterlage haastelijk op van haar plaats, en zij liepen toe, met dat hij zijn hand uitgestrekt had, en kwamen aan de stad, en zij namen ze in, en zij haastten zich, en staken de stad aan met vuur.

VersbegrippenSperenRennende TroepenBrandende Steden

En het geschiedde, toen de Israelieten een einde gemaakt hadden van al de inwoners van Ai te doden, op het veld, in de woestijn, in dewelke zij hen nagejaagd hadden, en dat zij allen door de scherpte des zwaards gevallen waren, totdat zij allen vernield waren; zo keerde zich gans Israel naar Ai, en zij sloegen ze met de scherpte des zwaards.

VersbegrippenBloedbadVerovering

Jozua trok ook zijn hand niet terug, die hij met de spies had uitgestrekt, totdat hij al de inwoners van Ai verbannen had.

VersbegrippenVernietiging

En gans Israel met zijn oudsten, en ambtlieden, en zijn rechters, stonden aan deze en aan gene zijde der ark, voor de Levietische priesteren, die de ark des verbonds des HEEREN droegen, zo vreemdelingen als inboorlingen, een helft daarvan tegenover den berg Gerizim, en een helft daarvan tegenover den berg Ebal, gelijk als Mozes, de knecht des HEEREN, bevolen had; om het volk van Israel in het eerst te zegenen.

VersbegrippenGebeurtenissen Ark Des VerbondsRechtersBreuken, Een HalfHelft Van GroepenPriesters In Actie

Als de inwoners te Gibeon hoorden, wat Jozua met Jericho en met Ai gedaan had,

En zij gingen tot Jozua in het leger te Gilgal, en zij zeiden tot hem en tot de mannen van Israel: Wij zijn gekomen uit een ver land, zo maakt nu een verbond met ons.

VersbegrippenOnderhandelingTrouwMensen Van Ver Weg

Toen zeiden de mannen van Israel tot de Hevieten: Misschien woont gijlieden in het midden van ons, hoe zullen wij dan een verbond met u maken?

VersbegrippenAlliantiesTrouw

Daarom spraken tot ons onze oudsten, en al de inwoners onzes lands, zeggende: Neemt reiskost met u in uw handen op de reize, en gaat hun tegemoet, en zegt tot hen: Wij zijn ulieder knechten, zo maakt nu een verbond met ons.

En Jozua maakte vrede met hen, en hij maakte een verbond met hen, dat hij hen bij het leven behouden zoude; en de oversten der vergadering zwoeren hun.

VersbegrippenVerbondsrelatiesEen Verbond BezegelenWettelijke OvereenkomstenDoor De Mens In Leven Gehouden Worden

En het geschiedde ten einde van drie dagen, nadat zij het verbond met hen gemaakt hadden, zo hoorden zij, dat zij hun naburen waren, en dat zij in het midden van hen waren wonende.

VersbegrippenBuren

Het geschiedde nu, toen Adoni-Zedek, de koning van Jeruzalem, gehoord had, dat Jozua Ai ingenomen, en haar verbannen had, en aan Ai en haar koning alzo gedaan had, gelijk als hij aan Jericho en haar koning gedaan had; en dat de inwoners van Gibeon vrede met Israel gemaakt hadden, en in derzelver midden waren;

VersbegrippenAi, De StadVerdragVernietiging

Komt op tot mij, en helpt mij, dat wij Gibeon slaan; omdat zij vrede gemaakt heeft met Jozua en met de kinderen Israels.

VersbegrippenOnderhandelingMensen Die Helpen

Toen toog Jozua op van Gilgal, hij en al het krijgsvolk met hem, en alle strijdbare helden.

En de HEERE verschrikte hen voor het aangezicht van Israel; en hij sloeg hen met een groten slag te Gibeon, en vervolgde hen op den weg, waar men naar Beth-horon opgaat, en sloeg hen tot Azeka en tot Makkeda toe.

VersbegrippenVerwarringBloedbad

Het geschiedde nu, toen zij voor het aangezicht van Israel vluchtten, zijnde in den afgang van Beth-horon, zo wierp de HEERE grote stenen op hen van den hemel, tot Azeka toe, dat zij stierven; daar waren er meer, die van de hagelstenen stierven, dan die de kinderen Israels met het zwaard doodden.

VersbegrippenWees GegroetLuchtWeer Zoals In Gods OordeelGod DodendIsraël Op De VluchtGod Doodde De Mensen

Toen keerde Jozua weder, en gans Israel met hem, naar het leger te Gilgal.

En het geschiedde, toen Jozua en de kinderen Israels geeindigd hadden hen met een zeer groten slag te slaan, totdat zij vernield waren, en dat de overgeblevenen, die van hen overgebleven waren, in de vaste steden gekomen waren;

VersbegrippenStadBloedbadUitroeiingOverlevenden Van Naties

En het geschiedde, als zij die koningen uitgebracht hadden tot Jozua, zo riep Jozua al de mannen van Israel, en hij zeide tot de oversten des krijgsvolks, die met hem getogen waren: Treedt toe, zet uw voeten op de halzen dezer koningen. En zij traden toe, en zetten hun voeten op hun halzen.

VersbegrippenVoetenNekAfhankelijkheidZorg Voor VoetenZij Onderworpen Aan Mensen

Op denzelven dag nam ook Jozua Makkeda in, en sloeg haar met de scherpte des zwaards; daartoe verbande hij derzelver koning, henlieden en alle ziel die daarin was; hij liet geen overigen overblijven; en hij deed den koning van Makkeda, gelijk als hij den koning van Jericho gedaan had.

VersbegrippenVernietigingVeroveringGeen OverlevendenUitroeiing

Toen toog Jozua door, en gans Israel met hem, van Makkeda naar Libna, en hij krijgde tegen Libna.

En de HEERE gaf dezelve ook in de hand van Israel, met haar koning; en hij sloeg haar met de scherpte des zwaards, en alle ziel, die daarin was; hij liet daarin geen overigen overblijven; en hij deed derzelver koning, gelijk als hij den koning van Jericho gedaan had.

VersbegrippenActiviteit Van GodGods Activiteit In IsraëlGeen OverlevendenUitroeiingZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Toen toog Jozua voort, en gans Israel met hem, van Libna naar Lachis; en hij belegerde haar en krijgde tegen haar.

VersbegrippenKampen

En de HEERE gaf Lachis in de hand van Israel; en hij nam haar in op den tweeden dag, en hij sloeg haar met de scherpte des zwaards, en alle ziel, die daarin was, naar alles, wat hij aan Libna gedaan had.

VersbegrippenDe Tweede Dag Van De WeekUitroeiingDag 2Zij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

En Jozua trok voort van Lachis naar Eglon, en gans Israel met hem; en zij belegerden haar en krijgden tegen haar.

VersbegrippenKampen

En zij namen haar in ten zelven dage, en sloegen haar met de scherpte des zwaards, en alle ziel, die daarin was, verbande hij op denzelven dag, naar alles, wat hij aan Lachis gedaan had.

VersbegrippenVernietigingUitroeiing

Daarna toog Jozua op, en gans Israel met hem; van Eglon naar Hebron, en zij krijgden tegen haar.

En zij namen haar in, en sloegen haar met de scherpte des zwaards, zo haar koning als al haar steden, en alle ziel, die daarin was; hij liet niemand in het leven overblijven, naar alles, wat hij Eglon gedaan had; en hij verbande haar, en alle ziel, die daarin was.

VersbegrippenDorpenVernietigingGeen OverlevendenUitroeiing

Toen keerde Jozua, en gans Israel met hem, naar Debir, en hij krijgde tegen haar.

En hij nam haar in, met haar koning, en al haar steden, en zij sloegen haar met de scherpte des zwaards, en verbanden alle ziel, die daarin was; hij liet geen overigen overblijven; gelijk als hij aan Hebron gedaan had, alzo deed hij aan Debir en haar koning, en gelijk als hij aan Libna en haar koning gedaan had;

VersbegrippenVernietigingVeroveringGeen OverlevendenUitroeiing

Toen keerde Jozua weder, en gans Israel met hem, naar het leger te Gilgal.

Dezen nu togen uit, en al hun heirlegers met hen; veel volks, als het zand, dat aan den oever der zee is, in veelheid; en zeer vele paarden en wagens.

VersbegrippenStrijdwagensPaardenVeel StrijdersGrootsheidZand En GrindGrote Legers

En de HEERE zeide tot Jozua: Vrees niet voor hun aangezichten; want morgen omtrent dezen tijd zal Ik hen altegader verslagen geven voor het aangezicht van Israel; hun paarden zult gij verlammen, en hun wagenen met vuur verbranden.

VersbegrippenPaardenGods Actie MorgenVernietigen Van StrijdwagensWees Niet Bang Van MensenZij Die God In Hun Handen Heeft GegevenSpierenHereniging

En Jozua, en al het krijgsvolk met hem, kwam snellijk over hen aan de wateren van Merom, en zij overvielen hen.

VersbegrippenPlotseling

Jozua nu deed hun, gelijk hem de HEERE gezegd had; hun paarden verlamde hij, en hun wagenen verbrandde hij met vuur.

VersbegrippenPaardenVernietigen Van StrijdwagensSpieren

En Jozua keerde weder ter zelver tijd, en hij nam Hazor in, en haar koning sloeg hij met het zwaard; want Hazor was te voren het hoofd van al deze koninkrijken.

VersbegrippenKoninkrijkenKoningen Doden

En zij sloegen alle ziel, die daarin was, met de scherpte des zwaards, die verbannende; er bleef niets over, dat adem had; en Hazor verbrandde hij met vuur.

VersbegrippenGeen OverlevendenUitroeiingBrandende Steden

En Jozua nam al de steden dezer koningen in, en al haar koningen, en hij sloeg hen met de scherpte des zwaards, hen verbannende, gelijk als Mozes, de knecht des HEEREN geboden had.

VersbegrippenVernietigingUitroeiing

En al den roof dezer steden, en het vee, roofden de kinderen Israels voor zich; alleenlijk sloegen zij al de mensen met de scherpte des zwaards, totdat zij hen verdelgden; zij lieten niet overblijven wat adem had.

VersbegrippenGeen OverlevendenUitroeiing

Er was geen stad, die vrede maakte met de kinderen Israels, behalve de Hevieten, inwoners van Gibeon; zij namen ze allen in door krijg.

VersbegrippenWettelijke Overeenkomsten

Want het was van den HEERE, hun harten te verstokken, dat zij Israel met oorlog tegemoet gingen, opdat hij hen verbannen zoude, dat hun geen genade geschiedde, maar opdat hij hen verdelgen zoude, gelijk als de HEERE Mozes geboden had.

VersbegrippenOnvergeeflijkheidVoorbestemming, Spirituele GebeurtenissenGod DodendGod Hardt De MensGod Zal De Mensen DodenGod Zonder GenadeVeroorzaakt Door God

Te dier tijde nu kwam Jozua, en roeide de Enakieten uit, van het gebergte, van Hebron, van Debir, van Anab, en van het ganse gebergte van Juda, en van het ganse gebergte van Israel; Jozua verbande hen met hun steden.

VersbegrippenBergenStammen Van IsraëlVernietigingReuzen

Met denwelken de Rubenieten en Gadieten hun erfenis ontvangen hebben; dewelke Mozes hunlieden gaf aan gene zijde van de Jordaan tegen het oosten, gelijk als Mozes, de knecht des HEEREN, hun gegeven had:

VersbegrippenLand Als Goddelijke VerantwoordelijkheidVoorbij JordaniëReuben Gad en Half Manasse

Daartoe hebben de kinderen Israels met het zwaard gedood Bileam, den zoon van Beor, den voorzegger, nevens degenen, die van hen verslagen zijn.

VersbegrippenDe Ezel Van BalaamGenoemde Individuen Doden

Maar mijn broeders, die met mij opgegaan waren, deden het hart des volks smelten; doch ik volhardde den HEERE, mijn God, na te volgen.

VersbegrippenLafheidGod VolgenDe Moed Verliezen

En nu, geef mij dit gebergte, waarvan de HEERE te dien dage gesproken heeft; want gij hebt het te dienzelven dage gehoord, dat de Enakieten aldaar waren, en dat er grote vaste steden waren; of de HEERE met mij ware, dat ik hen verdreef, gelijk als de HEERE gesproken heeft.

VersbegrippenVersterkingenStadBehulpzaamLand Als Goddelijk GeschenkGrootsheidVoorbeelden Van MoedReuzenGod Zal Met Jou ZijnGeleidelijke Verovering Van Het LandVersterking

En Me-Jarkon, en Rakkon, met de landpale tegenover Jafo.

Doch de landpale der kinderen van Dan was hun klein uitgekomen; daarom togen de kinderen van Dan op, en krijgden tegen Lesem, en namen haar in, en sloegen haar met de scherpte des zwaards, en erfden haar, en woonden daarin; en zij noemden Lesem, Dan, naar den naam van hun vader Dan.

VersbegrippenZwaardenVijanden BevechtenMensen Die Dingen Benoemen

Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Geeft voor ulieden de vrijsteden, waarvan Ik met ulieden gesproken heb door den dienst van Mozes.

Dat daarheen vliede de doodslager, die een ziel door dwaling, niet met wetenschap, verslaat; opdat zij ulieden zijn tot een toevlucht voor den bloedwreker.

VersbegrippenPer Ongeluk VermoordenMan Die Wraak NeemtOnbedoeld

En als de bloedwreker hem najaagt, zo zullen zij den doodslager in zijn hand niet overgeven, dewijl hij zijn naaste niet met wetenschap verslagen heeft, en hem gisteren en eergisteren niet heeft gehaat.

VersbegrippenMan Die Wraak NeemtNiet Haten

Al de steden voor de huisgezinnen van de overige kinderen van Kahath zijn tien, met haar voorsteden.

VersbegrippenTien Dingen

Deze steden waren elk met haar voorsteden rondom haar; alzo was het met al die steden.

Alleenlijk neemt naarstiglijk waar te doen het gebod en de wet, die u Mozes, de knecht des HEEREN, geboden heeft, dat gij den HEERE, uw God, liefhebt, en dat gij wandelt in al Zijn wegen, en Zijn geboden houdt, en Hem aanhangt, en dat gij Hem dient met uw ganse hart en met uw ganse ziel.

VersbegrippenAanbidding Van GodVerbintenis Tot GodEthiek En GratieToewijding In OTGeboden in OTHart En De Heilige GeestGods WegenWaakzaamheid Van GelovigenAanvaardbare Houdingen Van AanbiddingPlicht Van De Mens Tegenover GodPrincipes Van SpiritualiteitDe Aard Van Liefde Voor ChristusLiefde Voor GodOprechtheidDe Behoefte Om God Lief Te HebbenIn Gods Voetsporen WandelenVolg De GebodenGeboden

En hij sprak tot hen, zeggende: Keert weder tot uw tenten met veel rijkdom, en met zeer veel vee, met zilver, en met goud, en met koper, en met ijzer, en met zeer veel klederen; deelt den roof uwer vijanden met uw broederen.

VersbegrippenGoudIjzerGrootsheidZilverBronsRegels Over De BuitRijke Mensen

Als de kinderen Israels dit hoorden, zo verzamelde de ganse vergadering der kinderen Israels te Silo, dat zij tegen hen optogen met een heir.

VersbegrippenBurgeroorlog

En tien vorsten met hem, van ieder vaderlijk huis een vorst, uit al de stammen van Israel; en zij waren een ieder een hoofd van het huis hunner vaderen over de duizenden van Israel.

VersbegrippenTien Mensen

Toen zij tot de kinderen van Ruben, en tot de kinderen van Gad, en tot den halven stam van Manasse kwamen, in het land Gilead, zo spraken zij met hen, zeggende:

VersbegrippenReuben Gad en Half Manasse

Heeft niet Achan, de zoon van Zerah, overtreding begaan met het verbannene, en kwam er niet een verbolgenheid over de ganse vergadering van Israel? En die man stierf niet alleen in zijn ongerechtigheid.

VersbegrippenVerbod Van BegeerteOntrouw Tegenover GodNiet AlleenOnder De Ban

Toen antwoordden de kinderen van Ruben, en de kinderen van Gad, en de halve stam van Manasse, en zij spraken met de hoofden der duizenden van Israel:

VersbegrippenReuben Gad en Half Manasse

En zo wij dit niet uit zorg vanwege deze zaak gedaan hebben, zeggende: Morgen mochten uw kinderen tot onze kinderen spreken, zeggende: Wat hebt gij met den HEERE, den God van Israel, te doen?

VersbegrippenToekomstige GeneratiesWat Hebben We Gemeenschappelijk?Zich Zorgen Maken Over De ToekomstWorstelingen In Een Relatie

Maar dat het een getuige zij tussen ons en tussen ulieden, en tussen onze geslachten na ons, opdat wij den dienst des HEEREN voor Zijn aangezicht dienen mochten met onze brandofferen, en met onze slachtofferen, en met onze dankofferen; en dat uw kinderen tot onze kinderen morgen niet zeggen: Gijlieden hebt geen deel aan den HEERE.

VersbegrippenToekomstGeneratiesDienstbaarheid En Aanbidding Van God

En Pinehas, de zoon van den priester Eleazar, keerde wederom met de oversten van de kinderen van Ruben, en van de kinderen van Gad, uit het land Gilead, naar het land Kanaan, tot de kinderen Israel; en zij brachten hun antwoord weder;

Het antwoord nu was goed in de ogen van de kinderen Israels, en de kinderen Israels loofden God, en zeiden niet meer van tegen hen op te trekken met een heir, om het land te verderven, waarin de kinderen van Ruben en de kinderen van Gad woonden.

Ziet, ik heb u deze overige volken door het lot doen toevallen, ten erfdeel voor uw stammen, van de Jordaan af, met al de volken, die ik uitgeroeid heb, en tot de grote zee, tegen den ondergang der zon.

VersbegrippenMiddellandse Zee

Want zo gij enigszins afkeert, en het overige van deze volken aanhangt, van deze, die bij u overgebleven zijn, en u met hen verzwagert, en gij tot hen zult ingaan, en zij tot u;

VersbegrippenVastklampen Aan MensenOverlevenden Van NatiesRelaties Met VreemdelingenGemengde Huwelijken

Als Ik uw vaders uit Egypte gevoerd had, zo kwaamt gij aan de zee, en de Egyptenaars jaagden uw vaderen na met wagens en met ruiters, tot de Schelfzee.

VersbegrippenHandelingen Van Vrijheid In OTNaar De Rode Zee Komen

Alzo maakt Jozua op dienzelven dag een verbond met het volk; en hij stelde het hun tot een inzetting en recht te Sichem.

Public domain