'Namelijk' in de Bijbel
Daarna zult gij uw broeder Aaron, en zijn zonen met hem, tot u doen naderen uit het midden der kinderen Israels, om Mij het priesterambt te bedienen: namelijk Aaron, Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar, de zonen van Aaron.
En gij zult hen met den gordel omgorden, namelijk Aaron en zijn zonen; en gij zult hun de mutsen opbinden, opdat zij het priesterambt hebben tot een eeuwige inzetting. Voorts zult gij de hand van Aaron vullen, en de hand zijner zonen.
Gij nu, neem u de voornaamste specerijen, de zuiverste mirre, vijfhonderd sikkels, en specerijkaneel, half zoveel namelijk tweehonderd en vijftig sikkels, ook specerijkalmus, tweehonderd en vijftig sikkels;
En Ik heb hem vervuld met den Geest Gods, met wijsheid, en met verstand, en met wetenschap, namelijk in alle handwerk;
Namelijk de tent der samenkomst, en de ark der getuigenis, en het verzoendeksel, dat daarop zal zijn, en al het gereedschap der tent;
En de Geest Gods heeft hem vervuld met wijsheid, met verstand, en met wetenschap, namelijk in alle handwerk;
Een beka voor elk hoofd, dat is een halve sikkel, naar den sikkel des heiligdoms, van een ieder, die overging tot de getelden, van twintig jaren oud en daarboven, namelijk zeshonderd drie duizend, vijfhonderd vijftig.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Mattheüs (7)
- Markus (7)
- Lukas (12)
- Johannes (12)
- Handelingen (14)
- Romeinen (17)
- 1 Corinthiërs (5)
- 2 Corinthiër (6)
- Galaten (2)
- Efeziërs (6)
- Filippenzen (2)
- Colossenzen (7)
- 1 Thessalonicenzen (1)
- 1 Timotheüs (1)
- Titus (1)
- Filémon (2)
- Hebreeën (6)
- Jakobus (1)
- 1 Petrus (3)
- 1 Johannes (10)
- 2 Johannes (1)
- Openbaring (11)