'Namelijk' in de Bijbel
Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven;
Filippus vond Nathanael en zeide tot hem: Wij hebben Dien gevonden, van Welken Mozes in de wet geschreven heeft, en de profeten, namelijk Jezus, den zoon van Jozef, van Nazareth.
En niemand is opgevaren in den hemel, dan Die uit den hemel nedergekomen is, namelijk de Zoon des mensen, Die in de hemel is.
Een van Zijn discipelen, namelijk Andreas, de broeder van Simon Petrus, zeide tot Hem:
En het feest der Joden, namelijk de loof huttenzetting, was nabij.
Gij doet de werken uws vaders. Zij zeiden dan tot Hem: Wij zijn niet geboren uit hoererij; wij hebben een Vader, namelijk God.
Zij brachten hem tot de Farizeen, hem namelijk, die te voren blind geweest was.
En een uit hen, namelijk Kajafas, die deszelven jaars hogepriester was, zeide tot hen: Gij verstaat niets;
Zo zeide dan een van Zijn discipelen, namelijk Judas, Simons zoon, Iskariot, die Hem verraden zou:
Namelijk den Geest der waarheid, Welken de wereld niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent Hem niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft bij ulieden, en zal in u zijn.
Maar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Dien Ik u zenden zal van den Vader, namelijk de Geest der waarheid, Die van den Vader uitgaat, Die zal van Mij getuigen.
Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Mattheüs (7)
- Markus (7)
- Lukas (12)
- Johannes (12)
- Handelingen (14)
- Romeinen (17)
- 1 Corinthiërs (5)
- 2 Corinthiër (6)
- Galaten (2)
- Efeziërs (6)
- Filippenzen (2)
- Colossenzen (7)
- 1 Thessalonicenzen (1)
- 1 Timotheüs (1)
- Titus (1)
- Filémon (2)
- Hebreeën (6)
- Jakobus (1)
- 1 Petrus (3)
- 1 Johannes (10)
- 2 Johannes (1)
- Openbaring (11)