'Verstand' in de Bijbel
In de stokouden is de wijsheid, en in de langheid der dagen het verstand.
Want hun hart hebt Gij van kloek verstand verborgen; daarom zult Gij hen niet verhogen.
Ik heb aangehoord een bestraffing, die mij schande aandoet; maar de geest zal uit mijn verstand voor mij antwoorden.
Door Zijn kracht klieft Hij de zee, en door Zijn verstand verslaat Hij haar verheffing.
Maar tot den mens heeft Hij gezegd: Zie, de vreze des HEEREN is de wijsheid, en van het kwade te wijken is het verstand.
Daarom, gij, lieden van verstand, hoort naar mij: Verre zij God van goddeloosheid, en de Almachtige van onrecht!
Zo er dan verstand bij u is, hoor dit; neig de oren tot de stem mijner woorden.
De lieden van verstand zullen met mij zeggen, en een wijs man zal naar mij horen;
Dat Job niet met wetenschap gesproken heeft, en zijn woorden niet met kloek verstand geweest zijn.
Waar waart gij, toen Ik de aarde grondde? Geef het te kennen, indien gij kloek van verstand zijt.
Zijt gij met uw verstand gekomen tot aan de breedte der aarde? Geef het te kennen, indien gij dit alles weet.
Wie heeft de wijsheid in het binnenste gezet? Of wie heeft den zin het verstand gegeven?
Vliegt de sperwer door uw verstand, en breidt hij zijn vleugelen uit naar het zuiden?