6 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Weg' in de Bijbel

En zij voerden hun vee gevankelijk weg; van hun kemelen vijftig duizend, en tweehonderd en vijftig duizend schapen, en twee duizend ezelen, en honderd duizend zielen der mensen.

VersbegrippenVeeVee HoudenTweeduizendVijftig Tot Negentig DuizendHonderdduizend En MeerTweehonderd Duizend En Meer

Zo verwekte de God Israels den geest van Pul, den koning van Assyrie, en den geest van Tiglath-Pilneser, den koning van Assyrie, die voerde hen gevankelijk weg, te weten de Rubenieten, en de Gadieten, en den halven stam van Manasse; en hij bracht hen te Halah, en Habor, en Hara, en aan de rivier Gozan, tot op dezen dag.

VersbegrippenBallingschap In AssyriëVerbanning van Israël naar Assyrië

En Naaman, en Ahia, en Gera; dezen voerde hij weg; en hij gewon Uzza en Ahihud.

VersbegrippenMensen Verbannen

Toen zeide David tot God: Ik heb zeer gezondigd, dat ik deze zaak gedaan heb; maar neem toch nu de misdaad Uws knechts weg, want ik heb zeer zottelijk gehandeld.

VersbegrippenKenmerken Van DwazenVoorbeelden Van DwaasheidBedelaarsMenselijke Aspecten Van SchuldSpijtVoorbeelden Van BerouwDienstbaarheid In Het Leven Van GelovigenDwaze Mensen

Suppim en Hosa tegen het westen, met de poort Schallechet, bij den opgaanden hogen weg, wacht tegenover wacht.

VersbegrippenGenoemde PoortenDe Westelijke Kant

Aan Parbar tegen het westen waren er vier bij den hogen weg, twee bij Parbar.

VersbegrippenDubbelzinnigheidVier MensenDe Westelijke Kant

Public domain