98 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Woord' in de Bijbel

Tot welken het woord des HEEREN geschiedde, in de dagen van Josia, zoon van Amon, koning van Juda, in het dertiende jaar zijner regering.

VersbegrippenMenselijke En Goddelijke HeerschappijVoorspelling, Inspiratie In OTTijden Van Mensen

Het woord des HEEREN dan geschiedde tot mij, zeggende:

Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: Wat ziet gij, Jeremia? En ik zeide: Ik zie een amandelroede.

VersbegrippenAmandelenSoorten TakkenAmandelbomenKijken En ZienKookpot

En de HEERE zeide tot mij: Gij hebt wel gezien; want Ik zal wakker zijn over Mijn woord, om dat te doen.

VersbegrippenGod Houdt De WachtGod Besteedt AandachtVervullingUitvoering

En des HEEREN woord geschiedde ten tweeden male tot mij, zeggende: Wat ziet gij? En ik zeide: Ik zie een ziedenden pot, welks voorste deel tegen het noorden is.

VersbegrippenGericht Naar Het NoordenVanuit Het NoordenHete ZakenKijken En ZienPotten Om Te Koken En Te EtenKokenKookpot

En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende:

Hoort des HEEREN woord, gij huis van Jakob, en alle geslachten van het huis Israels!

VersbegrippenHorenWoord Van God

O geslacht, aanmerkt toch gijlieden des HEEREN woord! Ben Ik Israel een woestijn geweest, of een land der uiterste donkerheid? Waarom zegt dan Mijn volk: Wij zijn heren, wij zullen niet meer tot U komen?

VersbegrippenGeneratiesOntrouw Aan GodTot God KomenWoestijen, Figuurlijk gebruikGod Niet Zoeken

Ja, die profeten zullen tot wind worden, want het woord is niet bij hen; hun zelven zal zo geschieden.

VersbegrippenWindWoord Van GodAfgewezen VoorspellingProfeten

Daarom zegt de HEERE, de God der heirscharen, alzo, omdat gijlieden dit woord spreekt: Ziet, Ik zal Mijn woorden in uw mond tot vuur maken, en dit volk tot hout, en het zal hen verteren.

VersbegrippenSoldatenVuur Van Gods WoordHet Woord Spreken Dat God Geschonken HeeftPratenDe Kracht Van WoordenMensen

Tot wie zal ik spreken en betuigen, dat zij het horen? Ziet, hun oor is onbesneden, dat zij niet kunnen toeluisteren; ziet, het woord des HEEREN is hun tot een smaad, zij hebben geen lust daartoe.

VersbegrippenOvertuigenDoofheidHorenOnverschilligheidOvertredingPlezierAfwijzing Van GodAfwijzing Van Gods WoordWoord Van GodSpirituele DoofheidGods Wereld AfwijzenWeigeren Om Te HorenGetuige Zijn Van

Het woord, dat tot Jeremia geschied is, van den HEERE, zeggende:

VersbegrippenWoord Van GodHet Woord Spreken Dat God Geschonken Heeft

Sta in de poort van des HEEREN huis, en roep aldaar dit woord uit, en zeg: Hoort des HEEREN woord, o gans Juda! gij, die door deze poorten ingaat, om den HEERE aan te bidden.

VersbegrippenHorenVoorspelling, Methodes In OTAanvaardbare Houdingen Van AanbiddingIn De Poort Staan

Hoort dan des HEEREN woord, gij vrouwen! en uw oor ontvange het woord Zijns monds, en leert uw dochters weeklagen, en elke een haar metgezellin klaagliederen.

VersbegrippenMensen Die OnderwijzenWerkende VrouwenEen Vrouw Van God ZijnHet Vrouw Zijn

Hoort het woord, dat de HEERE tot ulieden spreekt, o huis Israels!

Het woord, dat tot Jeremia geschied is, van den HEERE, zeggende:

VersbegrippenHet Woord Spreken Dat God Geschonken Heeft

En ik kocht een gordel naar het woord des HEEREN, en ik deed dien aan mijn lenden.

Toen geschiedde des HEEREN woord ten tweeden male tot mij, zeggende:

VersbegrippenOpnieuw Praten

Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:

Daarom zeg dit woord tot hen: Zo zegt de HEERE, de God Israels: Alle flessen zullen met wijn gevuld worden. Dan zullen zij tot u zeggen: Weten wij niet zeer wel, dat alle flessen met wijn gevuld zullen worden?

VersbegrippenWijn In OvervloedMensen Met Algemene Kennis

Het woord des HEEREN, dat tot Jeremia geschied is, over de zaken der grote droogte.

VersbegrippenWoord Van God

Daarom zult gij dit woord tot hen zeggen: Mijn ogen zullen van tranen nederdalen nacht en dag, en niet ophouden; want de jonkvrouw der dochter Mijns volks is gebroken met een grote breuk, een plage, die zeer smartelijk is.

VersbegrippenDochtersDag En Nacht Gekweld ZijnNachtIk Rouw Over Castrafore

Als Uw woorden gevonden zijn, zo heb ik ze opgegeten, en Uw woord is mij geweest tot vreugde en tot blijdschap mijns harten; want ik ben naar Uw Naam genoemd, o HEERE, God der heirscharen!

VersbegrippenDe Juiste Vormen Van GenotBlijdschapVreugde Als Menselijke ErvaringPlezierStudieSmaakBijbel In Het Christelijk LevenMemoriseren Van De BijbelHet Ontvangen Van Gods WoordVreugde In Gods WoordGeroepen In Gods NaamVreugde En Blijdschap

En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende:

VersbegrippenWoord Van God

En zeg tot hen: Hoort des HEEREN woord, gij koningen van Juda, en gans Juda, en alle inwoners van Jeruzalem, die door deze poorten ingaat!

Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, zeggende:

Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:

Toen zeiden zij: Komt aan, laat ons gedachten tegen Jeremia denken; want de wet zal niet vergaan van den priester, noch de raad van den wijze, noch het woord van den profeet; komt aan, en laat ons hem slaan met de tong, en laat ons niet luisteren naar enige zijner woorden!

VersbegrippenAfwijzen Van Goed AdviesRaadgeversPlannenDe Wet BestuderenHet Werk Van De WijzenDe Raad Van De MensDe tongWijsheid En LeidingVerloren ZijnGods Plan Voor OnsGeruchten

En zeg: Hoort des HEEREN woord, gij koningen van Juda en inwoners van Jeruzalem! Alzo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Ziet, Ik zal een kwaad brengen over deze plaats, van hetwelk een ieder, die het hoort, zijn oren klinken zullen;

VersbegrippenBevende TroepenGod Zal Kwaad BrengenKoningen Van Juda

Want sinds ik spreke, roep ik uit, ik roep geweld en verstoring; omdat mij des HEEREN woord den gansen dag tot smaad en tot schimp is.

VersbegrippenKritiek Over GelovigenAfwijzing Van GodAfwijzing Van Gods WoordGods Wereld AfwijzenGrappen Maken

Het woord, dat van den HEERE geschied is tot Jeremia, als koning Zekekia tot hem zond Pashur, den zoon van Malchia, en Zefanja, den zoon van Maaseja, den priester, zeggende:

En aangaande het huis des konings van Juda, hoort des HEEREN woord.

Alzo zegt de HEERE: Ga af in het huis des konings van Juda, en spreek aldaar dit woord.

VersbegrippenKoninklijke HuizenKoningen Van Juda

En zeg: Hoor het woord des HEEREN, gij koning van Juda, gij, die zit op Davids troon, gij, en uw knechten, en uw volk, die door deze poorten ingaan!

VersbegrippenTroonDe Dynastie Van David

Want wie heeft in des HEEREN raad gestaan, en Zijn woord gezien of gehoord? Wie heeft Zijn woord aangemerkt en gehoord?

VersbegrippenWoord Van GodAandacht Aan God Besteden

De profeet, bij welken een droom is, die vertelle den droom; en bij welken Mijn woord is, die spreke Mijn woord waarachtiglijk; wat heeft het stro met het koren te doen? spreekt de HEERE.

VersbegrippenAbsolute WaarheidTrouw In Menselijke RelatiesStroKafMisleidende DromenNiet Verwante DingenSpreken Als Van God

Is Mijn woord niet alzo, als een vuur? spreekt de HEERE, en als een hamer, die een steenrots te morzel slaat?

VersbegrippenGereedschapTimmergereedschapHamersRotsen SplijtenVuur Van Gods WoordHet Woord Van GodVerplettert

Maar des HEEREN last zult gij niet meer gedenken; want een iegelijk zal zijn eigen woord een last zijn, dewijl gij verkeert de woorden van den levenden God, den HEERE der heirscharen, onzen God.

VersbegrippenGod, Levend En Zelfvoorzienend

Maar dewijl gij zegt: Des HEEREN last; daarom, zo zegt de HEERE: Omdat gij dit woord zegt: Des HEEREN last, daar Ik tot u gezonden heb, zeggende: Gij zult niet zeggen: Des HEEREN last;

Toen geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:

Het woord, dat tot Jeremia geschied is over het ganse volk van Juda, in het vierde jaar van Jojakim, zoon van Josia, koning van Juda (dit was het eerste jaar van Nebukadrezar, koning van Babel);

VersbegrippenKoningen Van Juda

Van het dertiende jaar van Josia, den zoon van Amon, den koning van Juda, tot op dezen dag toe (dit is het drie en twintigste jaar) is het woord des HEEREN tot mij geschied; en ik heb tot ulieden gesproken, vroeg op zijnde en sprekende, maar gij hebt niet gehoord.

VersbegrippenLuisterenWoord Van God20 Tot 30 JaarZij Die Vroeg OpstondenHerhaaldelijk Zeggen

In het begin des koninkrijks van Jojakim, den zoon van Josia, koning van Juda, geschiedde dit woord van den HEERE, zeggende:

Zo zegt de HEERE: Sta in het voorhof van het huis des HEEREN, en spreek tot alle steden van Juda, die komen om aan te bidden in het huis des HEEREN, al de woorden, die Ik u geboden heb tot hen te spreken, doe er niet een woord af.

VersbegrippenBinnenplaatsGeboden in OTHet Schrift Is VoldoendeWegtrekken Van God

In het begin des koninkrijks van Jojakim, zoon van Josia, koning van Juda, geschiedde dit woord tot Jeremia, van den HEERE, zeggende:

VersbegrippenJaren Van Zedekia

Maar zo zij profeten zijn, en zo des HEEREN woord bij hen is, laat hen nu bij den HEERE der heirscharen voorbidden, opdat de vaten, die in het huis des HEEREN, en in het huis des konings van Juda, en te Jeruzalem zijn overgebleven, niet naar Babel komen.

VersbegrippenBezittingen Naar Babylon BrengenWoord Van GodOngelovige ProfetenProfeten

Maar hoor nu dit woord, dat ik spreek voor uw oren, en voor de oren des gansen volks:

De profeet, die geprofeteerd zal hebben van vrede, als het woord van dien profeet komt, dan zal die profeet bekend worden, dat hem de HEERE in der waarheid gezonden heeft.

VersbegrippenVoorspelling, Inspiratie In OTGods Zaken OnderscheidenGeen Vrede

Doch des HEEREN woord geschiedde tot Jeremia (nadat de profeet Hananja het juk van den hals van den profeet Jeremia verbroken had), zeggende:

Want zo zegt de HEERE: Zekerlijk, als zeventig jaren te Babel zullen vervuld zijn, zal Ik ulieden bezoeken, en Ik zal Mijn goed woord over u verwekken, u wederbrengende tot deze plaats.

VersbegrippenDe Goedheid Van GodDe Trouw Van GodProfetieën Van BabylonRijkenVervulde Voorspelling In OTDe Rol Van ProfetenBetrouwbaarheidZeventig70 Tot 80 JaarBelofte Van Terugkeer

Gij dan, hoort des HEEREN woord, gij allen, die gevankelijk zijt weggevoerd, die Ik van Jeruzalem naar Babel heb weggezonden!

Omdat zij een dwaasheid deden in Israel, en overspel bedreven met de vrouwen hunner naasten, en spraken het woord valselijk in Mijn Naam, dat Ik hun niet geboden had; en Ik ben Degene, Die het weet, en een getuige daarvan, spreekt de HEERE.

VersbegrippenVoorbeelden Van OverspelVoorbeelden Van Sexuele ImmoraliteitDe Getuige Van GodOngelovige Profeten

Daarom geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, zeggende:

Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, zeggende:

Hoort des HEEREN woord, gij heidenen! en verkondigt in de eilanden, die verre zijn, en zegt: Hij, Die Israel verstrooid heeft, zal hem weder vergaderen, en hem bewaren als een herder zijn kudde.

VersbegrippenGod Als HerderDe VerspreidingEilandenMensen Van God In OTHerders Als Koningen En LeidersHerder Als BeroepChristus En Zijn SchapenSamenkomen Israël

Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Dit woord zullen zij nog zeggen in het land van Juda, en in zijn steden, als Ik hun gevangenis wenden zal: De HEERE zegene u, gij woning der gerechtigheid, gij berg der heiligheid!

VersbegrippenZegeningen Voor IsraëlRechtvaardige MensenMag God Zegenen!

Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, in het tiende jaar van Zedekia, koning van Juda; dit jaar was het achttiende jaar van Nebukadrezar.

VersbegrippenJaren Van Zedekia

Jeremia dan zeide: Des HEEREN woord is tot mij geschied, zeggende:

Alzo kwam Hanameel, mijns ooms zoon, naar des HEEREN woord, tot mij, in het voorhof der bewaring, en zeide tot mij: Koop toch mijn veld, hetwelk is bij Anathoth, dat in het land van Benjamin is; want gij hebt het erfrecht, en gij hebt de lossing, koop het voor u. Toen merkte ik, dat het des HEEREN woord was.

VersbegrippenOnderhandelingVerlossing In Het Dagelijks Leven

Toen geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, zeggende:

Voorts geschiedde des HEEREN woord ten tweeden male tot Jeremia, als hij nog in het voorhof der bewaring was opgesloten, zeggende:

VersbegrippenGevangenenVeilig SluitenOpnieuw Praten

Ziet, de dagen komen, spreekt de HEERE, dat Ik het goede woord verwekken zal, dat Ik tot het huis van Israel en over het huis van Juda gesproken heb.

VersbegrippenBeloftesVervulling

En des HEEREN woord geschiedde tot Jeremia, zeggende:

Voorts geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, zeggende:

Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE (als Nebukadrezar, koning van Babel, en zijn ganse heir, en alle koninkrijken der aarde, die onder de heerschappij zijner hand waren, en al de volken tegen Jeruzalem streden, en tegen al haar steden), zeggende:

VersbegrippenKoninkrijkenWerkelijke Aanvallen Op Jeruzalem

Maar hoor des HEEREN woord, o Zedekia, koning van Juda! zo zegt de HEERE van u: Gij zult door het zwaard niet sterven.

Gij zult sterven in vrede, en naar de brandingen van uw vaderen, de vorige koningen, die voor u geweest zijn, alzo zullen zij over u branden, en u beklagen, zeggende: Och heer! want Ik heb het woord gesproken, spreekt de HEERE.

VersbegrippenBegrafenissenCrematiePlechtighedenDood Van De GoddelozenDe Dood Van Anderen Berouwen

Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, nadat de koning Zedekia een verbond gemaakt had met het ganse volk, dat te Jeruzalem was, om vrijheid voor hen uit te roepen.

VersbegrippenVerbrekers Van VerbondBurgerlijke VrijheidVerbondsrelatiesVrijheid

Daarom geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, van den HEERE, zeggende:

Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, in de dagen van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, zeggende:

VersbegrippenTijden Van Mensen

Toen geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, zeggende:

Het gebeurde ook in het vierde jaar van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, dat dit woord tot Jeremia geschiedde van den HEERE, zeggende:

Toen geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, nadat de koning de rol en de woorden, die Baruch geschreven had uit den mond van Jeremia, verbrand had, zeggende:

Toen geschiedde des HEEREN woord tot den profeet Jeremia, zeggende:

Zo zond de koning Zedekia henen, en liet hem halen; en de koning vraagde hem in zijn huis, in het verborgen, en zeide: Is er ook een woord van den HEERE? En Jeremia zeide: Er is; en hij zeide: Gij zult in de hand des konings van Babel gegeven worden.

VersbegrippenPrivacyVerborgen InformatieGod Zal Nederlaag VeroorzakenGod Bevragen

Maar indien gij weigert uit te gaan, zo is dit het woord, dat de HEERE mij heeft doen zien;

VersbegrippenOvergave

Het woord des HEEREN was ook tot Jeremia geschied, als hij in het voorhof der bewaring besloten was, zeggende:

VersbegrippenBinnenplaatsGevangenen

Het woord, dat van den HEERE geschied is tot Jeremia, nadat Nebuzaradan, de overste der trawanten, hem had laten gaan van Rama; als hij hem had laten halen, daar hij met ketenen gebonden was in het midden aller gevangenen van Jeruzalem en Juda, die naar Babel gevankelijk werden weggevoerd.

VersbegrippenBallingschap van Juda naar BabylonMensen Die Bevrijd Worden Door Mensen

En de profeet Jeremia zeide tot hen: Ik heb het gehoord; ziet, ik zal tot den HEERE, uw God, bidden naar uw woorden; en het zal geschieden, het ganse woord, dat de HEERE u zal antwoorden, zal ik u bekend maken, ik zal u niet een woord onthouden.

VersbegrippenIk Bid Voor Jou

Toen zeiden zij tot Jeremia: De HEERE zij tussen ons tot een waarachtig en gewis Getuige: indien wij niet naar alle woord, met hetwelk u de HEERE, uw God, tot ons zal zenden, alzo zullen doen!

VersbegrippenDe Getuige Van God

En het gebeurde ten einde van tien dagen, dat des HEEREN woord tot Jeremia geschiedde.

VersbegrippenTien Of Meer DagenWachten Op De Heer

Nu dan, daarom hoort des HEEREN woord, gij overblijfsel van Juda! Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Indien gij ganselijk uw aangezichten zult stellen om in Egypte te gaan, en zult henen ingaan, om aldaar als vreemdelingen te verkeren;

Toen geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia te Tachpanhes, zeggende:

Het woord, dat tot Jeremia geschiedde aan al de Joden, die in Egypteland woonden, die te Migdol woonden, en te Tachpanhes, en te Nof, en in het land Pathros, zeggende:

VersbegrippenDe JodenJudaïsmeMemphis

Aangaande het woord, dat gij tot ons in des HEEREN Naam gesproken hebt, wij zullen naar u niet horen.

VersbegrippenKoppigheidEigen Wil

Voorts zeide Jeremia tot al het volk, en tot al de vrouwen: Hoort des HEEREN woord, gij gans Juda, die in Egypteland zijt!

Daarom hoort des HEEREN woord, gij gans Juda, die in Egypteland woont! Ziet, Ik zweer bij Mijn groten Naam, zegt de HEERE, zo Mijn Naam met den mond van enig man van Juda in gans Egypteland meer zal genoemd worden, die zegge: Zo waarachtig als de Heere HEERE leeft!

VersbegrippenVoorspelling, Methodes In OTGods Naam Ijdel Gebruiken

Maar die van het zwaard ontkomen, zullen uit Egypteland wederkeren in het land van Juda, weinig in getal; en het ganse overblijfsel van Juda, die in Egypteland gekomen zijn, om aldaar als vreemdelingen te verkeren, zullen weten, wiens woord bestaan zal, het Mijn of het hunne.

VersbegrippenWetenEnkele Mensen

Het woord, dat de profeet Jeremia gesproken heeft tot Baruch, den zoon van Nerija, als hij die woorden uit den mond van Jeremia in een boek schreef, in het vierde jaar van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, zeggende:

VersbegrippenVoorspelling, Methodes In OTBoeken Over Profetie

Het woord des HEEREN, dat tot den profeet Jeremia geschied is tegen de heidenen.

Het woord, dat de HEERE tot den profeet Jeremia sprak, van de aankomst van Nebukadrezar, den koning van Babel, om Egypteland te slaan.

VersbegrippenDe Rol Van ProfetenGenoemde Profeten Van De HeerHet Oordeel Van Babylon

Het woord des HEEREN, dat tot den profeet Jeremia geschiedde, tegen de Filistijnen; eer dat Farao Gaza sloeg.

VersbegrippenDe Rol Van ProfetenGenoemde Profeten Van De Heer

Het woord des HEEREN, dat tot den profeet Jeremia geschied is tegen Elam, in het begin des koninkrijks van Zedekia, den koning van Juda, zeggende:

VersbegrippenDe Rol Van ProfetenJaren Van Zedekia

Het woord, dat de HEERE gesproken heeft tegen Babel, tegen het land der Chaldeen, door den dienst van den profeet Jeremia.

VersbegrippenVeroordeling Van BabylonDe Rol Van ProfetenGenoemde Profeten Van De HeerHet Oordeel Van Babylon

Het woord, dat de profeet Jeremia beval aan Seraja, den zoon van Nerija, den zoon van Machseja, als hij van Zedekia, den koning van Juda, naar Babel toog, in het vierde jaar zijner regering; en Seraja was een vreemdzaam vorst.

VersbegrippenVerbannen KoningenJaren Van ZedekiaGenoemde Profeten Van De Heer

Public domain