'Zijns' in de Bijbel
Alzo die tot zijns naasten huisvrouw ingaat; al wie haar aanroert, zal niet onschuldig gehouden worden.
De HEERE bezat Mij in het beginsel Zijns wegs, voor Zijn werken, van toen aan.
Spelende in de wereld Zijns aardrijks, en Mijn vermakingen zijn met de mensenkinderen.
Een dwaas zal de tucht zijns vaders versmaden; maar die de bestraffing waarneemt, zal kloekzinniglijk handelen.
Een man heeft blijdschap in het antwoord zijns monds; en hoe goed is een woord op zijn tijd!
De HEERE heeft alles gewrocht om Zijns Zelfs wil; ja, ook den goddeloze tot den dag des kwaads.
Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.
Een trouw gezant is dengenen, die hem zenden, als de koude der sneeuw ten dage des oogstes; want hij verkwikt zijns heren ziel.
Ijzer scherpt men met ijzer; alzo scherpt een man het aangezicht zijns naasten.
Wie is ten hemel opgeklommen, en nedergedaald? Wie heeft den wind in Zijn vuisten verzameld? Wie heeft de wateren in een kleed gebonden? Wie heeft al de einden der aarde gesteld? Hoe is Zijn Naam, en hoe is de Naam Zijns Zoons, zo gij het weet?
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (41)
- Exodus (10)
- Leviticus (27)
- Numberi (5)
- Deuteronomium (17)
- Jozua (3)
- Richteren (12)
- 1 Samuël (14)
- 2 Samuël (12)
- 1 Koningen (16)
- 2 Koningen (17)
- 1 Kronieken (13)
- 2 Kronieken (21)
- Ezra (4)
- Nehemia (1)
- Esther (9)
- Job (15)
- Psalmen (36)
- Spreuken (10)
- Prediker (6)
- Hooglied (2)
- Jesaja (29)
- Jeremia (21)
- Klaagliederen (4)
- Ezechiël (8)
- Daniël (11)
- Hosea (2)
- Joël (1)
- Obadja (1)
- Jona (1)
- Micha (2)
- Nahum (1)
- Zefanja (1)
- Zacharia (3)