Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
En David verdeelde hen in verdelingen, naar de kinderen van Levi, Gerson, Kehath en Merari.
New American Standard Bible
David divided them into divisions according to the sons of Levi: Gershon, Kohath, and Merari.
Kruisreferenties
1 Kronieken 6:1
De kinderen van Levi waren Gerson, Kahath en Merari.
2 Kronieken 8:14
Hij stelde ook, naar de wijze zijns vaders Davids, de verdelingen der priesteren over hun dienst, en der Levieten over hun wachten, om God te prijzen, en voor de priesteren te dienen, naar den eis van elken dag; en de poortiers in hun verdelingen, aan elke poort; want alzo was het gebod van David, den man Gods.
1 Kronieken 6:16
Zo zijn dan de kinderen van Levi: Gerson, Kahath en Merari.
2 Kronieken 29:25
En hij stelde de Levieten in het huis des HEEREN, met cimbalen, met luiten en harpen, naar het gebod van David, en van Gad, den ziener des konings, en van Nathan, den profeet; want dit gebod was van de hand des HEEREN, door de hand Zijner profeten.
Ezra 6:18
En zij stelden de priesteren in hun onderscheidingen, en de Levieten in hun verdelingen, tot den dienst Gods, Die te Jeruzalem is, naar het voorschrift des boeks van Mozes.
Exodus 6:16-24
De zonen van Gerson: Libni en Simei, naar hun huisgezinnen.
Numberi 26:57-58
Dit zijn nu de getelden van Levi, naar hun geslachten: van Gerson het geslacht der Gersonieten; van Kohath het geslacht der Kohathieten; van Merari het geslacht der Merarieten.
1 Kronieken 24:1
Aangaande nu de kinderen van Aaron, dit waren hun verdelingen. De zonen van Aaron waren Nadab, en Abihu, Eleazar en Ithamar.
1 Kronieken 26:1
Aangaande de verdelingen der poortiers: van de Korahieten was Meselemja, de zoon van Kore, van de kinderen van Asaf.
2 Kronieken 31:2
En Hizkia bestelde de verdelingen der priesteren en der Levieten, naar hun verdelingen, een ieder naar zijn dienst, de priesteren en de Levieten tot het brandoffer en tot de dankofferen, om te dienen, en om te loven, en om te prijzen in de poort van de legers des HEEREN;
2 Kronieken 35:10
Alzo werd de dienst toebereid; en de priesteren stonden in hun standplaats, en de Levieten in hun verdelingen, naar het gebod des konings.