Job 19:10
Hij heeft mij rondom afgebroken, zodat ik henenga, en heeft mijn verwachting als een boom weggerukt.
Job 24:20
De baarmoeder vergeet hem, het gewormte is hem zoet, zijns wordt niet meer gedacht; en het onrecht wordt gebroken als een hout.
Job 1:13-19
Er was nu een dag, als zijn zonen en zijn dochteren aten, en wijn dronken in het huis van hun broeder, den eerstgeborene.
Job 2:7
Toen ging de satan uit van het aangezicht des HEEREN, en sloeg Job met boze zweren, van zijn voetzool af tot zijn schedel toe.
Job 6:11
Wat is mijn kracht, dat ik hopen zou? Of welk is mijn einde, dat ik mijn leven verlengen zou?
Job 7:6
Mijn dagen zijn lichter geweest dan een weversspoel, en zijn vergaan zonder verwachting.
Job 8:13-18
Alzo zijn de paden van allen, die God vergeten; en de verwachting des huichelaars zal vergaan.
Job 12:14
Ziet, Hij breekt af, en het zal niet herbouwd worden; Hij besluit iemand, en er zal niet opengedaan worden.
Job 17:11
Mijn dagen zijn voorbijgegaan; uitgerukt zijn mijn gedachten, de bezittingen mijns harten.
Job 17:15
Waar zou dan nu mijn verwachting wezen? Ja, mijn verwachting, wie zal ze aanschouwen?
Psalmen 37:35-36
Resch. Ik heb gezien een gewelddrijvende goddeloze, die zich uitbreidde als een groene inlandse boom.
Psalmen 88:13-18
Maar ik, HEERE! roep tot U, en mijn gebed komt U voor in den morgenstond.
Psalmen 102:11
Mijn dagen zijn als een afgaande schaduw, en ik verdor als gras.
Klaagliederen 2:5-6
He. De Heere is geworden als een vijand; Hij heeft Israel verslonden, Hij heeft al haar paleizen verslonden. Hij heeft deszelfs vastigheden verdorven; en Hij heeft bij de dochter van Juda het klagen en kermen vermenigvuldigd.
2 Corinthiër 4:8-9
Als die in alles verdrukt worden, doch niet benauwd; twijfelmoedig, doch niet mismoedig;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd