Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Want in hun mond is niets rechts, hun binnenste is enkel verderving, hun keel is een open graf, met hun tong vleien zij.
New American Standard Bible
There is nothing reliable in what they say; Their inward part is destruction itself Their throat is an open grave; They flatter with their tongue.
Onderwerpen
Kruisreferenties
Romeinen 3:13
Hun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen.
Psalmen 62:4
Zij raadslagen slechts, om hem van zijn hoogheid te verstoten; zij hebben behagen in leugen; met hun mond zegenen zij; maar met hun binnenste vloeken zij. Sela.
Psalmen 52:2
Uw tong denkt enkel schade als een geslepen scheermes, werkende bedrog.
Lukas 11:44
Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij zijt gelijk de graven, die niet openbaar zijn, en de mensen, die daarover wandelen, weten het niet.
Job 32:21-22
Och, dat ik niemands aangezicht aanneme, en tot den mens geen bijnamen gebruike!
Psalmen 12:2-3
Zij spreken valsheid, een ieder met zijn naaste, met vleiende lippen; zij spreken met een dubbel hart.
Psalmen 36:1-4
Een psalm van David, den knecht des HEEREN, voor den opperzangmeester. (1a) De overtreding des goddelozen spreekt in het binnenste van mijn hart: Er is geen vreze Gods voor zijn ogen.
Psalmen 51:6
Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend.
Psalmen 58:2-3
Ja, gij werkt ongerechtigheden in het hart; gij weegt het geweld uwer handen op de aarde.
Psalmen 62:9
Immers zijn de gemene lieden ijdelheid, de grote lieden zijn leugen; in de weegschaal opgewogen, zouden zij samen lichter zijn dan de ijdelheid.
Psalmen 64:6
Zij doorzoeken allerlei schalkheid; ten uiterste doorzoeken zij, wat te doorzoeken is; zelfs het binnenste eens mans, en het diepe hart.
Psalmen 111:1-3
Hallelujah! Aleph. Ik zal den HEERE loven van ganser harte; Beth. In den raad en vergadering der oprechten.
Spreuken 29:5
Een man, die zijn naaste vleit, spreidt een net uit voor deszelfs gangen.
Jeremia 4:14
Was uw hart van boosheid, o Jeruzalem! opdat gij behouden wordt; hoe lang zult gij de gedachten uwer ijdelheid in het binnenste van u laten vernachten?
Jeremia 9:3-6
En zij spannen hun tong als hun boog tot leugen; zij worden geweldig in het land, doch niet tot waarheid; want zij gaan voort van boosheid tot boosheid, maar Mij kennen zij niet, spreekt de HEERE.
Jeremia 17:9
Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja, dodelijk is het, wie zal het kennen?
Micha 6:12
Dewijl haar rijke lieden vol zijn van geweld, en haar inwoners leugen spreken, en haar tong bedriegelijk is in haar mond;
Markus 7:21-22
Want van binnen uit het hart der mensen komen voort kwade gedachten, overspelen, hoererijen, doodslagen,
Lukas 11:39
En de Heere zeide tot hem: Nu gij Farizeen, gij reinigt het buitenste des drinkbekers en des schotels; maar het binnenste van u is vol van roof en boosheid.
Romeinen 1:29-31
Vervuld zijnde met alle ongerechtigheid, hoererij, boosheid, gierigheid, kwaadheid, vol van nijdigheid, moord, twist, bedrog, kwaadaardigheid;
1 Thessalonicenzen 2:5
Want wij hebben nooit met pluimstrijkende woorden omgegaan, gelijk gij weet, noch met enig bedeksel van gierigheid; God is Getuige!