Psalmen 55:4
Mijn hart smart in het binnenste van mij, en verschrikkingen des doods zijn op mij gevallen.
Psalmen 116:3
De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis.
Psalmen 18:4-5
Banden des doods hadden mij omvangen, en beken Belials verschrikten mij.
Psalmen 6:3
Ja, mijn ziel is zeer verschrikt; en Gij, HEERE, hoe lange?
Psalmen 69:20
De versmaadheid heeft mijn hart gebroken, en ik ben zeer zwak; en ik heb gewacht naar medelijden, maar er is geen; en naar vertroosters, maar heb ze niet gevonden.
Psalmen 88:3
Want mijn ziel is der tegenheden zat, en mijn leven raakt tot aan het graf.
Psalmen 102:3-5
Want mijn dagen zijn vergaan als rook, en mijn gebeenten zijn uitgebrand als een haard.
Jesaja 38:10-13
Ik zeide: Vanwege de afsnijding mijner dagen, zal ik tot de poorten des grafs heengaan, ik word beroofd van het overige mijner jaren.
Mattheüs 26:37-38
En met Zich nemende Petrus, en de twee zonen van Zebedeus, begon Hij droevig en zeer beangst te worden.
Markus 14:33-34
En Hij nam met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, en begon verbaasd en zeer beangst te worden;
Johannes 12:27
Nu is Mijn ziel ontroerd; en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit deze ure! Maar hierom ben Ik in deze ure gekomen.
2 Corinthiër 1:8-10
Want wij willen niet, broeders, dat gij onwetende zijt van onze verdrukking, die ons in Azie overkomen is, dat wij uitnemend zeer bezwaard zijn geweest boven onze macht, alzo dat wij zeer in twijfel waren, ook van het leven.
Hebreeën 5:7
Die in de dagen Zijns vleses, gebeden en smekingen tot Dengene, Die Hem uit den dood kon verlossen, met sterke roeping en tranen geofferd hebbende, en verhoord zijnde uit de vreze.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd