Psalmen 7:15
Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven, maar hij is gevallen in de groeve, die hij gemaakt heeft.
Job 4:8
Maar gelijk als ik gezien heb: die ondeugd ploegen, en moeite zaaien, maaien dezelve.
Psalmen 119:85
De hovaardigen hebben mij putten gegraven, hetwelk niet is naar Uw wet.
Spreuken 26:27
Die een kuil graaft, zal er in vallen, en die een steen wentelt, op hem zal hij wederkeren.
Esther 7:10
Alzo hingen zij Haman aan de galg, die hij voor Mordechai had doen bereiden; en de grimmigheid des konings werd gestild.
Job 6:27
Ook werpt gij u op een wees; en gij graaft tegen uw vriend.
Psalmen 9:15-16
De heidenen zijn gezonken in de groeve, die zij gemaakt hadden; hunlieder voet is gevangen in het net, dat zij verborgen hadden.
Psalmen 10:2
De goddeloze vervolgt hittiglijk in hoogmoed de ellendige; laat hen gegrepen worden in de aanslagen, die zij bedacht hebben.
Psalmen 35:7-8
Want zij hebben zonder oorzaak de groeve van hun net voor mij verborgen; zij hebben zonder oorzaak gegraven voor mijn ziel.
Psalmen 57:6
Zij hebben een net bereid voor mijn gangen, mijn ziel was nedergebukt; zij hebben een kuil voor mijn aangezicht gegraven; zij zijn er midden in gevallen. Sela.
Psalmen 94:13
Om hem rust te geven van de kwade dagen; totdat de kuil voor den goddeloze gegraven wordt.
Psalmen 140:9-10
Aangaande het hoofd dergenen, die mij omringen, de overlast hunner lippen overdekke hen.
Psalmen 141:10
Dat de goddelozen elk in zijn garen vallen, te zamen, totdat ik zal zijn voorbijgegaan.
Spreuken 5:22
Den goddeloze zullen zijn ongerechtigheden vangen, en met de banden zijner zonden zal hij vastgehouden worden.
Prediker 10:8-9
Wie een kuil graaft, zal daarin vallen; en wie een muur doorbreekt, een slang zal hem bijten.
Jeremia 18:20
Zal dan kwaad voor goed vergolden worden? want zij hebben mijn ziel een kuil gegraven; gedenk, dat ik voor Uw aangezicht gestaan heb, om goed voor hen te spreken, om Uw grimmigheid van hen af te wenden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd