Spreuken 13:14
Des wijzen leer is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods.
Spreuken 10:11
De mond des rechtvaardigen is een springader des levens; maar het geweld bedekt den mond der goddelozen.
Spreuken 14:27
De vreze des HEEREN is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods.
Psalmen 18:5
Banden der hel omringden mij, strikken des doods bejegenden mij.
2 Samuël 22:6-7
Banden der hel omringden mij; strikken des doods bejegenden mij.
Psalmen 116:3
De banden des doods hadden mij omvangen, en de angsten der hel hadden mij getroffen; ik vond benauwdheid en droefenis.
Spreuken 9:11
Want door Mij zullen uw dagen vermenigvuldigen, en de jaren des levens zullen u toegedaan worden.
Spreuken 15:24
De weg des levens is den verstandige naar boven; opdat hij afwijke van de hel, beneden.
Spreuken 16:6
Door goedertierenheid en trouw wordt de misdaad verzoend; en door de vreze des HEEREN wijkt men af van het kwade.
Spreuken 16:17
De baan der oprechten is van het kwaad af te wijken; hij behoedt zijn ziel, die zijn weg bewaart.
Spreuken 16:22
Het verstand dergenen, die het bezitten, is een springader des levens; maar de tucht der dwazen is dwaasheid.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd