Meest Populaire Bijbelverzen in Jona

Jona Rang:

1
VersbegrippenVoorspelling, Inspiratie In OTLevens Van ProfetenWoord Van GodJona

En het woord des HEEREN geschiedde tot Jona, den zoon van Amitthai, zeggende:

2
VersbegrippenStormenGods Heerschap Over Het WeerWindGod Verstrekt WindGebroken DingenOrkanenZeilenJonaGod Controleert Stormen

Maar de HEERE wierp een groten wind op de zee; en er werd een grote storm in de zee, zodat het schip dacht te breken.

3
VersbegrippenOntvangen Van Gods BegeleidingLoten UitschrijvenWie Is De Uitverkorene?Waarom Gebeurt Dit?

Voorts zeiden zij, een ieder tot zijn metgezel: Komt, en laat ons loten werpen, opdat wij mogen weten, om wiens wil ons dit kwaad overkomt. Alzo wierpen zij loten, en het lot viel op Jona.

4
VersbegrippenLafheidAngst Voor Het OnbekendeVluchten Van GodWat Doe Jij?De Feiten KennenBang ZijnDe Aanwezigheid Van GodZeilenJona

Toen vreesden die mannen met grote vreze, en zeiden tot hem: Wat hebt gij dit gedaan? Want de mannen wisten, dat hij van des HEEREN aangezicht vlood; want hij had het hun te kennen gegeven.

5
VersbegrippenStilleggenZijn/Haar Werk DoenDe Zee Gekalmeerd

Voorts zeiden zij tot hem: Wat zullen wij u doen, opdat de zee stil worde van ons? Want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger.

6
VersbegrippenKapiteinenNiet StervenDe Dood AfgewendZal God Aandacht Besteden?Zijn Eigen Goden Dienen

En de opperschipper naderde tot hem, en zeide tot hem: Wat is u, gij hardslapende? Sta op, roep tot uw God, misschien zal die God aan ons gedenken, dat wij niet vergaan.

7
VersbegrippenMariniersOorzaken Van DepressieAngst Veroorzaakt DoorHandelswaarOpgewektheidAngst Voor Andere DingenVerkeerd BiddenZijn Eigen Goden DienenZenuwachtigheidZeilenJona

Toen vreesden de zeelieden, en riepen een iegelijk tot zijn god, en wierpen de vaten, die in het schip waren, in de zee, om het van dezelve te verlichten; maar Jona was nedergegaan aan de zijden van het schip, en lag neder, en was met een diepen slaap bevangen.

8
VersbegrippenNatuurSchepping Van De ZeeënSchepping Van De AardeIndividuen Die God VrezenJona

En hij zeide tot hen: Ik ben een Hebreer; en ik vreze den HEERE, den God des hemels, Die de zee en het droge gemaakt heeft.

9
VersbegrippenGods Actie In Het Menselijk LevenVissenHet DierenrijkTypes Van ChristusGod Die Anderen BenoemtDrie Dagen En Drie NachtenOngelukDagenVoorbereidingVisGeloofwaardigheidJona

De HEERE nu beschikte een groten vis, om Jona in te slokken; en Jona was in het ingewand van den vis, drie dagen en drie nachten.

10
VersbegrippenFoutenStilleggenMensen WerpenIn Het Hart Van De ZeeMensen Die Levende Mensen DragenWaarom Het GebeurdeSpringenJona

En hij zeide tot hen: Neemt mij op, en werpt mij in de zee, zo zal de zee stil worden van ulieden; want ik weet, dat deze grote storm ulieden om mijnentwil over komt.

11
VersbegrippenLeren Over OnschuldOnschuldig BloedNiet StervenDe Dood AfgewendLeven En DoodJona

Toen riepen zij tot den HEERE, en zeiden: Och HEERE! laat ons toch niet vergaan om dezes mans ziel, en leg geen onschuldig bloed op ons; want Gij, HEERE! hebt gedaan, gelijk als het U heeft behaagd.

12
VersbegrippenWie Is De Uitverkorene?Waar Vandaan?Waarom Gebeurt Dit?Jona

Toen zeiden zij tot hem: Verklaar ons nu, om wiens wil ons dit kwaad overkomt. Wat is uw werk en van waar komt gij? Welk is uw land en van welk volk zijt gij?

13
VersbegrippenVoortbewegingRoeienJona

Maar de mannen roeiden, om het schip weder te brengen aan het droge, doch zij konden niet; want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger tegen hen.

14
VersbegrippenChaosMenselijk HartMonotonieErnstige AandoeningenMensen WerpenZinkenIn Het Hart Van De ZeeOverstroomdDiepe ZeeënWatervallen

Want Gij hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der zeeen, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij henen.

15
VersbegrippenBedektAsGewadenTroonBuitenkledijMensen Die StrippenAs Van VernederingJona

Want dit woord geraakte tot den koning van Nineve, en hij stond op van zijn troon, en deed zijn heerlijk overkleed van zich; en hij bedekte zich met een zak, en zat neder in de as.

16
VersbegrippenAanbidding Van GodVoorbeelden Van BekeringReligieEerbied En GehoorzaamheidEerbied En Gods AardGeloftenEerbied Voor GodGod AanbiddenZij Bang Van GodJona

Dies vreesden de mannen den HEERE met grote vreeze; en zij slachtten den HEERE slachtoffer, en beloofden geloften.

18
VersbegrippenWachtenCabinesMensen Die NeerzittenJona

Jona nu ging ter stad uit, en zette zich tegen het oosten der stad; en hij maakte zich aldaar een verdek, en zat daaronder in de schaduw, totdat hij zag, wat van de stad zou worden.

19
VersbegrippenVerbanningWeggedreven Van Gods Aanwezigheid

En ik zeide: Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik den tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen.

20
VersbegrippenBlijdschapOpwindingGod Die Anderen BenoemtVreugde In OpluchtingVerschaffenInsectenJona

En God, de HEERE, beschikte een wonderboom, en deed hem opschieten boven Jona, opdat er schaduw mocht zijn over zijn hoofd, om hem te redden van zijn verdriet. En Jona verblijdde zich over den wonderboom met grote blijdschap.

21
VersbegrippenVoorbodeEdelenSmaakZowel Mens Als Dier GetroffenEten En DrinkenDe Bevelen Van De KoningVasten

En hij liet uitroepen, en men sprak te Nineve, uit bevel des konings en zijner groten, zeggende: Laat mens noch beest, rund noch schaap, iets smaken, laat ze niet weiden, noch water drinken.

22
VersbegrippenHoofdenWater Van VerdrukkingOverstroomdWeedJona

De wateren hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; het wier was aan mijn hoofd gebonden.

23
VersbegrippenPuttenWortelsGered Van De PutMan Die TenondergaatGod Verheft De MensNiet StervenBasis Van DingenDood VermedenPutten Als Woord Voor Graven

Ik was nedergedaald tot de gronden der bergen; de grendelen der aarde waren om mij henen in eeuwigheid; maar Gij hebt mijn leven uit het verderf opgevoerd, o HEERE, mijn God!

24
VersbegrippenOverlast Tegenover GodVermijden GeweldZowel Mens Als Dier GetroffenJona

Maar mens en beest zullen met zakken bedekt zijn, en zullen sterk tot God roepen; en zij zullen zich bekeren, een iegelijk van zijn bozen weg, en van het geweld, dat in hun handen is.

25
VersbegrippenFultiliteitValse ReligieDe Uniekheid Van GodAfvalIjdelheidNutteloze AfgodenAfgoderij

Die de valse ijdelheden onderhouden, verlaten hunlieder weldadigheid.

26
VersbegrippenNiet StervenGod Verandert Van GedachtenDe Dood AfgewendLaat God Niet Kwaad ZijnWoede En VergiffenisJona

Wie weet, God mocht Zich wenden, en berouw hebben; en Hij mocht Zich wenden van de hittigheid Zijns toorns, dat wij niet vergingen!

27
VersbegrippenGeboden in OTReddingBrakenIndigestieGods BevelenVisJona

De HEERE nu sprak tot den vis; en hij spuwde Jona uit op het droge.

28
VersbegrippenFlauw VallenOostVoorbeelden Van WanhoopHitteHopeloosheidDe ZonGods Heerschap Over Het WeerWindCynismeVerlangen Om Te StervenVoordelenVanuit Het OostenGod Verstrekt WindVerlangen Naar De DoodHeet WaterGod Die Anderen BenoemtHet Leven VerachtOntspannenJonaDe Oostenwind

En het geschiedde, als de zon oprees, dat God een stillen oostenwind beschikte; en de zon stak op het hoofd van Jona, dat hij amechtig werd; en hij wenste zijner ziel te mogen sterven, en zeide: Het is mij beter te sterven dan te leven.

29
VersbegrippenDageraadMadenDageraadGod Die Anderen BenoemtInsectenWormenJona

Maar God beschikte een worm des anderen daags in het opgaan van den dageraad; die stak den wonderboom, dat hij verdorde.

30
VersbegrippenOntslag Tot De DoodWoede Tegen God

Toen zeide God tot Jona: Is uw toorn billijk ontstoken over den wonderboom? En hij zeide: Billijk is mijn toorn ontstoken ter dood toe.

31
VersbegrippenGedenkenVoorbeelden Van Getroffen HeiligenFlauw VallenDe Tempel In De HemelGod Beantwoordde Gebed

Als mijn ziel in mij overstelpt was, dacht ik aan den HEERE, en mijn gebed kwam tot U, in den tempel Uwer heiligheid.

32
VersbegrippenVerdraagzaamheid Van GodNiet ZwoegenMensen Die Genade Tonen

En de HEERE zeide: Gij verschoont den wonderboom, aan welken gij niet hebt gearbeid, noch dien groot gemaakt; die in een nacht werd, en in een nacht verging;

33
VersbegrippenGewichten En Maten, AfstandenGrote DingenJona

Toen maakte zich Jona op, en ging naar Nineve, naar het woord des HEEREN. Nineve nu was een grote stad Gods, van drie dagreizen.

34
VersbegrippenMissie Van IsraëlVoorbeelden Van Werk Van MissionarissenVoorbeelden Van MissionarissenJona

Maak u op, ga naar de grote stad Nineve; en predik tegen haar de prediking, die Ik tot u spreek.

36
VersbegrippenHet Geduld Van GodBekering Van GodDe Aard Van God KennenOntvankelijkheidTerughoudendheidGod Is OnveranderlijkGod Verandert Van GedachtenHaastige ActieDezelfde Dingen ZeggenHerhaaldelijk ZeggenEen Vergevingsgezinde GodGod Zag Ervan Af Hen Kwaad Te DoenGods Aard KennenWoede En VergiffenisJona

En hij bad tot den HEERE, en zeide: Och HEERE! was dit mijn woord niet, als ik nog in mijn land was? Daarom kwam ik het voor, vluchtende naar Tarsis; want ik wist, dat Gij een genadig en barmhartig God zijt, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwaad.

37
VersbegrippenOverwinning Op Het KwaadPlannenOntvankelijkheidVerzakingHet Belang Van BerouwGevarenGod Is OnveranderlijkGod Verandert Van GedachtenBerouwGod Zag Ervan Af Hen Kwaad Te DoenTekenen Van BekeringIemands DadenJona

En God zag hun werken, dat zij zich bekeerden van hun bozen weg; en het berouwde God over het kwaad, dat Hij gesproken had hun te zullen doen, en Hij deed het niet.

38
VersbegrippenWoede, Zondige VoorbeeldenWoedende MensenWoede Tegen GodJona

En de HEERE zeide: Is uw toorn billijk ontstoken?

39
VersbegrippenHet Geduld Van GodLevens Van ProfetenZaken Twee Keer DoenJona

En het woord des HEEREN geschiedde ten anderen male tot Jona, zeggende:

40
VersbegrippenVoorbodeDe Taak Van MissionarissenDe Rol Van ProfetenNummer VeertigVeertig Dagen1 DagMeer Dan Een Maand

En Jona begon in de stad te gaan, een dagreis; en hij predikte, en zeide: Nog veertig dagen, dan zal Nineve worden omgekeerd.

41
VersbegrippenGod AanroepenDe DodenBedelaarsSheolStressNabijheid Van De DoodGod BeantwoordtOm Hulp RoepenDe Dood NadertGod Besteedde Aandacht Aan MijJona

En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den HEERE, en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem.

43
VersbegrippenOntsnappenBotenMenselijke VertragingDe Zee BevarenHavensSchepenDe MarineHandelZeereizenVluchten Van GodRichtingZeilenJona

Maar Jona maakte zich op om te vluchten naar Tarsis, van het aangezicht des HEEREN; en hij kwam af te Jafo, en vond een schip, gaande naar Tarsis, en hij gaf de vracht daarvan, en ging neder in hetzelve, om met henlieden te gaan naar Tarsis, van het aan gezicht des HEEREN.

44
VersbegrippenMissie Van IsraëlHet Belang Van GetuigenJona

Maak u op, ga naar de grote stad Nineve, en predik tegen haar; want hunlieder boosheid is opgeklommen voor Mijn aangezicht.

45
VersbegrippenOnthouding Als Een DisciplineReligieVoorbeelden Van BerouwGroot En KleinGeloven In GodAnderen Die In God GelovenVastenVasten En BiddenJona

En de lieden van Nineve geloofden aan God; en zij riepen een vasten uit, en bekleedden zich met zakken, van hun grootste af tot hun kleinste toe.

47
VersbegrippenGods Eis Tot BekeringStadGebrek Aan OnderscheidingsvermogenOnvolwassenheidHet DierenrijkWereldsheidZorg Voor DierenGods Zorg Over DierenHonderdduizend En MeerGod Zal Genade TonenOnwetendheid Van FeitenEmpathieJona

En Ik zou die grote stad Nineve niet verschonen? waarin veel meer dan honderd en twintig duizend mensen zijn, die geen onderscheid weten tussen hun rechterhand, en hun linkerhand; daartoe veel vee?