Dit is de dag, dien de HEERE gemaakt heeft; laat ons op denzelven ons verheugen, en verblijd zijn.

De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden.

Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op den mens te vertrouwen.

De HEERE is mijn Sterkte en Psalm, want Hij is mij tot heil geweest.

Gezegend zij hij, die daar komt in den Naam des HEEREN! Wij zegenen ulieden uit het huis des HEEREN.

De HEERE is bij mij, ik zal niet vrezen; wat zal mij een mens doen?

Ik zal niet sterven, maar leven; en ik zal de werken des HEEREN vertellen.

Och HEERE! geef nu heil; och HEERE! geef nu voorspoed.

Doet mij de poorten der gerechtigheid open, ik zal daardoor ingaan, ik zal den HEERE loven.

Uit de benauwdheid heb ik den HEERE aangeroepen; de HEERE heeft mij verhoord, stellende mij in de ruimte.

Dit is van den HEERE geschied, en het is wonderlijk in onze ogen.

De HEERE is God, Die ons licht gegeven heeft. Bindt het feest offer met touwen tot aan de hoornen van het altaar.

De HEERE heeft mij wel hard gekastijd; maar Hij heeft mij ter dood niet overgegeven.

Ik zal U loven, omdat Gij mij verhoord hebt, en mij tot heil geweest zijt.

In de tenten der rechtvaardigen is een stem des gejuichs en des heils; de rechterhand des HEEREN doet krachtige daden.

Loof den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid.

Gij zijt mijn God, daarom zal ik U loven; o mijn God! ik zal U verhogen.

Het is beter tot den HEERE toevlucht te nemen, dan op prinsen te vertrouwen.

Dat Israel nu zegge, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.

Alle heidenen hadden mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.

Zij hadden mij omringd als bijen; zij zijn uitgeblust als een doornenvuur; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.

De HEERE is bij mij onder degenen, die mij helpen; daarom zal ik mijn lust zien aan degenen, die mij haten.

De rechterhand des HEEREN is verhoogd; de rechterhand des HEEREN doet krachtige daden.

Dit is de poort des HEEREN, door dewelke de rechtvaardigen zullen ingaan.

Gij hadt mij zeer hard gestoten, tot vallens toe, maar de HEERE heeft mij geholpen.

Dat degenen, die den HEERE vrezen, nu zeggen, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.

Zij hadden mij omringd, ja, zij hadden mij omringd; het is in den Naam des HEEREN, dat ik ze verhouwen heb.

Het huis van Aaron zegge nu, dat Zijn goedertierenheid in der eeuwigheid is.