41 Bijbelverzen over Jezelf Zijn

Meest relevante verzen

Daniël 5:17

Toen antwoordde Daniel, en zeide voor den koning: Heb uw gaven voor uzelven, en geef uw vereringen aan een ander; ik zal nochtans het schrift voor den koning lezen, en de uitlegging zal ik hem bekend maken.

Spreuken 27:2

Laat u een vreemde prijzen, en niet uw mond; een onbekende, en niet uw lippen.

Psalmen 18:26

Bij den reine houdt Gij U rein, maar bij den verkeerde bewijst Gij U een Worstelaar.

Ezechiël 38:7

Zijt bereid en maakt u gereed, gij en uw ganse vergadering, die tot u vergaderd zijn; en wees gij hun tot een wacht.

Johannes 7:4

Want niemand doet iets in het verborgen, en zoekt zelf, dat men openlijk van hem spreke. Indien Gij deze dingen doet, zo openbaar Uzelven aan de wereld.

Spreuken 6:5

Red u, als een ree uit de hand des jagers, en als een vogel uit de hand des vogelvangers.

1 Corinthiërs 9:20

En ik ben den Joden geworden als een Jood, opdat ik de Joden winnen zou; dengenen, die onder de wet zijn, ben ik geworden als onder de wet zijnde, opdat ik degenen, die onder de wet zijn, winnen zou.

Prediker 7:16

Wees niet al te rechtvaardig, noch houd uzelven al te wijs; waarom zoudt gij verwoesting over u brengen?

Spreuken 25:6

Praal niet voor het aangezicht des konings, en sta niet in de plaats der groten;

Psalmen 18:25

Bij den goedertierene houdt Gij U goedertieren, bij den oprechten man houdt Gij U oprecht.

Spreuken 6:3

Doe nu dit, mijn zoon! en red u, dewijl gij in de hand uws naasten gekomen zijt; ga, onderwerp uzelven, en sterk uw naaste.

Klaagliederen 3:44

Samech. Gij hebt U met een wolk bedekt, zodat er geen gebed doorkwam.

Romeinen 2:1

Daarom zijt gij niet te verontschuldigen, o mens, wie gij zijt, die anderen oordeelt; want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelven; want gij, die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen.

1 Corinthiërs 4:3

Doch mij is voor het minste, dat ik van ulieden geoordeeld worde, of van een menselijk oordeel; ja, ik oordeel ook mijzelven niet.

Psalmen 80:17

Uw hand zij over den man Uwer rechterhand, over des mensen zoon, dien Gij U gesterkt hebt.

Johannes 5:31

Indien Ik van Mijzelven getuig, Mijn getuigenis is niet waarachtig.

Jesaja 65:1

Ik ben gevonden van hen, die naar Mij niet vraagden; Ik ben gevonden van degenen, die Mij niet zochten; tot het volk, dat naar Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Ziet, hier ben Ik, ziet, hier ben Ik.

Jeremia 45:5

En zoudt gij u grote dingen zoeken? Zoek ze niet; want zie, Ik breng een kwaad over alle vlees, spreekt de HEERE; maar Ik zal u uw ziel tot een buit geven, in alle plaatsen, waar gij zult henentrekken.

Romeinen 2:21

Die dan een anderen leert, leert gij uzelven niet? Die predikt, dat men niet stelen zal, steelt gij?

Jesaja 33:10

Nu zal Ik opstaan, zegt de HEERE, nu zal Ik verhoogd worden, nu zal Ik verheven worden.

Never miss a post

Public domain