47 Bijbelvers over Aandacht
Meest relevante verzen
Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden, en die u horen.
Geef ook uw hart niet tot alle woorden, die men spreekt, opdat gij niet hoort, dat uw knecht u vloekt.
Die op het woord verstandelijk let, zal het goede vinden; en die op den HEERE vertrouwt, is welgelukzalig.
Neig uw oor, en hoor de woorden der wijzen, en stel uw hart tot mijn wetenschap;
Maar een iegelijk beproeve zijn eigen werk; en alsdan zal hij aan zichzelven alleen roem hebben, en niet aan een anderen.
Daarom moeten wij ons te meer houden aan hetgeen van ons gehoord is, opdat wij niet te eniger tijd doorvloeien.
Dewijl Ik geroepen heb, en gijlieden geweigerd hebt; Mijn hand uitgestrekt heb, en er niemand was, die opmerkte;
Alsdan spreken, die den HEERE vrezen, een ieder tot zijn naaste: De HEERE merkt er toch op en hoort, en er is een gedenkboek voor Zijn aangezicht geschreven, voor degenen, die den HEERE vrezen, en voor degenen, die aan Zijn Naam gedenken.
En Hij zeide tot hen: Ziet, wat gij hoort. Met wat maat gij meet, zal u gemeten worden, en u, die hoort, zal meer toegelegd worden.
En wij hebben het profetische woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en de morgenster opga in uw harten.
Zijt naarstig, om het aangezicht uwer schapen te kennen; zet uw hart op de kudden.
Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Laat uw profeten en uw waarzeggers, die in het midden van u zijn, u niet bedriegen, en hoort niet naar uw dromers, die gij doet dromen.
Gij ziet wel veel dingen, maar gij bewaart ze niet; of schoon hij de oren opendoet, zo hoort hij toch niet.
En zich niet begeven tot Joodse fabelen, en geboden der mensen, die hen van de waarheid afkeren.
Nadert, gij heidenen, om te horen, en gij volken, luistert toe; de aarde hore, en haar volheid, de wereld en al wat daaruit voortkomt.
Doch zij hebben niet gehoord, noch hun oor geneigd, maar gewandeld in de raadslagen, in het goeddunken van hun boos hart; en zij zijn achterwaarts gekeerd, en niet voorwaarts.
Dezen nu kwamen en zeiden tot Hem: Meester, wij weten, dat Gij waarachtig zijt, en naar niemand vraagt; want Gij ziet den persoon der mensen niet aan, maar Gij leert den weg Gods in der waarheid; is het geoorloofd, den keizer schatting te geven, of niet? Zullen wij geven, of niet geven?
Ziet dan, hoe gij voorzichtiglijk wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen.
Een iegelijk zie niet op het zijne, maar een iegelijk zie ook op hetgeen der anderen is.
Hoor, o Dochter! en zie, en neig uw oor; en vergeet uw volk en uws vaders huis.
Maar wij zullen volharden in het gebed, en in de bediening des Woords.
Noch zich te begeven tot fabelen en oneindelijke geslachtsrekeningen, welke meer twist vragen voortbrengen dan stichting Gods, die in het geloof is.
Daarom, indien ik kom, zo zal ik in gedachtenis brengen zijn werken, die hij doet, met boze woorden snaterende tegen ons; en hiermede niet vergenoegd zijnde, zo ontvangt hij zelf de broeders niet, en verhindert degenen, die het willen doen, en werpt ze uit de Gemeente.
Houd aan in het lezen, in het vermanen, in het leren, totdat ik kome.
Maar zeker, God heeft gehoord; Hij heeft gemerkt op de stem mijns gebeds.
Hoort, gij kinderen! de tucht des vaders, en merkt op, om verstand te weten.
En gij zoudt aanzien dengene, die de sierlijke kleding draagt, en tot hem zeggen: Zit gij hier op een eerlijke plaats; en zoudt zeggen tot den arme: Sta gij daar; of: Zit hier onder mijn voetbank;
Hoedt u voor Zijn aangezicht, en weest Zijner stem gehoorzaam, en verbittert Hem niet; want Hij zal ulieder overtredingen niet vergeven; want Mijn Naam is in het binnenste van Hem.
Mijn zoon! hoor de tucht uws vaders, en verlaat de leer uwer moeder niet;
En Jezus ging uit en vertrok van den tempel; en Zijn discipelen kwamen bij Hem, om Hem de gebouwen des tempels te tonen.
Want vraag toch naar het vorige geslacht, en bereid u tot de onderzoeking hunner vaderen.
Onderwerpen over Aandacht
Aandacht Aan God Besteden
Jeremia 23:18Want wie heeft in des HEEREN raad gestaan, en Zijn woord gezien of gehoord? Wie heeft Zijn woord aangemerkt en gehoord?
Aandacht Aan Mensen Besteden
Jeremia 26:5Horende naar de woorden Mijner knechten, de profeten, die Ik tot u zende, zelfs vroeg op zijnde en zendende; doch gij niet gehoord hebt;
Besteed Aandacht Aan God!
Psalmen 27:7Hoor, HEERE! mijn stem, als ik roep; en wees mij genadig, en antwoord mij.
Besteed Aandacht Aan Mensen!
Exodus 18:19Hoor nu mijn stem, ik zal u raden, en God zal met u zijn; wees gij voor het volk bij God, en breng gij de zaken voor God;
God Besteedde Aandacht Aan Hen
Genesis 16:11Ook zeide des HEEREN Engel tot haar: Zie, gij zijt zwanger, en zult een zoon baren, en gij zult zijn naam Ismael noemen, omdat de HEERE uw verdrukking aangehoord heeft.
God Besteedde Aandacht Aan Mij
Psalmen 61:5Want Gij, o God! hebt gehoord naar mijn geloften; Gij hebt mij gegeven de erfenis dergenen, die Uw Naam vrezen.
God Besteedt Aandacht
Genesis 16:11Ook zeide des HEEREN Engel tot haar: Zie, gij zijt zwanger, en zult een zoon baren, en gij zult zijn naam Ismael noemen, omdat de HEERE uw verdrukking aangehoord heeft.
Zal God Aandacht Besteden?
2 Koningen 19:4Misschien zal de HEERE, uw God, horen al de woorden van Rabsake, denwelken zijn heer, de koning van Assyrie, gezonden heeft, om den levenden God te honen, en te schelden, met woorden, die de HEERE, uw God, gehoord heeft; hef dan een gebed op voor het overblijfsel, dat gevonden wordt.