35 Bijbelverzen over Veranderende Seizoenen

Meest relevante verzen

Prediker 3:8

Een tijd om lief te hebben, en een tijd om te haten; een tijd van oorlog, en een tijd van vrede.

Prediker 3:4

Een tijd om te wenen, en een tijd om te lachen; een tijd om te kermen, en een tijd om op te springen;

Daniël 7:25

En het zal woorden spreken tegen den Allerhoogste, en het zal de heiligen der hoge plaatsen verstoren, en het zal menen de tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in deszelfs hand overgegeven worden tot een tijd, en tijden, en een gedeelte eens tijds.

Prediker 3:3

Een tijd om om te doden, en een tijd om te genezen; een tijd om af te breken, en een tijd om te bouwen;

Prediker 3:2

Er is een tijd om geboren te worden, en een tijd om te sterven; een tijd om te planten, en een tijd om het geplante uit te roeien;

Daniël 4:16

Zijn hart worde veranderd, dat het geens mensen hart meer zij, en hem worde eens beesten hart gegeven, en laat zeven tijden over hem voorbijgaan.

Prediker 1:4

Het ene geslacht gaat, en het andere geslacht komt; maar de aarde staat in der eeuwigheid.

Hooglied 2:11

Want zie, de winter is voorbij, de plasregen is over, hij is overgegaan;

Jeremia 33:20

Alzo zegt de HEERE: Indien gijlieden Mijn verbond van den dag; en Mijn verbond van den nacht kondt vernietigen, zodat dag en nacht niet zijn op hun tijd;

Openbaring 20:3

En wierp hem in den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde dien boven hem, opdat hij de volken niet meer verleiden zou, totdat de duizend jaren zouden geeindigd zijn. En daarna moet hij een kleinen tijd ontbonden worden.

Titus 1:3

Namelijk Zijn Woord, door de prediking, die mij toebetrouwd is, naar het bevel van God, onze Zaligmaker; aan Titus, mijn oprechte zoon, naar het gemeen geloof:

Jeremia 33:25

Zo zegt de HEERE: Indien Mijn verbond niet is van dag en nacht; indien Ik de ordeningen des hemels en der aarde niet gesteld heb;

Mattheüs 24:32

En leert van den vijgeboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak nu teder wordt, en de bladeren uitspruiten, zo weet gij, dat de zomer nabij is.

Prediker 3:7

Een tijd om te scheuren, en een tijd om toe te naaien; een tijd om te zwijgen, en een tijd om te spreken;

Johannes 5:35

Hij was een brandende en lichtende kaars; en gij hebt ulieden voor een korten tijd in zijn licht willen verheugen.

Deuteronomium 33:14

En van de uitnemendste inkomsten der zon, en van de uitnemendste voortzetting der maan;

2 Corinthiër 7:8

Want hoewel ik u in den zendbrief bedroefd heb, het berouwt mij niet, hoewel het mij berouwd heeft; want ik zie, dat dezelve zendbrief, hoewel voor een kleinen tijd, u bedroefd heeft.

Jeremia 5:24

En zij zeggen niet in hun hart: Laat ons nu den HEERE, onzen God, vrezen, Die den regen geeft, zo vroegen regen als spaden regen, op Zijn tijd; Die ons de weken, de gezette tijden van den oogst, bewaart.

Never miss a post

Public domain