12 Bijbelvers over Winter

Meest relevante verzen

Job 37:6-10

Want Hij zegt tot de sneeuw: Wees op de aarde; en tot den plasregens des regens; dan is er de plasregen Zijner sterke regenen. Dan zegelt Hij de hand van ieder mens toe, opdat Hij kenne al de lieden Zijns werks. En het gedierte gaat in de loerplaatsen, en blijft in zijn holen.meer informatie
Uit de binnenkamer komt de wervelwind, en van de verstrooiende winden de koude. Door zijn geblaas geeft God de vorst, zodat de brede wateren verstijfd worden.

Jesaja 55:10

Want gelijk de regen en de sneeuw van den hemel nederdaalt, en derwaarts niet wederkeert; maar doorvochtigt de aarde, en maakt, dat zij voortbrenge en uitspruite, en zaad geve den zaaier, en brood den eter;

Jeremia 36:22

(De koning nu zat in het winterhuis in de negende maand; en er was een vuur voor zijn aangezicht op den haard aangestoken.)

Markus 13:18

Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiede des winters.

2 Timotheüs 4:21

Benaarstig u, om voor den winter te komen. U groet Eubulus, en Pudens, en Linus, en Klaudia, en al de broeders.

Handelingen 27:12

En alzo de haven ongelegen was om te overwinteren, vond het meerder deel geraden ook van daar te varen, of zij enigszins te Fenix konden aankomen om te overwinteren, zijnde een haven in Kreta, strekkende tegen het zuidwesten en tegen het noordwesten.

1 Corinthiërs 16:6

En ik zal mogelijk bij u blijven, of ook overwinteren, opdat gij mij moogt geleiden, waar ik zal henenreizen.

Titus 3:12

Als ik Artemas tot u zal zenden, of Tychikus, zo benaarstig u tot mij te komen te Nikopolis; want aldaar heb ik voorgenomen te overwinteren.

Johannes 10:22

En het was het feest der vernieuwing des tempels te Jeruzalem; en het was winter.

Uit Thematische Bijbel


Winter » Unsuited for » Traveling

2 Timotheüs 4:21

Benaarstig u, om voor den winter te komen. U groet Eubulus, en Pudens, en Linus, en Klaudia, en al de broeders.

Winter » The jews frequently had special houses for

Jeremia 36:22

(De koning nu zat in het winterhuis in de negende maand; en er was een vuur voor zijn aangezicht op den haard aangestoken.)

Amos 3:15

En Ik zal het winterhuis met het zomerhuis slaan; en de elpenbenen huizen zullen vergaan, en de grote huizen een einde nemen, spreekt de HEERE.

Winter » Coldness and inclemency of, noticed

Johannes 10:22

En het was het feest der vernieuwing des tempels te Jeruzalem; en het was winter.

Winter » Ships were laid up in port during

Handelingen 28:11

En na drie maanden voeren wij af in een schip van Alexandrie, dat in het eiland overwinterd had, hebbende tot een teken, Kastor en Pollux.

Handelingen 27:12

En alzo de haven ongelegen was om te overwinteren, vond het meerder deel geraden ook van daar te varen, of zij enigszins te Fenix konden aankomen om te overwinteren, zijnde een haven in Kreta, strekkende tegen het zuidwesten en tegen het noordwesten.

Winter » Illustrative of seasons of spiritual adversity

Hooglied 2:11

Want zie, de winter is voorbij, de plasregen is over, hij is overgegaan;

Winter » Summer and winter houses

Jeremia 36:22

(De koning nu zat in het winterhuis in de negende maand; en er was een vuur voor zijn aangezicht op den haard aangestoken.)

Amos 3:15

En Ik zal het winterhuis met het zomerhuis slaan; en de elpenbenen huizen zullen vergaan, en de grote huizen een einde nemen, spreekt de HEERE.

Winter » Shipping suspended in, on the mediterranean sea

Handelingen 28:11

En na drie maanden voeren wij af in een schip van Alexandrie, dat in het eiland overwinterd had, hebbende tot een teken, Kastor en Pollux.

Handelingen 27:12

En alzo de haven ongelegen was om te overwinteren, vond het meerder deel geraden ook van daar te varen, of zij enigszins te Fenix konden aankomen om te overwinteren, zijnde een haven in Kreta, strekkende tegen het zuidwesten en tegen het noordwesten.

Winter » Yearly return of, secured by covenant

Winter » God makes

Winter » Unsuited for » Navigation

Handelingen 27:9

En als veel tijd verlopen, en de vaart nu zorgelijk was, omdat ook de vasten nu voorbij was, vermaande hen Paulus,

Winter » Rainy season in, in canaan

Hooglied 2:11

Want zie, de winter is voorbij, de plasregen is over, hij is overgegaan;

Winter » Paul remains for one, at nicopolis

Titus 3:12

Als ik Artemas tot u zal zenden, of Tychikus, zo benaarstig u tot mij te komen te Nikopolis; want aldaar heb ik voorgenomen te overwinteren.

Winter » Annual return of, will never cease

Winter » Plowing in, in canaan, (margin)

Knowing Jesus Everyday

Never miss a post

Public domain