'Eerste' in de Bijbel
En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag.
De naam der eerste rivier is Pison; deze is het, die het ganse land van Havila omloopt, waar het goud is.
En Lamech nam zich twee vrouwen; de naam van de eerste was Ada, en de naam van de andere Zilla.
En de wateren waren gaande, en afnemende tot de tiende maand; in de tiende maand, op den eerste der maand, werden de toppen der bergen gezien.
En het geschiedde in het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste maand, op den eersten derzelver maand, dat de wateren droogden van boven de aarde; toen deed Noach het deksel der ark af, en zag toe, en ziet, de aardbodem was gedroogd.
En de eerste kwam uit, ros; hij was geheel als een haren kleed; daarom noemden zij zijn naam Ezau.
En er was honger in dat land, behalve den eerste honger, die in de dagen van Abraham geweest was; daarom toog Izak tot Abimelech, de koning der Filistijnen, naar Gerar.
En hij gebood de eerste, zeggende: Wanneer Ezau, mijn broeder, u ontmoeten zal, en u vragen, zeggende: Wiens zijt gij? en waarheen gaat gij? en wiens zijn deze voor uw aangezicht?
En die ranke en lelijke koeien aten die eerste zeven vette koeien op;
En het zal geschieden, zo zij u niet geloven, noch naar de stem van het eerste teken horen, zo zullen zij de stem van het laatste teken geloven.
Deze zelfde maand zal ulieden het hoofd der maanden zijn; zij zal u de eerste van de maanden des jaars zijn.
In de eerste maand, aan den veertienden dag der maand, in den avond, zult gij ongezuurde broden eten, tot den een en twintigsten dag der maand, in den avond.
En het feest des oogstes, der eerste vruchten van uw arbeid, die gij op het veld gezaaid zult hebben. En het feest der inzameling, op den uitgang des jaars, wanneer gij uw arbeid uit het veld zult ingezameld hebben.
De eerstelingen der eerste vruchten uws lands zult gij in het huis des HEEREN uws Gods brengen. Gij zult het bokje niet koken in de melk zijner moeder.
En gij zult vervullende stenen daarin vullen, vier rijen stenen, een rij van een Sardis, een Topaas en een Karbonkel; dit is de eerste rij.
Toen zeide de HEERE tot Mozes: Houw u twee stenen tafelen, gelijk de eerste waren, zo zal Ik op de tafelen schrijven dezelfde woorden, die op de eerste tafelen geweest zijn, die gij gebroken hebt.
Toen hieuw hij twee stenen tafelen, gelijk de eerste; en Mozes stond des morgens vroeg op, en klom op den berg Sinai, gelijk als hem de HEERE geboden had; en hij nam de twee stenen tafelen in zijn hand.
De eerstelingen van de eerste vruchten uws lands zult gij in het huis des HEEREN uws Gods brengen. Gij zult het bokje in de melk zijner moeder niet koken.
En zij vulden daarin vier rijen stenen: een rij van een Sardis, een Topaas en een Karbonkel; dit is de eerste rij.
Op den dag der eerste maand, te weten op den eersten der maand, zult gij den tabernakel, de tent der samenkomst, oprichten.
En het geschiedde in de eerste maand, in het tweede jaar, op den eersten der maand, dat de tabernakel opgericht werd.
En zo gij den HEERE een spijsoffer der eerste vruchten offert, zult gij het spijsoffer uwer eerste vruchten van groene aren, bij het vuur gedord, dat is, het klein gebroken graan van volle groene aren, offeren.
Daarna deed hij de offerande des volks toebrengen; en nam den bok des zondoffers, die voor het volk was, en slachtte hem, en bereidde hem ten zondoffer, gelijk het eerste.
In de eerste maand, op den veertienden der maand, tussen twee avonden is des HEEREN pascha.
En de HEERE sprak tot Mozes in de woestijn van Sinai, in het tweede jaar, nadat zij uit Egypteland uitgetogen waren, in de eerste maand, zeggende:
En zij hielden het pascha op den veertienden dag der eerste maand, tussen de twee avonden, in de woestijn van Sinai; naar alles wat de HEERE Mozes geboden had, alzo deden de kinderen Israels.
Ook hoedanig het land zij, of het vet zij of mager, of er bomen in zijn of niet; en versterkt u, en neemt van de vrucht des lands. Die dagen nu waren de dagen der eerste vruchten van de wijndruiven.
De eerste vruchten van alles, wat in hun land is, die zij den HEERE zullen brengen, zullen uwe zijn; al wie in uw huis rein is, zal dat eten.
Als de kinderen Israels, de ganse vergadering, in de woestijn Zin gekomen waren, in de eerste maand, zo bleef het volk te Kades. En Mirjam stierf aldaar, en zij werd aldaar begraven.
En in de eerste maand, op den veertienden dag der maand, is het pascha den HEERE.
Zij reisden dan van Rameses; in de eerste maand, op den vijftienden dag der eerste maand, des anderen daags van het pascha, togen de kinderen Israels uit door een hoge hand, voor de ogen van alle Egyptenaren;
Ter zelver tijd zeide de HEERE tot mij: Houw u twee stenen tafelen, als de eerste, en klim tot Mij op dezen berg; daarna zult gij u een kist van hout maken.
En Ik zal op die tafelen schrijven de woorden, die geweest zijn op de eerste tafelen, die gij gebroken hebt; en gij zult ze leggen in die kist.
Alzo maakte ik een kist van sittimhout, en hieuw twee stenen tafelen als de eerste; en ik klom op den berg, en de twee tafelen waren in mijn hand.
Toen schreef Hij op de tafelen, naar het eerste schrift, de tien woorden, die de HEERE, ten dage der verzameling, op den berg, uit het midden des vuurs, tot ulieden gesproken had; en de HEERE gaf ze mij.
Zo zal haar eerste man, die haar heeft laten gaan, haar niet mogen wedernemen, dat zij hem ter vrouwe zij, nadat zij is verontreinigd geworden; want dat is een gruwel voor het aangezicht des HEEREN; alzo zult gij het land niet doen zondigen, dat u de HEERE, uw God, ten erve geeft.
En hij heeft zich van het eerste voorzien, omdat hij aldaar in het deel des wetgevers bedekt was; daarom kwam hij met de hoofden des volks; hij verrichtte de gerechtigheid des HEEREN, en zijn gerichten met Israel.
Het volk nu was den tiende der eerste maand uit de Jordaan opgeklommen; en zij legerden zich te Gilgal, aan het oosteinde van Jericho.
Dat zij waren van de kinderen van Aaron, van de huisgezinnen der Kahathieten, uit de kinderen van Levi; want het eerste lot was het hunne.
En hij zeide: Gezegend zijt gij den HEERE, mijn dochter! Gij hebt deze uw laatste weldadigheid beter gemaakt dan de eerste, dewijl gij geen jonge gezellen zijt nagegaan, hetzij arm of rijk.
Deze eerste slag nu, waarmede Jonathan en zijn wapendrager omtrent twintig mannen versloegen, geschiedde omtrent in de helft eens bunders, zijnde een juk ossen lands.
Toen bouwde Saul den HEERE een altaar; dit was het eerste altaar, dat hij den HEERE bouwde.
En hij wendde zich af van dien naar een anderen toe, en hij zeide achtervolgens dat woord; en het volk gaf hem weder antwoord, achtervolgens de eerste woorden.
Want uw knecht weet het zekerlijk, ik heb gezondigd; doch zie, ik ben heden gekomen, de eerste van het ganse huis van Jozef, om mijn heer den koning tegemoet af te komen.
En de mannen van Israel antwoordden den mannen van Juda, en zeiden: Wij hebben tien delen aan den koning, en ook aan David, wij, meer dan gij; waarom hebt gij ons dan gering geacht, dat ons woord niet het eerste geweest is, om onzen koning weder te halen? Maar het woord der mannen van Juda was harder dan het woord der mannen van Israel.
En hij gaf hen in de hand der Gibeonieten, die ze ophingen op den berg voor het aangezicht des HEEREN; en die zeven vielen tegelijk; en zij werden gedood in de dagen van den oogst, in de eerste dagen, in het begin van den gersteoogst.
Was hij niet de heerlijkste van die drie? Daarom was hij hun tot een overste. Maar hij kwam niet tot aan die eerste drie.
Zie, het vuur is van den hemel gedaald, en heeft die twee eerste hoofdmannen van vijftigen met hun vijftigen verteerd; maar nu, laat mijn ziel dierbaar zijn in uw ogen!
Tot op dezen dag toe doen die naar de eerste wijzen; zij vrezen den HEERE niet, en zij doen niet naar hun inzettingen, en naar hun rechten, en naar de wet, en naar het gebod, dat de HEERE geboden heeft aan de kinderen van Jakob, dien Hij den naam Israel gaf.
Doch zij hoorden niet, maar zij deden naar hun eerste wijze.
De eerste inwoners nu, die in hun bezitting, in hun steden kwamen, waren de Israelieten, de priesters, de Levieten, en de Nethinim.
Uit die drie was hij geeerd boven de twee; daarom werd hij hun tot een overste; maar hij kwam tot aan de eerste drie niet.
Deze zelfden zijn het, die over de Jordaan gingen in de eerste maand, toen dezelve vol was aan al haar oevers; en zij verdreven al de inwoners der laagten, tegen het oosten en tegen het westen.
Want omdat gijlieden ten eerste dit niet deedt, heeft de HEERE, onze God, onder ons een scheur gedaan, omdat wij Hem niet gezocht hebben naar het recht.
Te dienzelven dage gaf David ten eerste dezen psalm, om den HEERE te loven, door den dienst van Asaf, en zijn broederen.
Het eerste lot nu ging uit voor Jojarib, het tweede voor Jedaja,
En van de kinderen van Hebron was Jeria de eerste, Amarja de tweede, Jahaziel de derde, Jekameam de vierde.
Het eerste lot nu ging uit voor Asaf, namelijk voor Jozef. Het tweede voor Gedalja; hij en zijn broederen, en zijn zonen, waren twaalf.
Over de eerste verdeling in de eerste maand was Jasobam, de zoon van Zabdiel; en in zijn verdeling waren er vier en twintig duizend.
Hij was uit de kinderen van Perez, het hoofd van al de oversten der heiren in de eerste maand.
De geschiedenissen nu van den koning David, de eerste en de laatste, ziet, die zijn geschreven in de geschiedenissen van Samuel, den ziener, en in de geschiedenissen van den profeet Nathan, en in de geschiedenissen van Gad, den ziener;
En deze zijn de grondleggingen van Salomo, om het huis Gods te bouwen: de lengte in ellen, naar de eerste mate, was zestig ellen, en de breedte twintig ellen.
Het overige nu der geschiedenissen van Salomo, der eerste en der laatste, zijn die niet geschreven in de woorden van Nathan, den profeet, en in de profetie van Ahia, den Siloniet, en in de gezichten van Jedi, den ziener, aangaande Jerobeam, den zoon van Nebat?
De geschiedenissen nu van Rehabeam, de eerste en de laatste, zijn die niet geschreven in de woorden van Semaja, den profeet, en Iddo, den ziener, verhalende de geslachtsregisteren; daartoe de krijgen van Rehabeam en Jerobeam in al hun dagen?
En ziet, de geschiedenissen van Asa, de eerste met de laatste, ziet, zij zijn beschreven in het boek der koningen van Juda en Israel.
Het overige nu der geschiedenissen van Josafat, de eerste en de laatste, ziet, die zijn geschreven in de geschiedenissen van Jehu, den zoon van Hanani, die men hem optekenen deed in het boek der koningen van Israel.
Het overige nu der geschiedenissen van Amazia, de eerste en de laatste, ziet, zijn die niet geschreven in het boek der koningen van Juda en Israel?
Het overige nu der geschiedenissen van Uzzia, de eerste en de laatste, heeft de profeet Jesaja, de zoon van Amos, beschreven.
Het overige nu der geschiedenissen, en al zijn wegen, de eerste en de laatste, ziet, zij zijn geschreven in het boek der koningen van Juda en Israel.
Dezelve deed in het eerste jaar zijner regering, in de eerste maand, de deuren van het huis des HEEREN open, en beterde ze.
Zij begonnen nu te heiligen op den eersten der eerste maand, en op den achtsten dag der maand kwamen zij in het voorhuis des HEEREN, en heiligden het huis des HEEREN in acht dagen; en op den zestienden dag der eerste maand maakten zij een einde.
Daarna hield Josia het pascha den HEERE te Jeruzalem; en zij slachtten het pascha op den veertienden der eerste maand.
Zijn geschiedenissen dan, de eerste en de laatste, ziet, die zijn geschreven in het boek der koningen van Israel en van Juda.
Maar in het eerste jaar van Kores, koning van Perzie, opdat volbracht wierd het woord des HEEREN, door den mond van Jeremia, verwekte de HEERE den geest van Kores, koning van Perzie, dat hij een stem liet doorgaan door zijn ganse koninkrijk, zelfs ook in geschrift, zeggende:
In het eerste jaar nu van Kores, koning van Perzie, opdat volbracht wierd het woord des HEEREN, uit den mond van Jeremia, verwekte de HEERE den geest van Kores, koning van Perzie, dat hij een stem liet doorgaan door zijn ganse koninkrijk, zelfs ook in geschrift, zeggende:
Maar velen van de priesteren, en de Levieten, en hoofden der vaderen, die oud waren, die het eerste huis gezien hadden, dit huis in zijn grondlegging voor hun ogen zijnde, weenden met luider stem; maar velen verhieven de stem met gejuich en met vreugde.
Doch in het eerste jaar van Kores, koning van Babel, heeft de koning Kores bevel gegeven dit huis Gods te bouwen.
In het eerste jaar van den koning Kores, gaf de koning Kores dit bevel: Het huis Gods te Jeruzalem, dat huis zal gebouwd worden, ter plaatse, waar zij offeranden offeren, en de fondamenten daarvan zullen zwaar zijn; zijn hoogte van zestig ellen, en zijn breedte van zestig ellen;
Ook hielden de kinderen der gevangenis het pascha, op den veertienden der eerste maand.
Want op den eersten der eerste maand was het begin des optochts uit Babel, en op den eersten der vijfde maand kwam hij te Jeruzalem, naar de goede hand zijns Gods over hem.
Alzo verreisden wij van de rivier Ahava, op den twaalfden der eerste maand, om te gaan naar Jeruzalem; en de hand onzes Gods was over ons, en redde ons van de hand des vijands, en desgenen, die ons lagen legde op den weg.
Want zij hebben van hun dochteren genomen voor zichzelven en voor hun zonen, zodat zich vermengd hebben het heilig zaad met de volken dezer landen; ja, de hand der vorsten en overheden is de eerste geweest in deze overtreding.
En zij voleindden het met alle mannen, die vreemde vrouwen bij zich hadden doen wonen, tot op den eersten dag der eerste maand.
In de eerste maand (deze is de maand Nisan) in het twaalfde jaar van den koning Ahasveros, wierp men het Pur, dat is, het lot, voor Hamans aangezicht, van dag tot dag, en van maand tot maand, tot de twaalfde maand toe; deze is de maand Adar.
Toen werden de schrijvers des konings geroepen, in de eerste maand, op den dertienden dag derzelve, en er werd geschreven naar alles, wat Haman beval, aan de stadhouders des konings, en aan de landvoogden, die over elk landschap waren, en aan de vorsten van elk volk, elk landschap naar zijn schrift, en elk volk naar zijn spraak; er werd geschreven in den naam van den koning Ahasveros, en het werd met des konings ring verzegeld.
Zijt gij de eerste een mens geboren? Of zijt gij voor de heuvelen voortgebracht?
En de HEERE zegende Jobs laatste meer dan zijn eerste; want hij had veertien duizend schapen, en zes duizend kemelen, en duizend juk runderen, en duizend ezelinnen.
En hij noemde den naam der eerste Jemima, en den naam der tweede Kezia, en den naam der derde Keren-Happuch.
Die de eerste is in zijn twistzaak, schijnt rechtvaardig te zijn; maar zijn naaste komt, en hij onderzoekt hem.
Als een erfenis in het eerste verhaast wordt, zo zal haar laatste niet gezegend worden.
Leer den jongen de eerste beginselen naar den eis zijns wegs; als hij ook oud zal geworden zijn, zal hij daarvan niet afwijken.
En Ik zal u uw rechters wedergeven, als in het eerste, en uw raadslieden als in den beginne; daarna zult gij een stad der gerechtigheid, een getrouwe stad, genoemd worden.
Wie heeft dit gewrocht en gedaan, roepende de geslachten van den beginne? Ik, de HEERE, Die de Eerste ben, en met den Laatste ben Ik Dezelfde.
Ik, de Eerste zeg tot Sion: Zie, zie ze daar! en tot Jeruzalem; Ik zal een blijden boodschapper geven.
Uw eerste vader heeft gezondigd, en uw uitleggers hebben tegen Mij overtreden.
Zo zegt de HEERE, de Koning van Israel, en zijn Verlosser, de HEERE der heirscharen: Ik ben de Eerste, en Ik ben de Laatste, en behalve Mij is er geen God.
Hoor naar Mij, o Jakob! en gij Israel, Mijn geroepene! Ik ben Dezelfde; Ik ben de Eerste, ook ben Ik de Laatste.
Een troon der heerlijkheid, een hoogheid van het eerste aan, is de plaats onzes heiligdoms.
In den enen korf waren zeer goede vijgen, als de eerste rijpe vijgen zijn; maar in den anderen korf waren zeer boze vijgen, die vanwege de boosheid niet konden gegeten worden.
Het woord, dat tot Jeremia geschied is over het ganse volk van Juda, in het vierde jaar van Jojakim, zoon van Josia, koning van Juda (dit was het eerste jaar van Nebukadrezar, koning van Babel);
Zoekresultaten vervolgd...
Verwante onderwerpen
- Begin
- Begin En Einde
- Bijzondere Dingen
- Christelijke Houding Tegenover Valse Leerstellingen
- De Eerste Aanblik Van Christus
- De Eerste Dag Van De Week
- De Eerste Tempel
- Een Nieuwe Start
- Eerst Zijn
- Eerste Acties