113 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Samaria' in de Bijbel

Want de zaak zal gewisselijk geschieden, die hij door het woord des HEEREN uitgeroepen heeft tegen het altaar, dat te Beth-El is, en tegen al de huizen der hoogten, die in de steden van Samaria zijn.

VersbegrippenHeiligdommenWoorden Van De Mens Die Vervuld Worden

En hij kocht den berg Samaria van Semer, voor twee talenten zilvers, en bebouwde den berg; en noemde den naam der stad, die hij bouwde, naar den naam van Semer, den heer des bergs, Samaria.

VersbegrippenBouwenMunstelsel

En Omri ontsliep met zijn vaderen, en werd begraven te Samaria; en zijn zoon Achab regeerde in zijn plaats.

VersbegrippenKoningen Van Het Noordelijk Koninkrijk

En Achab, de zoon van Omri, werd koning over Israel, in het acht en dertigste jaar van Asa, den koning van Juda; en Achab, de zoon van Omri, regeerde over Israel, te Samaria, twee en twintig jaren.

Versbegrippen20 Tot 30 Jaar

En hij richtte voor Baal een altaar op, in het huis van Baal, hetwelk hij te Samaria gebouwd had.

VersbegrippenHeidense TempelsHeidense AltarenAltaren BouwenJezebel

En Elia ging heen, om zich aan Achab te vertonen. En de honger was sterk in Samaria.

En Benhadad, de koning van Syrie, vergaderde al zijn macht; en twee en dertig koningen waren met hem, en paarden en wagenen; en hij toog op, en belegerde Samaria en krijgde tegen haar.

VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaAanvallenStrijdwagensPaardenBelegeringDertig En Nog IetsNaties die Israël aanvallenSyrië

En Benhadad zond tot hem en zeide: De goden doen mij zo, en doen zo daartoe, indien het stof van Samaria genoeg zal zijn tot handvollen voor al het volk, dat mijn voetstappen volgt!

VersbegrippenGrootsprekersWijdverbreid Als StofTekort Aan Andere Dingen Dan Voedsel

En de jongens van de oversten der landschappen togen eerst uit. Doch Benhadad zond enigen uit, en zij boodschapten hem, zeggende: Uit Samaria zijn mannen uitgetogen.

VersbegrippenEerste Om Te Vechten

En hij zeide tot hem: De steden, die mijn vader van uw vader genomen heeft, zal ik wedergeven, en maak u straten in Damaskus, gelijk mijn vader in Samaria gemaakt heeft. En ik, antwoordde Achab, zal u met dit verbond dan laten gaan. Zo maakte hij een verbond met hem, en liet hem gaan.

VersbegrippenVerbondsrelatiesWettelijke OvereenkomstenVerbrekers Van VerbondTrouw In Menselijke RelatiesMarktenTeruggaveHandelVerdragSteden in Israël

En de koning van Israel toog henen, gemelijk en toornig, naar zijn huis, en kwam te Samaria.

VersbegrippenWoedende Mensen

Het geschiedde nu na deze dingen, alzo Naboth, en Jizreeliet, een wijngaard had, die te Jizreel was, bij het paleis van Achab, den koning van Samaria.

VersbegrippenPaleizenSamaritanenLijst van koningen van Israël

Maak u op, ga henen af, Achab, den koning van Israel, tegemoet, die in Samaria is; zie hij is in den wijngaard van Naboth, waarhenen hij afgegaan is, om dien erfelijk te bezitten.

VersbegrippenGoddelijke RichtingLijst van koningen van IsraëlBezittingen Nemen

De koning van Israel nu, en Josafat, de koning van Juda, zaten elk op zijn troon, bekleed met hun klederen, op het plein, aan de deur der poort van Samaria; en al de profeten profeteerden in hun tegenwoordigheid.

VersbegrippenPoortenGewadenSchool Van ProfetenDorsvloerTroonAan De Poort ZittenOnderscheidende Kleding

Alzo stierf de koning, en werd naar Samaria gebracht; en zij begroeven den koning te Samaria.

VersbegrippenOvereten

Als men nu den wagen in den vijver van Samaria spoelde, lekten de honden zijn bloed, waar de hoeren wiesen, naar het woord des HEEREN,, dat Hij gesproken had.

VersbegrippenHondenBaden Voor VerfrissingTaalWoord Van GodPoelenMensenetende DierenBloed DrinkenReine Objecten

Ahazia, de zoon van Achab, werd koning over Israel te Samaria, in het zeventiende jaar van Josafat, den koning van Juda, en regeerde twee jaren over Israel.

VersbegrippenDe Noden Van KinderenKinderen, Voorbeelden Van Slecht OuderschapVoorbeelden Van MoedersVerantwoordelijkheden Van MoedersSlechte Koningen NabootsenJezebel

En Ahazia viel door een tralie in zijn opperzaal, die te Samaria was, en werd krank. En hij zond boden, en zeide tot hen: Gaat heen, vraagt Baal-Zebub, den god van Ekron, of ik van deze krankheid genezen zal.

VersbegrippenHandicapsBeëlzebubHelenHuizenOorzaken Van LijdenMensen Die Van Een Hoogte VallenDe Bovenste Kamers

Maar de Engel des HEEREN sprak tot Elia, den Thisbiet: Maak u op, ga op, den boden des konings van Samaria tegemoet, en spreek tot hen: Is het, omdat er geen God in Israel is, dat gijlieden heengaat, om Baal-Zebub, den god van Ekron, te vragen?

VersbegrippenBoodschapperGoddelijke Richting

En hij ging van daar naar den berg Karmel; en van daar keerde hij weder naar Samaria.

Joram nu, de zoon van Achab, werd koning over Israel te Samaria, in het achttiende jaar van Josafat, den koning van Juda, en hij regeerde twaalf jaren.

VersbegrippenTien Tot Veertien JaarLijst van koningen van IsraëlKoningen Van Juda

Zo toog de koning Joram ter zelfder tijd uit Samaria, en monsterde gans Israel.

VersbegrippenVerzamelende TroepenAardse Vijanden

Deze zeide tot haar vrouw: Och, of mijn heer ware voor het aangezicht van den profeet, die te Samaria is, dan zou hij hem van zijn melaatsheid ontledigen.

VersbegrippenMissie Van IsraëlDe Rol Van ProfetenBehulpzame KinderenLeprozen GenezenGenoemde Profeten Van De HeerMinnares

Toen zeide Elisa tot hen: Dit is de weg niet, en dit is de stad niet; volgt mij na, en ik zal u leiden tot den man, dien gij zoekt; en hij leidde hen naar Samaria.

En het geschiedde, als zij te Samaria gekomen waren, dat Elisa zeide: HEERE, open de ogen van dezen, dat zij zien! En de HEERE opende hun ogen, dat zij zagen; en ziet, zij waren in het midden van Samaria.

VersbegrippenDe Wonderen Van ElishaZicht Ontvangen

En het geschiedde daarna, dat Benhadad, de koning van Syrie, zijn gehele leger verzamelde, en optoog, en Samaria belegerde.

VersbegrippenBelegeringNaties die Israël aanvallenSyrië

En er werd grote honger in Samaria; want ziet, zij belegerden ze, totdat een ezelskop voor tachtig zilverlingen was verkocht, en een vierendeel van een kab duivenmest voor vijf zilverlingen.

VersbegrippenVoorbeelden Van HongersnoodMunstelselDrek En MestHoofdenMonotonieDe Aard Van LijdenGewichten En Maten, DroogOntlastingHulp Bij SchaarsteEen Vierde PadDuurAndere InhoudsmatenVriendjesPoep

Toen zeide Elisa: Hoort het woord des HEEREN; zo zegt de HEERE: Morgen omtrent dezen tijd zal een maat meelbloem verkocht worden voor een sikkel, en twee maten gerst voor een sikkel, in de poort van Samaria.

VersbegrippenVoedselMunstelselVoorspellingen Van ElishaPoortenGraanVoorspelling, Methodes In OTHandelGewichten En Maten, DroogHandelingen Van De Mens MorgenGoedkoopAndere InhoudsmatenMorgenMarketing

Want het was geschied, gelijk de man Gods gesproken had tot den koning, zeggende: Morgen omtrent dezen tijd zullen twee maten gerst voor een sikkel, en een maat meelbloem voor een sikkel verkocht worden, in de poort van Samaria.

VersbegrippenHandelingen Van De Mens MorgenGoedkoopAndere InhoudsmatenMorgen

Achab nu had zeventig zonen te Samaria; en Jehu schreef brieven, dewelke hij zond naar Samaria, tot de oversten van Jizreel, de oudsten, en tot de voedsterheren van Achab, zeggende:

VersbegrippenBestuurdersBewaardersDe Jaren Zeventig

En hij maakte zich op, en toog heen en ging naar Samaria; en zijnde te Beth-Heked der herderen, op den weg,

VersbegrippenZij Die Voorraad Hadden

En toen hij te Samaria kwam, sloeg hij allen, die aan Achab te Samaria overgebleven waren, totdat hij hem verdelgd had, naar het woord des HEEREN, dat Hij tot Elia gesproken had.

VersbegrippenWoord Van GodGanse Families Doden

En Jehu ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem te Samaria, en zijn zoon Joahaz werd koning in zijn plaats.

VersbegrippenKoningen Van Het Noordelijk KoninkrijkLijst van koningen van Israël

En de dagen, die Jehu over Israel geregeerd heeft in Samaria, zijn acht en twintig jaren.

Versbegrippen20 Tot 30 JaarLijst van koningen van Israël

In het drie en twintigste jaar van Joas, den zoon van Ahazia, den koning van Juda, werd Joahaz, de zoon van Jehu, koning over Israel, te Samaria, en regeerde zeventien jaren.

Versbegrippen15 Tot 20 JaarLijst van koningen van Israël

Nochtans weken zij niet af van de zonden van het huis van Jerobeam, die Israel zondigen deed; maar hij wandelde daarin; en het bos bleef ook staan te Samaria.)

VersbegrippenAsherah Dienen

En Joahaz ontsliep met zijn vaderen, en zij begroeven hem te Samaria; en Joas, zijn zoon, regeerde in zijn plaats.

VersbegrippenKoningen Van Het Noordelijk KoninkrijkLijst van koningen van Israël

In het zeven en dertigste jaar van Joas, den koning van Juda, werd Joas, de zoon van Joahaz, koning over Israel, te Samaria, en regeerde zestien jaren.

Versbegrippen15 Tot 20 JaarLijst van koningen van Israël

En Joas ontsliep met zijn vaderen, en Jerobeam zat op zijn troon. En Joas werd begraven te Samaria, bij de koningen van Israel.

VersbegrippenLijst van koningen van Israël

En hij nam al het goud, en het zilver, en al de vaten, die gevonden werden in het huis des HEEREN, en in de schatten van des konings huis, mitsgaders gijzelaars; en hij keerde weder naar Samaria.

VersbegrippenGoudOpslaanGeld Voor De TempelGemengde Metalen Nemen

En Joas ontsliep met zijn vaderen, en werd te Samaria begraven bij de koningen van Israel; en zijn zoon Jerobeam werd koning in zijn plaats.

VersbegrippenSlaap En DoodKoningen Van Het Noordelijk KoninkrijkLijst van koningen van Israël

In het vijftiende jaar van Amazia, den zoon van Joas, den koning van Juda, werd te Samaria koning, Jerobeam, de zoon van Joas, koning van Israel, en regeerde een en veertig jaren.

Versbegrippen40 Tot 50 jaarLijst van koningen van IsraëlKoningen Van Juda

In het acht en dertigste jaar van Azaria, den koning van Juda, regeerde Zacharia, de zoon van Jerobeam, over Israel te Samaria, zes maanden.

VersbegrippenVijf Maanden En MeerLijst van koningen van Israël

Sallum, de zoon van Jabes, werd koning, in het negen en dertigste jaar van Uzzia, den koning van Juda; en hij regeerde een volle maand te Samaria.

VersbegrippenEen MaandLijst van koningen van Israël

Want Menahem, de zoon van Gadi, toog op van Thirza, en kwam te Samaria, en sloeg Sallum, den zoon van Jabes, te Samaria, en doodde hem, en werd koning in zijn plaats.

VersbegrippenKoningen DodenKoningen Van Het Noordelijk KoninkrijkLijst van koningen van Israël

In het negen en dertigste jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Menahem, den zoon van Gadi, koning over Israel, en regeerde tien jaren te Samaria.

VersbegrippenTien Tot Veertien JaarLijst van koningen van Israël

In het vijftigste jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Pekahia, de zoon van Menahem, koning over Israel, en regeerde twee jaren te Samaria.

VersbegrippenTwee JaarLijst van koningen van Israël

En Pekah, de zoon van Remalia, zijn hoofdman, maakte een verbintenis tegen hem, en sloeg hem te Samaria, in het paleis van het huis des konings, met Argob en met Arje, en met hem vijftig mannen van de kinderen der Gileadieten; alzo doodde hij hem, en werd koning in zijn plaats.

VersbegrippenCitadelsSamenzweringenOfficierenPaleizenDe Jaren VijftigKoningen DodenKoningen Van Het Noordelijk KoninkrijkLijst van koningen van IsraëlReuben Gad en Half Manasse

In het twee en vijftigste jaar van Azaria, den koning van Juda, werd Pekah, de zoon van Remalia, koning over Israel, en regeerde twintig jaren te Samaria.

Versbegrippen20 Tot 30 JaarLijst van koningen van Israël

In het twaalfde jaar van Achaz, den koning van Juda, werd Hosea, de zoon van Ela, koning over Israel te Samaria, en regeerde negen jaren.

VersbegrippenAcht Of Negen JaarLijst van koningen van Israël

Want de koning van Assyrie toog op in het ganse land; ja, hij kwam op naar Samaria, en hij belegerde haar drie jaren.

VersbegrippenDrie JaarNaties die Israël aanvallen

In het negende jaar van Hosea, nam de koning van Assyrie Samaria in, en voerde Israel weg in Assyrie, en deed ze wonen in Halah, en in Habor, aan de rivier Gozan, en in de steden der Meden.

VersbegrippenRivieren En StromenKolonisatieVerbanning van Israël naar AssyriëSteden Veroveren

De koning nu van Assyrie bracht volk van Babel, en van Chuta, en van Avva, en van Hamath, en Sefarvaim, en deed hen wonen in de steden van Samaria, in de plaats der kinderen Israels; en zij namen Samaria erfelijk in, en woonden in haar steden.

VersbegrippenBallingschap In AssyriëSamaritanenKolonisatieVerbannen VreemdelingenUitwisseling Van NatiesVersterking

Daarom spraken zij tot den koning van Assyrie, zeggende: De volken, die gij vervoerd hebt, en hebt doen wonen in de steden van Samaria, weten de wijze des Gods van het land niet; daarom heeft Hij leeuwen onder hen gezonden, en ziet, zij doden hen, dewijl zij niet weten de wijze des Gods van het land.

VersbegrippenAfwijzing Van God

Zo kwam een uit de priesteren, die zij van Samaria weggevoerd hadden, en woonde te Beth-El; en hij leerde hun, hoe zij den HEERE vrezen zouden.

Het geschiedde nu in het vierde jaar van den koning Hizkia (hetwelk was het zevende jaar van Hosea, den zoon van Ela, den koning van Israel) dat Salmaneser, de koning van Assyrie, opkwam tegen Samaria, en haar belegerde.

VersbegrippenLijst van koningen van IsraëlNaties die Israël aanvallen

En zij namen haar in ten einde van drie jaren, in het zesde jaar van Hizkia; het was het negende jaar van Hosea, den koning van Israel, als Samaria ingenomen werd.

VersbegrippenDrie JaarSteden VeroverenLijst van koningen van Israël

Waar zijn de goden van Hamath, en van Arpad? Waar zijn de goden van Sefarvaim, Hena en Ivva? Ja, hebben zij Samaria uit mijn hand gered?

VersbegrippenGrootsprekers

En Ik zal over Jeruzalem het meetsnoer van Samaria trekken, mitsgaders het paslood van het huis van Achab; en Ik zal Jeruzalem uitwissen, gelijk als men een schotel uitwist; men wist dien uit, en men keert hem om op zijn holligheid.

VersbegrippenSchietloodOndersteboven KerenReine Objecten

En hij zeide: Laat hem liggen, dat niemand zijn beenderen verroere. Zo bevrijdden zij zijn beenderen, met de beenderen van den profeet, die uit Samaria gekomen was.

VersbegrippenAnonieme Profeten Van De Heer

Daartoe nam Josia ook weg al de huizen der hoogten, die in de steden van Samaria waren, die de koningen van Israel gemaakt hadden, om den HEERE tot toorn te verwekken; en hij deed dezelve naar al de daden, die hij te Beth-El gedaan had.

VersbegrippenSamaritanenHereniging

En ten einde van enige jaren toog hij af tot Achab naar Samaria; en Achab slachtte schapen en runderen voor hem in menigte, en voor het volk, dat met hem was; en hij porde hem aan, om op te trekken naar Ramoth in Gilead.

VersbegrippenBezoeken

De koning van Israel nu en Josafat, de koning van Juda, zaten elk op zijn troon, bekleed met hun klederen, en zij zaten op het plein, aan de deur der poort van Samaria; en al de profeten profeteerden in hun tegenwoordigheid.

VersbegrippenGewadenSchool Van ProfetenDorsvloerTroon

Daarna zocht hij Ahazia, en zij kregen hem (want hij was verstoken in Samaria), en zij brachten hem tot Jehu, en zij doodden hem, en begroeven hem; want zij zeiden: Hij is de zoon van Josafat, die den HEERE met zijn ganse hart gezocht heeft. Zo had het huis van Ahazia niemand, die kracht behield tot het koninkrijk.

Maar de mannen der benden, die Amazia had doen wederkeren, dat zij met hem in den strijd niet zouden trekken, die deden een inval in de steden van Juda, van Samaria af tot Beth-horon toe, en sloegen van hen drie duizend, en roofden veel roofs.

VersbegrippenDrieduizend En MeerTwaalf Wezens

Daartoe nam hij al het goud, en het zilver, en al de vaten, die in het huis Gods gevonden werden, bij Obed-Edom, en de schatten van het huis des konings, mitsgaders gijzelaars, en hij keerde weder naar Samaria.

VersbegrippenHeiligschennisTwaalf Wezens

En de kinderen Israels voerden van hun broederen gevankelijk weg tweehonderd duizend, vrouwen, zonen en dochteren, en plunderden ook veel roofs van hen; en zij brachten den roof te Samaria.

VersbegrippenSlavernij In OTTweehonderd Duizend En Meer

Aldaar nu was een profeet des HEEREN, wiens naam was Oded; die ging uit, het heir tegen, dat naar Samaria kwam, en zeide tot hen: Ziet, door de grimmigheid des HEEREN, des Gods uwer vaderen, over Juda, heeft Hij hen in uw hand gegeven, en gij hebt hen doodgeslagen in toornigheid, die tot aan den hemel raakt.

De mannen nu, die met namen uitgedrukt zijn, maakten zich op, en grepen de gevangenen, en kleedden van den roof al hun naakten; en zij kleedden hen, en schoeiden hen, en spijsden hen, en drenkten hen, en zalfden hen, en voerden ze op ezelen, allen die zwak waren, en brachten hen te Jericho, de Palmstad, bij hun broederen; daarna keerden zij weder naar Samaria.

VersbegrippenBlote VoetenBezittingen GevenMenselijke VrijgevigheidBalsemsBehulpzaamNaaktheidZalvingGouden Voorwerpen Voor Het Tabernakel

En de overige volkeren, die de grote en vermaarde Asnappar heeft vervoerd, en doen wonen in de stad van Samaria, ook de overigen, aan deze zijde der rivier, en op zulken tijd.

VersbegrippenVerbannen VreemdelingenVoorbij De RivierVoorbij De Eufraat

De koning zond antwoord aan Rehum, den kanselier, en Simsai, den schrijver, en de overigen van hun gezelschappen, die te Samaria woonden; mitsgaders aan de overigen van deze zijde der rivier aldus: Vrede, en op zulken tijd.

VersbegrippenGroetenMensen BeantwoordenVoorbij De RivierHeidense HeersersVoorbij De Eufraat

En sprak in de tegenwoordigheid zijner broederen en van het heir van Samaria, en zeide: Wat doen deze amechtige Joden? Zal men hen laten geworden? Zullen zij offeren? Zullen zij het in een dag voleinden? Zullen zij de steentjes uit de stofhopen levend maken, daar zij verbrand zijn?

VersbegrippenJudaïsmeKarakter Van Het KwaadZwakteAntisemitismeKorte Tijd Voor Actie

Ondertussen zal Samaria Efraims hoofd zijn, en de zoon van Remalia het hoofd van Samaria. Indien gijlieden niet gelooft, zekerlijk, gij zult niet bevestigd worden.

VersbegrippenDe Noodzakelijkheid Van GeloofOngeloof, Gevolg Van Schuldig ZijnVastberadenheidTwijfelen Aan GodNoordelijk Koninkrijk Israël

Want eer dat knechtje zal kunnen roepen: Mijn vader! of, mijn moeder! zal men den rijkdom van Damaskus, en den buit van Samaria dragen voor het aangezicht van den koning van Assur.

VersbegrippenDe Profetie Over AssyriëDe Profetie Over DamascusBeperkingen Van De JeugdDamascus

En al dit volk zal het gewaar worden, Efraim en de inwoner van Samaria; in hoogmoed en grootsheid des harten, zeggende:

VersbegrippenJacob De PatriarchWoord Van God

Is niet Kalno gelijk Karchemis? Is Hamath niet gelijk Arfad? Is niet Samaria gelijk Damaskus?

Gelijk als mijn hand gevonden heeft de koninkrijken der afgoden, ofschoon hun gesneden beelden beter zijn, dan die van Jeruzalem, en dan die van Samaria;

VersbegrippenGod Is Waarheidlievend

Gelijk als ik gedaan heb aan Samaria en aan haar afgoden, zou ik alzo niet kunnen doen aan Jeruzalem en aan haar afgoden?

VersbegrippenGod Tegen Afgoderij

Waar zijn de goden van Hamath en Arpad? Waar zijn de goden van Sefarvaim? Hebben zij ook Samaria van mijn hand gered?

VersbegrippenKolonisatie

Ik heb wel ongerijmdheid gezien in de profeten van Samaria, die door Baal, profeteerden, en Mijn volk Israel verleidden.

VersbegrippenNood Aan Gods BegeleidingVoorbeelden Van Valse ProfetenMisleid WordenVolgelingen Van BaalProfeten Van Andere Goden

Gij zult weder wijngaarden planten op de bergen van Samaria; de planters zullen planten, en de vrucht genieten.

VersbegrippenPlezier, Materiële DingenBeroepenSamaritanenZaaien En OogstenWijngaarden PlantenLetterlijk PlantenLandbouw

Zo kwamen er lieden van Sichem, van Silo, en van Samaria, tachtig man, hebbende den baard afgeschoren, en de klederen gescheurd, en zichzelven gesneden; en spijsoffer en wierook waren in hun hand, om ten huize des HEEREN te brengen.

VersbegrippenScheuren Van KledingBaardenMessenScherenNummer TachtigKerven Van LichamenZij Die Kledij VerscheurdenJaren TachtigDe Tempel In Silo

Uw grote zuster nu is Samaria, zij en haar dochteren, dewelke woont aan uw linkerhand; maar uw zuster, die kleiner is dan gij, die tegen uw rechterhand woont, is Sodom en haar dochteren.

VersbegrippenVerwante Naties

Samaria ook heeft naar de helft uwer zonden niet gezondigd; en gij hebt uw gruwelen meer dan zij vermenigvuldigd, en hebt uw zusters gerechtvaardigd door al uw gruwelen, die gij gedaan hebt.

VersbegrippenVergelijkingenUiterlijkhedenHelft Van De DingenMensen In RechtvaardigheidGods Volk Zondigde

Als Ik haar gevangenen wederbrengen zal, namelijk de gevangenen van Sodom en haar dochteren, en de gevangenen van Samaria en haar dochteren, dan zal Ik wederbrengen de gevangenen uwer gevangenis in het midden van haar.

VersbegrippenHerstelling

Als uw zusters, Sodom en haar dochteren, zullen wederkeren tot haar vorigen staat, mitsgaders Samaria en haar dochteren zullen wederkeren tot haar vorigen staat, zult gij ook en uw dochteren wederkeren tot uw vorigen staat.

Haar namen nu waren: Ohola, de grootste, en Oholiba, haar zuster; en zij werden de Mijne, en baarden zonen en dochteren; dit waren haar namen: Samaria is Ohola, en Jeruzalem Oholiba.

VersbegrippenVerwante NatiesMensen Die Behoren Tot God

Van dronkenschap en jammer zult gij vol worden; de beker van uw zuster Samaria is een beker der verwoesting en der eenzaamheid.

VersbegrippenVernietigingVerwante NatiesMensen Die Versteld Staan

Terwijl Ik Israel genees, zo wordt Efraims ongerechtigheid ontdekt, mitsgaders de boosheden van Samaria; want zij werken valsheid; en de dief gaat er in, de bende der straatschenders stroopt daar buiten.

VersbegrippenWegenStratenValse WegenGeen GenezingZonde Veroorzaakt ZiekteDingen Manifesteren

Uw kalf, o Samaria! heeft u verstoten; Mijn toorn is tegen hen ontstoken; hoe lang zullen zij de reinigheid niet verdragen?

VersbegrippenMorele En Spirituele ZuiverheidDingen AfwijzenVoor Mensen HandelenGod Tegen Afgoderij

Want dat is ook uit Israel; een werkmeester heeft het gemaakt, en het is geen God, maar het zal tot stukken worden, het kalf van Samaria.

VersbegrippenGebroken Dingen

De inwoners van Samaria zullen verschrikt zijn over het kalf van Beth-Aven; want zijn volk zal over hetzelve treuren, mitsgaders zijn Chemarim (die zich over hetzelve verheugden), over zijn heerlijkheid, omdat zij van hetzelve is weggevaren.

VersbegrippenEnkelsHet Instituut Priesters In De Tijd Van OTGouden KalverenAngst Voor Andere DingenRouwen Met SpijtDe Aard Van AfgoderijDe Eer Verliezen

De koning van Samaria is afgehouwen, als schuim op het water.

VersbegrippenEen Weinig

Samaria zal woest worden, want zij is wederspannig geweest tegen haar God; zij zullen door het zwaard vallen, hun kinderkens zullen verpletterd, en hun zwangere vrouwen zullen opengesneden worden.

VersbegrippenTerugkeren Naar GodOndergang

Doet het horen in de paleizen te Asdod, en in de paleizen in Egypteland, en zegt: Verzamelt u op de bergen van Samaria, en ziet de grote beroerten in het midden van haar, en de verdrukten binnen in haar.

VersbegrippenLijden En OntberingSamenkomst Andere NatiesOnderdrukkersVerwarring Onder De NatiesDe Bergen Van Israël

Alzo zegt de HEERE: Gelijk als een herder twee schenkelen, of een stukje van een oor uit des leeuwen muil redt, alzo zullen de kinderen Israels gered worden, die daar zitten te Samaria, in den hoek van het bed, en op de sponde van de koets.

VersbegrippenBenenMondenRestHerder Als BeroepBeddenBijhouden VoorraadDamascus

Hoort dit woord, gij koeien van Basan! gij, die op den berg van Samaria zijt, die de armen verdrukt, die de nooddruftigen verplettert; gij, die tot hunlieder heren zegt: Brengt aan, opdat wij drinken.

VersbegrippenKoeienDe BehoeftigenAard En Doel Van VrijetijdDe Aard Van OnderdrukkingDe Aard Van LijdenSlechte Reacties Tegenover De ArmenGebruik Van AlcoholWijn HalenVrouwen Die Verkeerd DoenDe Armen Niet HelpenHet Vrouw Zijn

Wee den gerusten te Sion, en den zekeren op den berg van Samaria! die de voornaamste zijn van de eerstelingen der volken, en tot dewelke die van het huis Israels komen.

VersbegrippenVals VertrouwenZelfgenoegzaamheidAard En Doel Van VrijetijdMenselijke Zoektocht Naar VredeVeiligheidZij Op Hun GemakWee Israël en Jeruzalem

Die daar zweren bij de schuld van Samaria, en zeggen: Zo waarachtig als uw God van Dan leeft, en de weg van Ber-seba leeft! en zij zullen vallen, en niet weder opstaan.

VersbegrippenDe Onzekerheid Van De GoddelozenProstitueesLevende DingenSchaamte Over AfgoderijVloeken

En die van het zuiden zullen Ezau's gebergte, en die van de laagte zullen de Filistijnen erfelijk bezitten; ja, zij zullen het veld van Efraim en het veld van Samaria erfelijk bezitten; en Benjamin Gilead.

VersbegrippenDe Shephelah

Public domain