763 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Zonen' in de Bijbel

En nu HEERE, God van Israel, houd Uw knecht, mijn vader David, wat Gij tot hem gesproken hebt, zeggende: Geen man zal u van voor Mijn aangezicht afgesneden worden, die op den troon van Israel zitte; alleenlijk zo uw zonen hun weg bewaren, om te wandelen voor Mijn aangezicht, gelijk als gij gewandeld hebt voor Mijn aangezicht.

VersbegrippenTroonSaul En David

En de zuster van Tachpenes baarde hem zijn zoon Genubath, denwelken Tachpenes optoog in het huis van Farao; zodat Genubath in het huis van Farao was, onder de zonen van Farao.

VersbegrippenSpenenAdoptie

Hij maakte ook een huis der hoogten; en maakte priesteren van de geringsten des volks, die niet waren uit de zonen van Levi.

VersbegrippenHoge PlaatsenHet Instituut Priesters In De Tijd Van OT

En hun vader sprak tot hen: Wat weg is hij getogen? En zijn zonen hadden den weg gezien, welken de man Gods was getogen, die uit Juda gekomen was.

VersbegrippenWaarheen?

Toen zeide hij tot zijn zonen: Zadelt mij den ezel. En zij zadelden hem den ezel, en hij reed daarop.

VersbegrippenReis VoorbereidenEzels Zadelen

Verder sprak hij tot zijn zonen, zeggende: Zadelt mij den ezel. En zij zadelden hem.

VersbegrippenReis VoorbereidenEzels Zadelen

Het geschiedde nu, nadat hij hem begraven had, dat hij sprak tot zijn zonen, zeggende: Als ik zal gestorven zijn, zo begraaft mij in dat graf, waarin de man Gods begraven is, en legt mijn beenderen bij zijn beenderen.

VersbegrippenHet GrafBenenEen Andere Zijn BegraafplaatsBegraafplaatsen

Toen zeide een man uit de zonen der profeten tot zijn naaste, door het woord des HEEREN: Sla mij toch. En de man weigerde hem te slaan.

VersbegrippenZonen Van De Profeten

En zet tegenover hem twee mannen, zonen Belials, die tegen hem getuigen, zeggende: Gij hebt God en den koning gezegend; en voert hem uit, en stenigt hem, dat hij sterve.

VersbegrippenSociale EthiekVormen Van VervolgingSatan Als De Vijand Van GodTwee GetuigenTwee GetuigenGod VervloekenGenoemde Individuen Doden

Toen kwamen de twee mannen, zonen Belials, en zetten zich tegenover hem; en de mannen Belials getuigden tegen hem, tegen Naboth, voor het volk, zeggende: Naboth heeft God en den koning gezegend. En zij voerden hem buiten de stad, en stenigden hem met stenen, dat hij stierf.

VersbegrippenMisdadigersTwee GetuigenTwee GetuigenGod VervloekenGenoemde Individuen Doden

Toen gingen de zonen der profeten, die te Beth-El waren, tot Elisa uit, en zeiden tot hem: Weet gij, dat de HEERE heden uw heer van uw hoofd wegnemen zal? En hij zeide: Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil.

VersbegrippenVragenSchool Van ProfetenStilteScholenZonen Van De ProfetenVandaagMensen Met Algemene KennisAndere Mensen NemenAssertiviteit

Toen traden de zonen der profeten, die te Jericho waren, naar Elisa toe, en zeiden tot hem: Weet gij, dat de HEERE heden uw heer van uw hoofd wegnemen zal? En hij zeide: Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil.

VersbegrippenScholenZonen Van De ProfetenVandaagMensen Met Algemene KennisAndere Mensen NemenSchool

En vijftig mannen van de zonen der profeten gingen henen, en stonden tegenover van verre; en die beiden stonden aan de Jordaan.

VersbegrippenDe Jaren VijftigTegengestelde KantenZonen Van De ProfetenAfstandVoetafdrukken

Kom dan in, en sluit de deur voor u en voor uw zonen toe; daarna giet in al die vaten, en zet weg, dat vol is.

VersbegrippenDeuren SluitenBidden Achter Gesloten Deuren

Zo ging zij van hem, en sloot de deur voor zich en voor haar zonen toe; die brachten haar de vaten toe, en zij goot in.

Toen kwam zij, en gaf het den man Gods te kennen; en hij zeide: Ga heen, verkoop de olie, en betaal uw schuldheer; gij dan met uw zonen, leef bij het overige.

VersbegrippenHandelSchuldBeheren Van GeldGeld Sparen

Als nu Elisa weder te Gilgal kwam, zo was er honger in dat land, en de zonen der profeten zaten voor zijn aangezicht; en hij zeide tot zijn jongen: Zet den groten pot aan, en zied moes voor de zonen der profeten.

VersbegrippenVoorbeelden Van HongersnoodGroepen VoedenScholenZonen Van De Profeten

En hij zeide: Het is wel; mijn heer heeft mij gezonden, om te zeggen: Zie, nu straks zijn tot mij twee jongelingen uit de zonen der profeten, van het gebergte van Efraim gekomen; geef hun toch een talent zilvers en twee wisselklederen.

VersbegrippenVoorbeelden Van BedrogBergenVoorbeelden Van LiegenMensen Die Kleren GevenZonen Van De ProfetenTwee Andere DingenTwee Andere Mannen

Doch de HEERE wilde Juda niet verderven, om Davids Zijns knechts wil; gelijk als Hij hem gezegd had, dat Hij hem te allen tijde voor zijn zonen een lamp zou geven.

VersbegrippenGods Verbond Met DavidOmwille Van Gods Volk

Toen riep de profeet Elisa een van de zonen der profeten, en hij zeide tot hem: Gord uw lenden, en neem deze oliekruik in uw hand, en ga heen naar Ramoth in Gilead.

VersbegrippenRiemenZonen Van De ProfetenActie VoorbereidenGenoemde Profeten Van De Heer

Zo Ik gisteravond niet gezien heb het bloed van Naboth, en het bloed zijner zonen, zegt de HEERE, en Ik u dat niet vergelde op dit stuk lands, zegt de HEERE. Nu dan, neem, werp hem op dat stuk land, naar het woord des HEEREN.

VersbegrippenMenselijk Bloedvergieten

Achab nu had zeventig zonen te Samaria; en Jehu schreef brieven, dewelke hij zond naar Samaria, tot de oversten van Jizreel, de oudsten, en tot de voedsterheren van Achab, zeggende:

VersbegrippenBestuurdersBewaardersDe Jaren Zeventig

Zo wanneer nu deze brief tot u zal gekomen zijn, dewijl de zonen van uw heer bij u zijn, ook de wagenen en de paarden bij u zijn, mitsgaders een vaste stad, en wapenen;

VersbegrippenStrijdwagens

Zo ziet naar den beste en gerechtigste van de zonen uws heren, zet dien op zijns vaders troon; en strijdt voor het huis uws heren.

VersbegrippenTroonMensen KiezenElkaar Bevechten

Toen schreef hij ten tweeden male tot hen een brief, zeggende: Zo gij mijn zijt, en gij naar mijn stem hoort, neemt de hoofden van de mannen, de zonen uws heren, en komt tot mij morgen omtrent dezen tijd naar Jizreel. (De zonen nu de konings, zeventig mannen, waren bij de groten stad, die hen opvoedden.)

VersbegrippenDe Jaren Zeventig

Het geschiedde dan, als die brief tot hen kwam, dat zij de zonen des konings namen, en zeventig mannen sloegen; en zij legden hun hoofden in korven, die zij tot hem zonden naar Jizreel.

VersbegrippenGebruik Van MandenDe Jaren ZeventigZonen En Dochters Doden

En er kwam een bode, en boodschapte hem, zeggende: Zij hebben de hoofden van de zonen des konings gebracht. En hij zeide: Legt ze in twee hopen, aan de deur der poort, tot morgen.

VersbegrippenTwee Lichaamsdelen

Vond Jehu de broederen van Ahazia, den koning van Juda, en hij zeide: Wie zijt gijlieden? En zij zeiden: Wij zijn de broederen van Ahazia, en zijn afgekomen, om de zonen des konings en de zonen der koningin te groeten.

VersbegrippenKoninginnenFamilieleden

De HEERE dan zeide tot Jehu: Daarom dat gij welgedaan hebt, doende wat recht is in Mijn ogen, en hebt aan het huis van Achab gedaan, naar alles, wat in Mijn hart was, zullen u zonen tot het vierde gelid op den troon van Israel zitten.

VersbegrippenGeneratiesZittenTroon

Maar Joseba, de dochter van den koning Joram, de zuster van Ahazia, nam Joas, den zoon van Ahazia, en stal hem uit het midden van des konings zonen, die gedood werden, zettende hem en zijn voedster in een slaapkamer; en zij verborgen hem voor Athalia, dat hij niet gedood werd.

VersbegrippenSlaapkamersPrinsenZustersStelenDoor De Mens In Leven Gehouden WordenGenoemde ZustersPrivé Kamers

Dit was het woord des HEEREN, dat Hij gesproken had tot Jehu, zeggende: U zullen zonen van het vierde gelid op den troon van Israel zitten; en het is alzo geschied.

VersbegrippenGeneratiesVervulde Voorspelling In OTTroonWoord Van GodWoorden Aan Individuen Vervuld

Ook deden zij hun zonen en hun dochteren door het vuur gaan, en gebruikten waarzeggerijen, en gaven op vogelgeschrei acht, en verkochten zich, om te doen dat kwaad was in de ogen des HEEREN, om Hem tot toorn te verwekken.

VersbegrippenValse ReligieKindofferGod TergenConsultatiesHeidense PraktijkenKarakter Van Het KwaadWaarzeggerijMagieHeksen

En de Avieten maakten Nibhaz en Tartak, en de Sefarvieten verbrandden hun zonen voor Adramelech en Anamelech, de goden van Sefarvaim, met vuur.

VersbegrippenHeidense GodenOffer In OTKindoffer

Het geschiedde nu, als hij in het huis van Nisroch, zijn god, zich nederboog, dat Adramelech en Sarezer, zijn zonen, hem met het zwaard versloegen; doch zij ontkwamen in het land van Ararat; en Esar-Haddon, zijn zoon, werd koning in zijn plaats.

VersbegrippenKinderen, Slechte KinderenReligieZwaardenVoorbeelden Van Goddeloze KinderenOntwijdingKoningen DodenOntsnappen Aan MensenVreemde Koningen

Daartoe zullen zij van uw zonen, die uit u zullen voortkomen, die gij gewinnen zult, nemen, dat zij hovelingen zijn in het paleis des konings van Babel.

VersbegrippenBabylon, Israël Verbannen Naar

En zij slachtten de zonen van Zedekia voor zijn ogen, en men verblindde Zedekia's ogen, en zij bonden hem met twee koperen ketenen, en voerden hem naar Babel.

VersbegrippenHandicapsOnvriendelijkVervormingBronsVerblindendAndere VerblindingenZonen En Dochters DodenBronzen Ketenen

Aan Heber nu zijn twee zonen geboren; de naam des enen was Peleg, omdat in zijn dagen het aardrijk verdeeld is, en de naam zijns broeders was Joktan.

En Ofir, en Havila, en Jobab. Alle dezen waren zonen van Joktan.

De kinderen van Midian nu waren Efa, en Efer, en Henoch, en Abida, en Eldaa. Die allen waren zonen van Ketura.

Abraham nu gewon Izak. De zonen van Izak waren Ezau en Israel.

De kinderen van Ana waren Dison; en de zonen van Dison waren Hamram, en Esban, en Jithran, en Cheran.

Maar Thamar, zijn schoondochter, baarde hem Perez en Zerah. Al de zonen van Juda waren vijf.

VersbegrippenVijf MensenSchoondochters

Kaleb nu, de zoon van Hezron, gewon kinderen uit Azuba, zijn vrouw, en uit Jerioth. En de zonen van deze zijn: Jeser, en Sobab, en Ardon.

En hij nam Gesur en Aram, met de vlekken van Jair, van dezelve, met Kenath, en haar onderhorige plaatsen, zestig steden. Deze allen zijn zonen van Machir, den vader van Gilead.

VersbegrippenDe Jaren Zestig

En Sesan had geen zonen, maar dochteren. En Sesan had een Egyptischen knecht, wiens naam was Jarha.

VersbegrippenVaders En Dochter

Deze allen zijn zonen van David, behalve de kinderen der bijwijven, en Thamar hun zuster.

De zonen van Josia nu waren dezen: de eerstgeborene Johanan, de tweede Jojakim, de derde Zedekia, de vierde Sallum.

VersbegrippenEerstgeboren Zonen

Dezes zonen waren Malchiram, en Pedaja, en Senazar, Jekamja, Hosama en Nedabja.

Simei nu had zestien zonen en zes dochteren; maar zijn broeders hadden niet veel kinderen; en hun ganse huisgezin werd zo zeer niet vermenigvuldigd, als van de kinderen van Juda.

VersbegrippenZes MensenZestien

Ook gingen uit hen, te weten uit de kinderen van Simeon, vijfhonderd mannen, tot het gebergte van Seir; en Pelatja, en Nearja, en Refaja, en Izziel, de zonen van Isei, waren hun tot hoofden.

VersbegrippenAmalekietenVier- Tot Vijfhonderd

En dit zijn de namen der zonen van Gerson: Libni en Simei.

De zonen van Samuel nu waren dezen: zijn eerstgeborene was Vasni, daarna Abia.

Dezen nu zijn ze, die daar stonden met hun zonen; van de zonen der Kahathieten, Heman de zanger, de zoon van Joel, den zoon van Samuel,

Aaron nu en zijn zonen rookten op het altaar des brandoffers, en op het reukaltaar, zijnde besteld tot al het werk van het heilige der heiligen, en om over Israel verzoening te doen, naar alles wat Mozes, de knecht Gods, geboden had.

VersbegrippenPlechtighedenWierookPriesterschap in OTHet Instituut Priesters In De Tijd Van OTHeiligdom

En dit waren hun woningen, naar hun kastelen, in hun landpalen, namelijk van de zonen van Aaron, van het huisgezin der Kahathieten, want dat lot was voor hen.

En Maacha, de huisvrouw van Machir, baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Peres, en de naams zijns broeders was Seres, en zijn zonen waren Ulam en Rekem.

En de zonen van Semer waren Ahi en Rohega, Jehubba en Aram.

En Jeuz, en Sochja, en Mirma; dezen zijn zijne zonen, hoofden der vaderen.

En Jifdeja, en Pnuel waren zonen van Sasak.

En Jaaresja, en Elia, en Zichri waren zonen van Jeroham.

Azel nu had zes zonen, en dit zijn hun namen; Azrikam, Bochru, en Ismael, en Searja, en Obadja, en Hanan. Al dezen waren zonen van Azel.

En de zonen van Esek, zijn broeder, waren Ulam, zijn eerstgeborene, Jeus, de tweede, en Elifelet, de derde.

VersbegrippenEerstgeboren Zonen

En de zonen van Ulam waren mannen, kloeke helden, den boog spannende, en zij hadden vele zonen, en zoons zonen, honderd en vijftig. Al dezen waren van de kinderen van Benjamin.

VersbegrippenKleinkinderenBoogschutters In LegersStrijders

Zij dan en hun zonen waren aan de poorten van het huis des HEEREN, in het huis der tent, aan de wachten.

En uit de zonen der priesteren waren de bereiders van het reukwerk der specerijen.

VersbegrippenParfumDe Functie Van Priesters In De Tijd Van OTOlijfolieGeur

Azel nu had zes zonen, en dit zijn hun namen: Azrikam, Bochru, en Ismael, en Searja, en Obadja, en Hanan; dezen zijn Azels zonen.

En de Filistijnen hielden dicht achter Saul aan en achter zijn zonen; en de Filistijnen sloegen Jonathan, en Abinadab, en Malchi-sua, de zonen van Saul.

Alzo stierf Saul en zijn drie zonen; ook zijn ganse huis is tegelijk gestorven.

VersbegrippenDrie KinderenDood Van Een FamilielidFamilie Dood

Als al de mannen van Israel, die in het dal waren, zagen, dat zij gevloden waren, en dat Saul en zijn zonen dood waren, zo verlieten zij hun steden, en zij vloden. Toen kwamen de Filistijnen en woonden daarin.

VersbegrippenLegers Tegen IsraëlIsraël Op De Vlucht

Het geschiedde nu des anderen daags, als de Filistijnen kwamen om de verslagenen te plunderen, zo vonden zij Saul en zijn zonen, liggende op het gebergte Gilboa.

Zo maakten zich alle strijdbare mannen op, en zij namen het lichaam van Saul, en de lichamen zijner zonen, en zij brachten ze te Jabes; en zij begroeven hun beenderen onder een eikenboom te Jabes, en zij vastten zeven dagen.

VersbegrippenAard Van VastenWekenZeven DagenVriendinnetjes

Eliel Hammahavim en Jeribai, en Josavia, de zonen van Elnaam; en Jithma, de Moabiet;

VersbegrippenStrijders

Het hoofd was Ahiezer, en Joas, zonen van Semaa, den Gibeathiet; daarna Jeziel en Pelet, zonen van Azmaveth, en Beracha, en Jehu, de Anathothiet.

En Joela en Zebadja, de zonen van Jeroham, van Gedor.

En David nam meer vrouwen te Jeruzalem, en David gewon meer zonen en dochteren.

VersbegrippenPolygamie

Zo stelden dan de Levieten Heman, den zoon van Joel, en uit zijn broederen Asaf, den zoon van Berechja; en uit de zonen van Merari, hun broederen, Ethan, den zoon van Kusaja;

Met hen dan waren Heman en Jeduthun, met trompetten en cimbalen voor degenen, die zich lieten horen, en met instrumenten der muziek Gods; maar de zonen van Jeduthun waren aan de poort.

VersbegrippenBeroepenTrompetPortiersInstrumentalisten

En het zal geschieden, als uw dagen zullen vervuld zijn, dat gij heengaat tot uw vaderen, zo zal Ik uw zaad na u doen opstaan, hetwelk uit uw zonen zijn zal, en Ik zal zijn koninkrijk bevestigen.

En Benaja, de zoon van Jojada, was over de Krethi en Plethi; maar de zonen van David waren de eersten aan de hand des konings.

Toen zich Ornan wendde, zo zag hij den engel; en zijn vier zonen, die bij hem waren, verstaken zich; en Ornan dorste tarwe.

VersbegrippenDorsenVier MensenZich Verbergen Voor God

De kinderen van Amram waren Aaron en Mozes. Aaron nu werd afgezonderd, dat hij heiligde de allerheiligste dingen, hij en zijn zonen, tot in eeuwigheid, om te roken voor het aangezicht des HEEREN, om Hem te dienen en om in Zijn Naam tot in eeuwigheid te zegenen.

VersbegrippenHeiligheid, Afzonderlijk Voor God

En Eleazar stierf, en hij had geen zonen, maar dochters; en de kinderen van Kis, haar broeders, namen ze.

VersbegrippenNeven En Nichten

Omdat hun standplaats was aan de hand der zonen van Aaron in den dienst van het huis des HEEREN, over de voorhoven, en over de kameren, en over de reiniging van alle heilige dingen, en het werk van den dienst van het huis Gods;

VersbegrippenUitvoering

En dat zij de wacht van de tent der samenkomst zouden waarnemen, en de wacht des heiligdoms, en de wacht der zonen van Aaron, hun broederen, in den dienst van het huis des HEEREN.

VersbegrippenVerantwoordelijkheidPerspectief

Aangaande nu de kinderen van Aaron, dit waren hun verdelingen. De zonen van Aaron waren Nadab, en Abihu, Eleazar en Ithamar.

En zij wierpen ook loten, nevens hun broederen, de zonen van Aaron, voor het aangezicht van den koning David, en Zadok, en Achimelech, en van de hoofden der vaderen onder de priesteren en onder de Levieten; het hoofd der vaderen tegen zijn kleinsten broeder.

Deze allen waren kinderen van Heman, den ziener des konings, in de woorden Gods, om den hoorn te verheffen; want God had Heman veertien zonen gegeven, en drie dochters.

VersbegrippenDrie KinderenVeertienZieners

Het eerste lot nu ging uit voor Asaf, namelijk voor Jozef. Het tweede voor Gedalja; hij en zijn broederen, en zijn zonen, waren twaalf.

Het derde voor Zakkur; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

Het vierde voor Jizri; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

Het vijfde voor Nethanja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

Het zesde voor Bukkia; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

Het zevende voor Jesarela; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

Het achtste voor Jesaja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

Het negende voor Mattanja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

Het tiende voor Simei; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

Het elfde voor Azareel; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

Het twaalfde voor Hasabja; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

Het dertiende voor Subael; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

Public domain