'Der' in de Bijbel
Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid.
Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging;
En velen zullen hun verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden.
Want indien God de engelen, die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar, die in de hel geworpen hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis, om tot het oordeel bewaard te worden;
En de oude wereld niet heeft gespaard, maar Noach, den prediker der gerechtigheid, zijn achttal bewaard heeft, als Hij den zondvloed over de wereld der goddelozen heeft gebracht;
En den rechtvaardigen Lot, die vermoeid was van den ontuchtigen wandel der gruwelijken mensen, daaruit verlost heeft;
En zullen verkrijgen het loon der ongerechtigheid, als die de dagelijkse weelde hun vermaak achten, zijnde vlekken en smetten, en zijn weelderig in hun bedriegerijen, als zij in de maaltijden met u zijn;
Hebbende de ogen vol overspel, en die niet ophouden van zondigen; verlokkende de onvaste zielen, hebbende het hart geoefend in gierigheid, kinderen der vervloeking;
Die den rechten weg verlaten hebbende, zijn verdwaald, en volgen den weg van Balaam, den zoon van Bosor, die het loon der ongerechtigheid liefgehad heeft;
Dezen zijn waterloze fonteinen, wolken van een draaiwind gedreven, denwelken de donkerheid der duisternis in der eeuwigheid bewaard wordt.
Belovende hun vrijheid, daar zijzelven dienstknechten zijn der verdorvenheid; want van wien iemand overwonnen is, dien is hij ook tot een dienstknecht gemaakt.
Want indien zij, nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus Christus, de besmettingen der wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde, van dezelve overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan het eerste.
Want het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, dien gekend hebbende, weder afkeren van het heilige gebod, dat hun overgegeven was.
Dit eerst wetende, dat in het laatste der dagen spotters komen zullen, die naar hun eigen begeerlijkheden zullen wandelen,
En zeggen: Waar is de belofte Zijner toekomst? Want van dien dag, dat de vaders ontslapen zijn, blijven alle dingen alzo gelijk van het begin der schepping.
Maar de hemelen, die nu zijn, en de aarde, zijn door hetzelfde woord als een schat weggelegd, en worden ten vure bewaard tegen den dag des oordeels, en der verderving der goddeloze mensen.
Gij dan, geliefden, zulks te voren wetende, wacht u, dat gij niet door de verleiding der gruwelijke mensen mede afgerukt wordt, en uitvalt van uw vastigheid;
Maar wast op in de genade en kennis van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide nu en in de dag der eeuwigheid. Amen.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (142)
- Exodus (215)
- Leviticus (138)
- Numberi (354)
- Deuteronomium (105)
- Jozua (149)
- Richteren (114)
- Ruth (5)
- 1 Samuël (118)
- 2 Samuël (80)
- 1 Koningen (103)
- 2 Koningen (133)
- 1 Kronieken (145)
- 2 Kronieken (165)
- Ezra (69)
- Nehemia (58)
- Esther (47)
- Job (125)
- Psalmen (307)
- Spreuken (172)
- Prediker (42)
- Hooglied (17)
- Jesaja (292)
- Jeremia (318)
- Klaagliederen (24)
- Ezechiël (238)
- Daniël (89)
- Hosea (26)
- Joël (7)
- Amos (25)
- Obadja (4)
- Jona (4)
- Micha (13)
- Nahum (14)
- Habakuk (13)
- Zefanja (18)
- Zacharia (74)
- Maleachi (30)
- Mattheüs (122)
- Markus (59)
- Lukas (92)
- Johannes (60)
- Handelingen (124)
- Romeinen (93)
- 1 Corinthiërs (57)
- 2 Corinthiër (27)
- Galaten (23)
- Efeziërs (34)
- Filippenzen (10)
- Colossenzen (22)
- 1 Thessalonicenzen (8)
- 2 Thessalonicenzen (9)
- 1 Timotheüs (17)
- 2 Timotheüs (12)
- Titus (6)
- Filémon (1)
- Hebreeën (80)
- Jakobus (17)
- 1 Petrus (24)
- 2 Petrus (18)
- 1 Johannes (7)
- 2 Johannes (1)
- 3 Johannes (2)
- Judas (2)
- Openbaring (107)