379 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Een' in de Bijbel

Toen zag ik, en ziet, een stormwind kwam van het noorden af, een grote wolk, en een vuur daarin vervangen, en een glans was rondom die wolk; en uit het midden daarvan was als de verf van Hasmal, uit het midden des vuurs.

VersbegrippenNatuurlijk LichtBliksemNoordenTheofanieWervelwindenKompassenVanuit Het NoordenVuur Afkomstig Van GodGod Is LichtKleurDe Noorderwind

En uit het midden daarvan kwam de gelijkenis van vier dieren; en dit was hun gedaante: zij hadden de gelijkenis van een mens;

VersbegrippenZoals Mannen

En hun voeten waren rechte voeten, en hun voetplanten waren gelijk de voetplanten van een kalf, en glinsterden gelijk de verf van glad koper.

VersbegrippenVoetenBronsRechte DingenBruisendDingen Zoals BronsTypes VoetenKleur

Hun vleugelen waren samengevoegd, de een aan den ander; zij keerden zich niet om, als zij gingen; zij gingen elkeen recht uit voor zijn aangezicht henen.

VersbegrippenNiet Opzij DraaienEngelenvleugelsVoorwaarts GaanHeilige Dingen Aanraken

Aangaande de gelijkenis der dieren, hun gedaante was als brandende kolen des vuurs, als de gedaante der fakkelen; datzelve vuur ging steeds tussen die dieren; en het vuur had een glans, en uit het vuur kwam een bliksem voort.

VersbegrippenOptreden Van

De dieren nu liepen en keerden weder als de gedaante van een weerlicht.

VersbegrippenHet Gebruikelijke Uitvoeren

Als ik die dieren zag, ziet, zo was er een rad op de aarde bij die dieren, naar vier aangezichten van hetzelve.

De gedaante der raderen en derzelver maaksel was als de verf van een turkoois; en die vier hadden enerlei gelijkenis; daartoe was hun gedaante, en hun maaksel, alsof het ware een rad in het midden van een rad.

VersbegrippenEdelstenenWaardevolle StenenVier SteunenWielenGelijkaardige ZakenBruisendOptreden VanKleurVakmanschapStructuur

En onder dat uitspansel waren hun vleugelen rechtop, de een aan den ander; ieder had er twee, die herwaarts hun lichamen bedekten, en ieder had er twee, die ze derwaarts bedekten.

VersbegrippenHet Lichaam BedekkenRechte DingenEngelenvleugels

En als zij gingen, hoorde ik een geruis hunner vleugelen, als het geruis van vele wateren, als de stem des Almachtigen, als de stem eens geroeps, als het gedreun eens heirlegers; als zij stonden, zo lieten zij hun vleugelen neder.

VersbegrippenDe Menselijke Beschrijvingen Van GodLawaaiDe AlmachtigeEngelenvleugelsDingen Zoals WaterGeluidGods StemZoals WaterDingen Neerzetten

En er geschiedde een stem van boven het uitspansel, hetwelk boven hun hoofden was, als zij stonden, en hun vleugelen nedergelaten hadden.

VersbegrippenDe UitgestrektheidEngelenvleugelsGods StemUitspansel [Firmament]Dingen Neerzetten

En boven het uitspansel, hetwelk was boven hun hoofden, was de gelijkenis eens troons, als de gedaante van een saffiersteen; en op de gelijkenis als de gedaante eens mensen, daarboven op zijnde.

VersbegrippenKleuren, BlauwDe Soevereiniteit Van GodEdelstenenSymbolenTheofanieTroonWaardevolle StenenGod In Relatie Tot De MensZoals MannenDe RegenboogKleur

Gelijk de gedaante van den boog, die in de wolk is ten dage des plasregens, alzo was de gedaante van den glans rondom; dit was de gedaante van de gelijkenis der heerlijkheid des HEEREN; en als ik het zag, viel ik op mijn aangezicht, en ik hoorde een stem van Een, Die sprak.

VersbegrippenHeerlijkheid, Openbaring VanWolken, Gods TegenwoordigheidBuigingRegenbogenRegenSymbolenGods Glorie In IsraëlGod Is LichtUiterlijkhedenGods StemOptreden VanWolk Van GlorieDe RegenboogKleurRegenboogWolkenAanbiddingOpenbaring

En zij, hetzij dat zij het horen zullen, of hetzij dat zij het laten zullen (want zij zijn een wederspannig huis), zo zullen zij weten, dat een profeet in het midden van hen geweest is.

VersbegrippenAandacht Aan Mensen Besteden

En gij, mensenkind! vrees niet voor hen, en vrees niet voor hun woorden, hoewel wederwilligen en doornen bij u zijn, en gij bij schorpioenen woont; vrees voor hun woorden niet, en ontzet u niet voor hun aangezicht, want zij zijn een wederspannig huis.

VersbegrippenPijpDoornenHoe Predikanten Zich Moeten GedragenOngelovigen Beschreven AlsSchorpioenenWees Niet Bang Van Mensen

Toen zag ik, en ziet, er was een hand tot mij uitgestoken; en ziet, daarin was de rol eens boeks.

VersbegrippenGods HandGeschreven OordelenGods Uitgestrekte HandenBoeken In Profetie

Want gij zijt niet gezonden tot een volk, diep van spraak en zwaar van tong, maar tot het huis Israels;

Uw voorhoofd heb Ik gemaakt als een diamant, harder dan een rots; vrees hen niet, en ontzet u niet voor hun aangezichten, omdat zij een wederspannig huis zijn.

VersbegrippenVoorhoofdenVuursteenMineralenOpstand Van IsraëlHardheidGod Hardt De MensItems In SteenWees Niet Bang Van Mensen

Toen nam de Geest mij op, en ik hoorde achter mij een stem van grote ruising, zeggende: Geloofd zij de heerlijkheid des HEEREN uit Zijn plaats!

VersbegrippenGod Staat OpGod Verheft De MensGeluid

En ik hoorde het geluid van der dieren vleugelen, die de een den ander raakten, en het geluid der raderen tegenover hen; en het geluid ener grote ruising.

VersbegrippenVleugelsWielenEngelenvleugelsHeilige Dingen AanrakenGeluid

Mensenkind! Ik heb u tot een wachter gesteld over het huis Israels; zo zult gij het woord uit Mijn mond horen, en hen van Mijnentwege waarschuwen.

VersbegrippenWaakzaamheid Van LeidersWachterRoeping

Als ook een rechtvaardige zich van zijn gerechtigheid afkeert, en onrecht doet, en Ik een aanstoot voor zijn aangezicht leg, hij zal sterven; omdat gij hem niet gewaarschuwd hebt, zal hij in zijn zonde sterven, en zijn gerechtigheden, die hij gedaan heeft, zullen niet gedacht worden; maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen.

VersbegrippenAfvalligen, StraffenOvertredingDe RechtvaardigenStruikelenVerantwoordingVerantwoordelijk Voor BloedvergietenIndividuen WaarschuwenGod VerhindertAls Je Je Afkeert Van GodVerantwoordelijk Om Te WaarschuwenVerantwoordelijkheid

En Ik zal uw tong aan uw gehemelte doen kleven, dat gij stom worden zult, en zult hun niet zijn tot een bestraffenden man; want zij zijn een wederspannig huis.

VersbegrippenStomheidTaalSprakeloosheidVerbonden Met Vlees En BeenderenStom

Maar als Ik met u spreken zal, zal Ik uw mond opendoen, en gij zult tot hen zeggen: Zo zegt de Heere HEERE, wie hoort, die hore, en wie het laat, die late het; want zij zijn een wederspannig huis.

VersbegrippenOnwillige MensenMet De Mond SprekenHet Woord Spreken Dat God Geschonken HeeftLuisteren Naar GodOpstand

En gij, mensenkind, neem u een tichelsteen, en leg dien voor uw aangezicht, en bewerp daarop de stad Jeruzalem.

VersbegrippenKleiSoorten Van Kunst En AmbachtenTablettenKlei, Gebruik

En maak een belegering tegen haar, en bouw tegen haar sterkten, en werp tegen haar een wal op, en stel legers tegen haar, en zet tegen haar stormrammen rondom.

VersbegrippenGebouwd, LetterlijkStormrammenFortenVoorspelde Aanvallen Op Jeruzalem

Verder, neem gij u een ijzeren pan, en stel ze tot een ijzeren muur tussen u en tussen die stad; en richt uw aangezicht tegen haar, dat zij in belegering kome, en gij zult ze belegeren. Dit zij den huize Israels een teken.

VersbegrippenIjzerTekenen Van GodScheiden Van GodBordenIjzeren VoorwerpenVoorspelde Aanvallen Op Jeruzalem

En neemt gij voor u tarwe, en gerst, en bonen, en linzen, en gierst, en spelt; en doe die in een vat, en maak die u tot brood; naar het getal der dagen, die gij op uw zijde nederliggen zult, driehonderd en negentig dagen, zult gij dat eten.

VersbegrippenGraanGroentenBonenEen JaarBroodVoeding

Gij zult ook water naar zekere maat drinken, het zesde deel van een hin; van tijd tot tijd zult gij het drinken.

VersbegrippenGewichten En Maten, VloeibaarWater DrinkenGeen Water Voor MensenMeting

En gij zult een gerstekoek eten, en dien zult gij met drek van des mensen afgang bakken voor hun ogen.

VersbegrippenCakesOntlastingBrood BakkenMest Als BrandstofKokenPoep

Opdat zij des broods en des waters gebrek hebben, en de een met den ander verbaasd worden, en in hun ongerechtigheid uitteren.

VersbegrippenAfvalKomende HongersnoodGeen Water Voor MensenZonde Veroorzaakt ZiekteHongersnood Zal Komen

En gij, mensenkind, neem u een scherp mes, een scheermes der barbieren zult gij u nemen, hetwelk gij zult laten gaan over uw hoofd en over uw baard; daarna zult gij u een weegschaal nemen, en die haren delen.

VersbegrippenKaalheid, Figuurlijk GebruikKappersKaalheidBaardenSoorten Van Kunst En AmbachtenScheermesjesWegenHaar KnippenIn Drie Dingen VerdelenHaarBalans

Een derde deel zult gij in het midden der stad met vuur verbranden, nadat de dagen der belegering vervuld worden; dan zult gij een derde deel nemen, slaande met een zwaard rondom hetzelve, en een derde deel zult gij in den wind strooien; want Ik zal het zwaard achter hen uittrekken.

VersbegrippenHet MiddenEen DerdeDingen Die Gestript WordenJeruzalem VerbrandenVoorspelde Aanvallen Op JeruzalemAndere Verwijzingen Naar Haar

En nog zult gij van die nemen, en die werpen in het midden des vuurs, en zult ze verbranden met vuur; daaruit zal voortkomen een vuur tegen het gehele huis van Israel.

VersbegrippenMensen Verbranden

Een derde deel van u zal van de pestilentie sterven, en zal door honger in het midden van u te niet worden; en een derde deel zal in het zwaard vallen rondom u; en een derde deel zal Ik in alle winden verstrooien, en Ik zal het zwaard achter hen uittrekken.

VersbegrippenPlagenRestPestEen DerdeDingen Die Gestript WordenHongersnood Doodt

Zo zal de smaadheid en hoon een onderwijs en ontzetting den heidenen zijn, die rondom u zijn, wanneer Ik over u gerichten in toorn, en in grimmigheid, en in grimmige straffen oefenen zal; Ik, de HEERE, heb het gesproken!

VersbegrippenHorror VeroorzakenDe Naties Voor GodPlezier

Ik zal dan nog een overblijfsel laten, als gij enigen zult hebben, die het zwaard ontkomen onder de heidenen, wanneer gij in de landen zult verstrooid worden.

VersbegrippenOntsnappen Aan Het KwaadOverlevenden Van Israël

Dan zullen uw ontkomenen Mijner gedenken onder de heidenen, waar zij gevankelijk zullen geworden zijn, omdat Ik verbroken ben door hun hoerachtig hart, dat van Mij afgeweken is, en door hun ogen, die hun drekgoden nahoereren; en zij zullen een walging aan zichzelven hebben over de boosheden, die zij in al hun gruwelen gedaan hebben.

VersbegrippenGods Eis Tot BekeringAfvalligheid IN OTHet Gevolg Van De Afwijzing Van GodHet Hart Van De Niet-WedergeborenenHedonismeGod VerzakenOntsnappen Aan Het KwaadIdoolaanbiddingIndividuen HatenGebroken Hart

Zo zegt de Heere HEERE: Een kwaad, een enig kwaad, ziet, is gekomen;

VersbegrippenRampenUnieke GebeurtenissenUniek Zijn

Een einde is er gekomen, dat einde is gekomen, het is opgewaakt tegen u; ziet, het kwaad is gekomen!

VersbegrippenMensen Eindigden

Het geweld is opgerezen tot een roede der goddeloosheid; niets van hen zal overblijven, noch van hun menigte, noch van hun gedruis, en geen klage zal over hen zijn.

VersbegrippenDingen Die VerdwijnenVeel VerzamelenGeweld NavolgenGroeiende PlantenArm Worden

De tijd is gekomen, de dag is genaakt; de koper zij niet blijde, en de verkoper bedrijve geen rouw; want een brandende toorn is over de gehele menigte van het land.

VersbegrippenKopen En VerkopenDe Dag Des OordeelsRouw NietGebrek Aan Vreugde

En hun ontkomenden zullen wel ontkomen, maar zij zullen op de bergen zijn, zij allen zullen zijn gelijk duiven der dalen, kermende, een ieder om zijn ongerechtigheid.

VersbegrippenDuivenOntsnappen Aan Het KwaadAnderen Die Rouwden

Ellende zal op ellende komen, en er zal gerucht op gerucht wezen; dan zullen zij het gezicht van een profeet zoeken; maar de wet zal vergaan van den priester, en de raad van de oudsten.

VersbegrippenSpirituele ArmoedeDe Functie Van Priesters In De Tijd Van OTDe Rol Van ProfetenGeruchtenVisioenenRampenOmwentelingSpirituele BestemmingGeen VisioenenAfgewezen VoorspellingGeruchten

Toen zag ik, en ziet, een gelijkenis, als de gedaante van vuur; van de gedaante Zijner lenden en nederwaarts was vuur; en van Zijn lenden en opwaarts, als de gedaante ener klaarheid, als de verf van Hasmal.

VersbegrippenVisioenen En Dromen In Het SchriftGod Is LichtKleurRegenboog

En Hij stak de gelijkenis ener hand uit, en nam mij bij het haar mijns hoofds; en de Geest voerde mij op tussen de aarde en tussen den hemel, en bracht mij in de gezichten Gods te Jeruzalem, tot de deur der poort van het binnenste voorhof, dewelke ziet naar het noorden, alwaar de zitplaats was van een beeld der ijvering, dat tot ijver verwekt.

VersbegrippenIjver Van GodAstrale ProjectieGods HandToegangswegen Tot De TempelGericht Naar Het NoordenGod Verheft De MensVisioenen Van GodGod Tegen AfgoderijAndere Verwijzingen Naar HaarRechtbanken Van De TempelInnerlijke SchoonheidHaarDreadlocks

Zo bracht Hij mij tot de deur van het voorhof. Toen zag ik, en ziet, er was een hol in den wand.

VersbegrippenDe Daad Van OpenenMuren OpenenTot De Poorten KomenRechtbanken Van De TempelDe Ouderen

En Hij zeide tot mij: Mensenkind, graaf nu in dien wand. En ik groef in dien wand, en ziet, daar was een deur.

VersbegrippenUitgravingDe Daad Van OpenenMuren Openen

En zeventig mannen uit de oudsten van het huis Israels, met Jaazanja, den zoon van Safan, staande in het midden van hen, stonden voor hun aangezichten; en een ieder had zijn rookvat in zijn hand, en een overvloedige wolk des reukwerks ging op.

VersbegrippenWierookvatenWierook Tijdens De MisDe Jaren Zeventig

Toen zeide Hij tot mij: Hebt gij gezien, mensenkind, wat de oudsten van het huis Israels doen in de duisternis, een ieder in zijn gebeelde binnenkameren? want zij zeggen: De HEERE ziet ons niet, de HEERE heeft het land verlaten.

VersbegrippenVals VertrouwenHeiligdommenGeheime ZondenVerborgenheid Van ZondeGod Die Niet ZietIn Het Geheim HandelenKijken En ZienSpottersOuderen

En ziet, zes mannen kwamen van den weg der Hoge poort, die gekeerd is naar het noorden, en elkeen met zijn verpletterend wapen in zijn hand; en een man in het midden van hen was met linnen bekleed, en een schrijvers-inktkoker was aan zijn lenden; en zij kwamen in, en stonden bij het koperen altaar.

VersbegrippenZes MensenTot De Poorten KomenGericht Naar Het NoordenOp Voorwerpen SchrijvenWapens Voor GodHet Bronzen Altaar OpzettenDoodstraf Voor Moorden

En de HEERE zeide tot hem: Ga door, door het midden der stad, door het midden van Jeruzalem, en teken een teken op de voorhoofden der lieden, die zuchten en uitroepen over al deze gruwelen, die in het midden derzelve gedaan worden.

VersbegrippenVoorhoofdenZegelsZorgenVerdrietMarkeringen Op MensenBerouw Over WandadenStress En Moeilijke Tijden

Daarna zag ik, en ziet, boven het uitspansel, hetwelk was over het hoofd der cherubs, was als een saffiersteen, als de gedaante van de gelijkenis eens troons; en Hij verscheen op dezelve.

VersbegrippenKleuren, BlauwEdelstenenTheofanieTroonCherubijn Aan De Troon Van GodWaardevolle StenenDe UitgestrektheidUitspansel [Firmament]

De cherubs nu stonden ter rechterzijde van het huis, als die man inging; en een wolk vervulde het binnenste voorhof.

VersbegrippenHet Heiligdom VullenRechtbanken Van De Tempel

Toen hief zich de heerlijkheid des HEEREN omhoog van boven den cherub, op den dorpel van het huis; en het huis werd vervuld met een wolk, en het voorhof was vol van den glans der heerlijkheid des HEEREN.

VersbegrippenHeerlijkheid, Openbaring VanTheofanieDe Heilige Geest In De KerkHet Heiligdom VullenGod Verschijnt In De DeuropeningGod Is LichtRechtbanken Van De TempelCherubijnWolk Van Glorie

Het geschiedde nu, als Hij den man, bekleed met linnen, geboden had, zeggende: Neem vuur van tussen de wielen, van tussen de cherubs, dat hij inging en stond bij een rad.

VersbegrippenWielen

Toen stak een cherub zijn hand uit van tussen de cherubs tot het vuur, hetwelk was tussen de cherubs, en nam daarvan, en gaf het in de vuisten desgenen, die met linnen bekleed was; die nam het, en ging uit.

Toen zag ik, en ziet, vier raderen waren bij de cherubs; een rad was bij elken cherub; en de gedaante der raderen was als de verf van een turkoois-steen.

VersbegrippenEdelstenenWaardevolle StenenVier SteunenWielenBruisendCherubijn

En aangaande hun gedaanten, die vier hadden enerlei gelijkenis, gelijk of het ware geweest een rad in het midden van een rad.

VersbegrippenWielenGelijkaardige ZakenOptreden Van

Deze stad zal ulieden niet tot een pot zijn, en gij zult in het midden derzelve niet tot vlees zijn; in de landpale Israels zal Ik u richten.

VersbegrippenKetelsPotten Om Te Koken En Te EtenKokenKookpotGrenzenSluiting

Het geschiedde nu, als ik profeteerde, dat Pelatja, de zoon van Benaja, stierf. Toen viel ik neder op mijn aangezicht, en riep met luider stem; en zeide: Ach, Heere HEERE! zult Gij gans een voleinding maken met het overblijfsel van Israel?

VersbegrippenRestOverlevenden VernietigdKreten Van Ellende Tot God

Mensenkind, het zijn uw broederen, uw broederen, de mannen uwer maagschap, en het ganse huis Israels, ja, dat ganse, tot welke de inwoners van Jeruzalem gezegd hebben: Maakt u verre af van den HEERE, ditzelve land is ons tot een erfbezitting gegeven.

Daarom zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Hoewel Ik hen verre onder de heidenen weggedaan heb, en hoewel Ik hen in de landen verstrooid heb, nochtans zal Ik hun een weinig tijds tot een heiligdom zijn, in de landen, waarin zij gekomen zijn.

VersbegrippenHeiligdomGod Die Israël VerstrooitVer Van HierMensen Uit Je Leven Verwijderen

Opdat zij wandelen in Mijn inzettingen, en Mijn rechten bewaren, en dezelve doen; en zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn.

VersbegrippenDe Aard Van HeroplevingIk Zal Hun God ZijnVolg De Geboden

Mensenkind! gij woont in het midden van een wederspannig huis, dewelke ogen hebben om te zien, en niet zien, oren hebben om te horen, en niet horen, want zij zijn een wederspannig huis.

VersbegrippenSpiritueel Blind Zijn Bij GelovigenGebrek Aan OnderscheidingsvermogenHorenOnverschilligheidGevoeligheidApathieSaaiheidSpirituele DoofheidGeen Spirituele Dingen ZienNiet HorenOpstand

Daarom gij, mensenkind, maak u gereedschap van vertrekking; en vertrek bij dag voor hun ogen; en gij zult vertrekken van uw plaats tot een andere plaats voor hun ogen; misschien zullen zij het merken, hoewel zij een wederspannig huis zijn.

VersbegrippenDe Dag GebruikenBaggageVerbanning In VoouitzichtSituaties ZienGods Woord BegrijpenVoorbereidingVerdergaanNaar Een Nieuwe Plek GaanOpstand

Voor hun ogen zult gij het op de schouders dragen, in donker zult gij het uitbrengen; uw aangezicht zult gij bedekken, dat gij het land niet ziet; want Ik heb u den huize Israels tot een wonderteken gegeven.

VersbegrippenDuisternis Van De NachtMensen Als TekenenSituaties ZienAndere Ladingen Dragen

En de bewoonde steden zullen woest worden, en het land zal een wildernis zijn; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.

VersbegrippenVernietigingVernietiging Van Steden

Mensenkind, wat is dit voor een spreekwoord, dat gijlieden hebt in het land Israels, zeggende: de dagen zullen verlengd worden, en al het gezicht zal vergaan?

VersbegrippenOntrouw Aan GodValse VisioenenOude GezegdesOnvervuld Woord

Want Ik ben de HEERE, Ik zal spreken; het woord, de tijd zal niet meer uitgesteld worden; want in uw dagen, o wederspannig huis, zal Ik een woord spreken, en hetzelve doen, spreekt de Heere HEERE.

VersbegrippenDe Trouw Van GodDe Wil Van GodAarzelingBetrouwbaarheidDoel Van Het SchriftGod Die Niet UitsteltGod SpreektHet Woord Van GodAlles Gebeurt Voor Een RedenWachten Op Gods TimingVervulling

Ziet gij niet een ijdel gezicht, en spreekt een leugenachtige voorzegging, als gij zegt: De HEERE spreekt, daar Ik niet gesproken heb?

VersbegrippenProfeten Die Niet Gestuurd Werden

Daarom, ja, daarom dat zij Mijn volk verleiden, zeggende: Vrede, daar geen vrede is; en dat de een een lemen wand bouwt, en ziet, de anderen denzelven pleisteren met loze kalk.

VersbegrippenVals VertrouwenDe Onzekerheid Van De GoddelozenBakstenenVerleidersOnrustGipsMisleid WordenGeen VredeFout

Zeg tot degenen, die met loze kalk pleisteren, dat hij omvallen zal; er zal een overstelpende plasregen zijn; en gij, o grote hagelstenen, zult vallen, en een grote stormwind zal hem splijten.

VersbegrippenDe Onzekerheid Van De GoddelozenDouchesWees GegroetGipsWitwassenDingen Vallen

Daarom alzo zegt de Heere HEERE: Ja, Ik zal hem door een groten stormwind in Mijn grimmigheid splijten, en er zal een overstelpende plasregen zijn in Mijn toorn, en grote hagelstenen in Mijn grimmigheid, om dien te verdoen.

VersbegrippenWindGod Stuurde RegenGod Verstrekt WindOverstromingen

Te weten de profeten Israels, die van Jeruzalem profeteren, en voor haar een gezicht des vredes zien, waar geen vrede is, spreekt de Heere HEERE.

VersbegrippenValse VisioenenGeen Vrede

Daartoe zal Ik uw hoofddeksels scheuren, en Mijn volk uit uw hand redden, zodat zij niet meer in uw hand zullen zijn tot een jacht; en gij zult weten, dat Ik de HEERE ben.

VersbegrippenGod Die De Mensen StriptGod Redt Van De VijandenMagie

Daarom spreek met hen, en zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Een ieder man uit het huis Israels, die de drekgoden in zijn hart opzet, en den aanstoot zijner ongerechtigheid recht voor zijn aangezicht stelt, en komt tot den profeet, Ik, de HEERE zal hem, als hij komt, antwoorden naar de menigte zijner drekgoden;

VersbegrippenDe Aard Van Het HartGod Zal AntwoordenIdoolaanbiddingGod Tegen AfgoderijVooraanGods Werk Verhinderen

En Ik zal Mijn aangezicht tegen dienzelven man zetten, en zal hem stellen tot een teken en tot spreekwoorden, en zal hem uitroeien uit het midden Mijns volks; en gijlieden zult weten, dat Ik de HEERE ben.

VersbegrippenGezicht Van GodMarkeringen Op MensenGod Tegen

Als nu een profeet overreed zal zijn, en iets gesproken zal hebben, Ik, de HEERE, heb dienzelven profeet overreed, en Ik zal Mijn hand tegen hem uitstrekken, en zal hem verdelgen uit het midden van Mijn volk Israel.

VersbegrippenUitrekkenGods HandMisleidende GodGod TegenGods Uitgestrekte Handen

Opdat het huis Israels niet meer van achter Mij afdwale, en zij zich niet meer verontreinigen met al hun overtredingen; alsdan zullen zij Mij tot een volk zijn, en Ik zal hun tot een God zijn, spreekt de Heere HEERE.

VersbegrippenBezoedeling Door ZondeMensen Die AfdwalenMensen Die Zichzelf VerontreinigenIk Zal Hun God ZijnZonde Kleeft Aan De ZondaarHereniging

Mensenkind, als een land tegen Mij gezondigd zal hebben, zwaarlijk overtredende, zo zal Ik Mijn hand daartegen uitstrekken, en zal hetzelve den staf des broods breken, en een honger daarin zenden, dat Ik daaruit mensen en beesten uitroeie;

VersbegrippenOntrouw Tegenover GodUitrekkenGods HandVernietiging Van Alle WezensGods Uitgestrekte HandenZowel Mens Als Dier GedoodOntrouw

Ofschoon Noach, Daniel en Job in het midden deszelven waren, zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo zij een zoon, of zo zij een dochter zouden bevrijden, zij zouden alleen hun ziel door hun gerechtigheid bevrijden.

VersbegrippenLijdende KinderenZichzelf Redden

Wordt daarvan hout genomen, om een stuk werk te maken? Neemt men daarvan een pin, om enig vat daaraan te hangen?

VersbegrippenHaken

Ziet, het wordt aan het vuur overgegeven, opdat het verteerd worde; het vuur verteert beide zijn einden, en zijn middelste wordt verbrand; zou het deugen tot een stuk werks?

VersbegrippenGloeiend

Ziet, toen het geheel was, werd het tot geen stuk werks gemaakt; hoeveel te min als het vuur dat verteerd heeft, zodat het verbrand is, zal het dan nog tot een stuk werks gemaakt worden?

VersbegrippenGloeiend

En zeg: Alzo zegt de Heere HEERE tot Jeruzalem: Uw handelingen en uw geboorten zijn uit het land der Kanaanieten; uw vader was een Amoriet en uw moeder een Hethietische.

VersbegrippenVooroudersAmorietenMoeders Als Een SymboolSpirituele VadersSpirituele MoedersMensen Die Beginnen

Geen oog had medelijden over u, om u een van deze dingen te doen, om zich over u te erbarmen; maar gij zijt geworpen geweest op het vlakke des velds, om de walgelijkheid van uw ziel, ten dage, toen gij geboren waart.

VersbegrippenIndividuen HatenMensen Zonder Genade

Ook versierde Ik u met sieraad, en deed armringen aan uw handen, en een keten aan uw hals.

VersbegrippenNekArmbandenOrnamentenJuwelenJuwelen

Desgelijks deed Ik een voorhoofdsiersel aan uw aangezicht, en oorringen aan uw oren, en een kroon der heerlijkheid op uw hoofd.

VersbegrippenOorringenNeuzenOrnamentenRingenJuwelenJuwelenKronenOpmaak

Zo waart gij versierd met goud en zilver, en uw kleding was fijn linnen, en zijde, en gestikt werk; gij at meelbloem, en honig, en olie, en gij waart gans zeer schoon, en waart voorspoedig, dat gij een koninkrijk werdt.

VersbegrippenVoedselVersiering Van VrouwenGoudKoninginnenZilverHoningVoorspoedOlijfolieKoningshuisGedijen

Daartoe ging van u een naam uit onder de heidenen om uw schoonheid; want die was volmaakt door Mijn heerlijkheid, die Ik op u gelegd had, spreekt de Heere HEERE.

VersbegrippenRoemSpirituele SchoonheidMensen Perfect GemaaktGod Geeft GlorieDe Schoonheid Van VrouwenSchoonheid Van De Natuur

Maar gij hebt vertrouwd op uw schoonheid, en hebt gehoereerd vanwege uw naam; ja, hebt uw hoererijen uitgestort aan een ieder, die voorbijging; voor hem was zij.

VersbegrippenPasserenGebrek Aan VertrouwenJezelf VertrouwenHoeren

En Mijn brood, hetwelk Ik u gaf, meelbloem en olie, en honig, waarmede Ik u spijsde, dat hebt gij ook voor hun aangezichten gesteld tot een liefelijken reuk; zo is het geschied, spreekt de Heere HEERE.

VersbegrippenVoedselOlie Op Offers

Dat gij u een verwelfsel gebouwd hebt, en u een hoge plaats gemaakt hebt in elke straat.

VersbegrippenStadspleinen

Aan elk hoofd des wegs hebt gij uw hoge plaatsen gebouwd, en hebt uw schoonheid gruwelijk gemaakt, en hebt met uw benen geschreden voor een ieder, die voorbijging, en hebt uw hoererijen vermenigvuldigd.

VersbegrippenWegenVerspreidenDe Wegen GebruikenKenmerken Van Bekende Mensen

Hoe zwak is uw hart (spreekt de Heere HEERE) als gij al deze dingen doet, zijnde het werk van een heersende hoerachtige vrouw!

VersbegrippenLauwheid

Als gij uw verwelfsel bouwt aan het hoofd van iederen weg, en uw hoge plaats maakt in elke straat, en niet zijt geweest als een hoer, het hoerenloon beschimpende.

VersbegrippenStadspleinenDe Wegen GebruikenNiet Zoals MensenHoeren

Public domain