'Een' in de Bijbel
Om te verstaan een spreuk en de uitlegging, de woorden der wijzen en hun raadselen.
Want zij zullen uw hoofd een aangenaam toevoegsel zijn, en ketenen aan uw hals.
Gij zult uw lot midden onder ons werpen; wij zullen allen een buidel hebben.
Zo zijn de paden van een iegelijk, die gierigheid pleegt; zij zal de ziel van haar meester vangen.
Wanneer uw vreze komt gelijk een verwoesting, en uw verderf aankomt als een wervelwind; wanneer u benauwdheid en angst overkomt;
Hij legt weg voor de oprechten een bestendig wezen; Hij is een Schild dengenen, die oprechtelijk wandelen;
Het zal een medicijn voor uw navel zijn, en een bevochtiging voor uw beenderen.
Want de HEERE kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, in denwelken hij een welbehagen heeft.
Zij is een boom des levens dengenen, die ze aangrijpen, en elkeen, die ze vasthoudt, wordt gelukzalig.
Want zij zullen het leven voor uw ziel zijn, en een aangenaamheid voor uw hals.
Twist met een mens niet zonder oorzaak, zo hij u geen kwaad gedaan heeft.
Zijt niet nijdig over een man des gewelds, en verkies geen van zijn wegen.
Want de afwijker is den HEERE een gruwel; maar Zijn verborgenheid is met den oprechte.
Want ik was mijns vaders zoon, teder, en een enige voor het aangezicht mijner moeder.
Zij zal uw hoofd een aangenaam toevoegsel geven, een sierlijke kroon zal zij u leveren.
Maar het pad der rechtvaardigen is gelijk een schijnend licht, voortgaande en lichtende tot den vollen dag toe.
Want zij zijn het leven dengenen, die ze vinden, en een medicijn voor hun gehele vlees.
Maar het laatste van haar is bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend zwaard.
Een zeer liefelijke hinde, en een aangenaam steengeitje; laat u haar borsten te allen tijd dronken maken; dool steeds in haar liefde.
En waarom zoudt gij, mijn zoon, in een vreemde dolen, en den schoot der onbekende omvangen?
Mijn zoon! zo gij voor uw naaste borg geworden zijt, voor een vreemde uw hand toegeklapt hebt;
Red u, als een ree uit de hand des jagers, en als een vogel uit de hand des vogelvangers.
Een weinig slapens, een weinig sluimerens, een weinig handvouwens, al nederliggende;
Zo zal uw armoede u overkomen als een wandelaar, en uw gebrek als een gewapend man.
Een Belialsmens, een ondeugdzaam man gaat met verkeerdheid des monds om;
Deze zes haat de HEERE; ja, zeven zijn Zijn ziel een gruwel:
Hoge ogen, een valse tong, en handen, die onschuldig bloed vergieten;
Een hart, dat ondeugdzame gedachten smeedt; voeten, die zich haasten, om tot kwaad te lopen;
Een vals getuige, die leugenen blaast; en die tussen broederen krakelen inwerpt.
Want het gebod is een lamp, en de wet is een licht, en de bestraffingen der tucht zijn de weg des levens;
Want door een vrouw, die een hoer is, komt men tot een stuk broods; en eens mans huisvrouw jaagt de kostelijke ziel.
Men doet een dief geen verachting aan, als hij steelt om zijn ziel te vullen, dewijl hij honger heeft;
Maar die met een vrouw overspel doet, is verstandeloos; hij verderft zijn ziel, die dat doet;
Want jaloersheid is een grimmigheid des mans; en in den dag der wraak zal hij niet verschonen.
Opdat zij u bewaren voor een vreemde vrouw, voor de onbekende, die met haar redenen vleit.
En ik zag onder de slechten; ik merkte onder de jonge gezellen een verstandelozen jongeling;
En ziet, een vrouw ontmoette hem in hoerenversiersel, en met het hart op haar hoede;
Want de man is niet in zijn huis, hij is een verren weg getogen;
Hij heeft een bundel gelds in zijn hand genomen; ten bestemden dage zal hij naar zijn huis komen.
Hij ging haar straks achterna, gelijk een os ter slachting gaat, en gelijk een dwaas tot de tuchtiging der boeien.
Totdat hem de pijl zijn lever doorsneed; gelijk een vogel zich haast naar den strik, en niet weet, dat dezelve tegen zijn leven is.
Want Mijn gehemelte zal de waarheid bedachtelijk uitspreken, en de goddeloosheid is Mijn lippen een gruwel.
Toen Hij de hemelen bereidde, was Ik daar; toen Hij een cirkel over het vlakke des afgronds beschreef;
Toen was Ik een voedsterling bij Hem, en Ik was dagelijks Zijn vermakingen, te aller tijd voor Zijn aangezicht spelende;
Want die Mij vindt, vindt het leven, en trekt een welgevallen van den HEERE.
Indien gij wijs zijt, gij zijt wijs voor uzelven; en zijt gij een spotter, gij zult het alleen dragen.
Een zotte vrouw is woelachtig, de slechtigheid zelve, en weet niet met al.
En zij zit aan de deur van haar huis, op een stoel, op de hoge plaatsen der stad;
De spreuken van Salomo. Een wijs zoon verblijdt den vader; maar een zot zoon is zijner moeder droefheid.
Die met een bedriegelijke hand werkt, wordt arm; maar de hand der vlijtigen maakt rijk.
Die in den zomer vergadert, is een verstandig zoon; maar die in den oogst vast slaapt, is een zoon die beschaamd maakt.
Die met het oog wenkt, richt smart aan; en een dwaas van lippen zal omgeworpen worden.
De mond des rechtvaardigen is een springader des levens; maar het geweld bedekt den mond der goddelozen.
Des rijken goed is een stad zijner sterkte; de armoede der geringen is hun verstoring.
Die den haat bedekt, is van valse lippen, en die een kwaad gerucht voortbrengt, is een zot.
Het is voor den zot als spel, schandelijkheid te doen; maar voor een man van verstand, wijsheid te plegen.
Gelijk een wervelwind voorbijgaat, alzo is de goddeloze niet meer; maar de rechtvaardige is een eeuwige grondvest.
Een bedriegelijke weegschaal is den HEERE een gruwel; maar een volkomen weegsteen is Zijn welgevallen.
Een stad springt op van vreugde over het welvaren der rechtvaardigen; en als de goddelozen vergaan, is er gejuich.
Door den zegen der oprechten wordt een stad verheven; maar door den mond der goddelozen wordt zij verbroken.
Die verstandeloos is, veracht zijn naaste; maar een man van groot verstand zwijgt stil.
Die als een achterklapper wandelt, openbaart het heimelijke; maar die getrouw is van geest, bedekt de zaak.
Als iemand voor een vreemde borg geworden is, hij zal zekerlijk verbroken worden; maar wie degenen haat, die in de hand klappen, is zeker.
Een aangename huisvrouw houdt de eer vast, gelijk de geweldigen den rijkdom vasthouden.
Een goedertieren mens doet zijn ziel wel; maar die wreed is, beroert zijn vlees.
De goddeloze doet een vals werk; maar voor degene, die gerechtigheid zaait, is trouwe loon.
De verkeerden van hart zijn den HEERE een gruwel; maar de oprechten van weg zijn Zijn welgevallen.
Een schone vrouw, die van rede afwijkt, is een gouden bagge in een varkenssnuit.
Er is een, die uitstrooit, denwelken nog meer toegedaan wordt; en een, die meer inhoudt dan recht is, maar het is tot gebrek.
De zegenende ziel zal vet gemaakt worden; en die bevochtigt, zal ook zelf een vroege regen worden.
Wie zijn huis beroert, zal wind erven; en de dwaas zal een knecht zijn desgenen, die wijs van hart is.
De vrucht des rechtvaardigen is een boom des levens; en wie zielen vangt, is wijs.
De goede zal een welgevallen trekken van den HEERE; maar een man van schandelijke verdichtselen zal Hij verdoemen.
Een kloeke huisvrouw is een kroon haars heren; maar die beschaamt maakt, is als verrotting in zijn beenderen.
Een ieder zal geprezen worden, naardat zijn verstandigheid is; maar die verkeerd van hart is, zal tot verachting wezen.
Beter is, die zich gering acht, en een knecht heeft, dan die zichzelven eert, en des broods gebrek heeft.
Een ieder wordt van de vrucht des monds met goed verzadigd; en de vergelding van des mensen handen zal hij tot zich wederbrengen.
Die waarheid voortbrengt, maakt gerechtigheid bekend; maar een getuige der valsheden, bedrog.
Daar is een, die woorden als steken van een zwaard onbedachtelijk uitspreekt; maar de tong der wijzen is medicijn.
Een waarachtige lip zal bevestigd worden in eeuwigheid; maar een valse tong is maar voor een ogenblik.
Valse lippen zijn den HEERE een gruwel; maar die trouwelijk handelen, zijn Zijn welgevallen.
Een kloekzinnig mens bedekt de wetenschap; maar het hart der zotten roept dwaasheid uit.
Bekommernis in het hart des mensen buigt het neder; maar een goed woord verblijdt het.
Een bedrieger zal zijn jachtvang niet braden; maar het kostelijk goed des mensen is des vlijtigen.
Een wijs zoon hoort de tucht des vaders; maar een spotter hoort de bestraffing niet.
Een ieder zal van de vrucht des monds het goede eten; maar de ziel der trouwelozen het geweld.
Er is een, die zichzelven rijk maakt, en niet met al heeft, en een, die zichzelven arm maakt, en heeft veel goed.
De uitgestelde hoop krenkt het hart; maar de begeerte, die komt, is een boom des levens.
Des wijzen leer is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods.
Al wie kloekzinnig is, handelt met wetenschap; maar een zot breidt dwaasheid uit.
Een goddeloze bode zal in het kwaad vallen; maar een trouw gezant is medicijn.
De begeerte, die geschiedt, is zoet voor de ziel; maar het is den zotten een gruwel van het kwade af te wijken.
Het ploegen der armen geeft veelheid der spijze; maar daar is een, die verteerd wordt door gebrek van oordeel.
In den mond des dwazen is een roede des hoogmoeds; maar de lippen der wijzen bewaren hen.
Een waarachtig getuige zal niet liegen; maar een vals getuige blaast leugens.
Het hart kent zijn eigen bittere droefheid; en een vreemde zal zich met deszelfs blijdschap niet vermengen.
Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar het laatste van dien zijn wegen des doods.
Die afkerig van hart is, zal van zijn wegen verzadigd worden; maar een goed man van zichzelven.
Die haastig is tot toorn, zal dwaasheid doen; en een man van schandelijke verdichtselen zal gehaat worden.
Een waarachtig getuige redt de zielen; maar die leugens blaast, is een bedrieger.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (349)
- Exodus (329)
- Leviticus (316)
- Numberi (329)
- Deuteronomium (231)
- Jozua (116)
- Richteren (171)
- Ruth (25)
- 1 Samuël (225)
- 2 Samuël (189)
- 1 Koningen (194)
- 2 Koningen (171)
- 1 Kronieken (93)
- 2 Kronieken (159)
- Ezra (40)
- Nehemia (67)
- Esther (39)
- Job (213)
- Psalmen (460)
- Spreuken (327)
- Prediker (80)
- Hooglied (39)
- Jesaja (418)
- Jeremia (399)
- Klaagliederen (32)
- Ezechiël (379)
- Daniël (116)
- Hosea (76)
- Joël (28)
- Amos (50)
- Obadja (7)
- Jona (17)
- Micha (36)
- Nahum (12)
- Habakuk (13)
- Zefanja (16)
- Haggaï (38)
- Zacharia (67)
- Maleachi (21)
- Mattheüs (224)
- Markus (154)
- Lukas (301)
- Johannes (157)
- Handelingen (238)
- Romeinen (88)
- 1 Corinthiërs (120)
- 2 Corinthiër (42)
- Galaten (33)
- Efeziërs (25)
- Filippenzen (18)
- Colossenzen (15)
- 1 Thessalonicenzen (12)
- 2 Thessalonicenzen (9)
- 1 Timotheüs (36)
- 2 Timotheüs (18)
- Titus (7)
- Filémon (6)
- Hebreeën (91)
- Jakobus (40)
- 1 Petrus (30)
- 2 Petrus (13)
- 1 Johannes (27)
- 2 Johannes (4)
- Judas (2)
- Openbaring (145)
Verwante onderwerpen
- Achterklap
- Afkeer
- Afkeer Van God
- Aframmeling
- Agressie
- Balans
- Bedrog
- Bedrog Is Verboden Door God
- Beheersing Van Woede
- Beslissingen Nemen
- Beste Vrienden
- Betrouwbaarheid
- Bitterheid
- Conflict
- De Kracht Van Woorden
- De Liefde Van Ouders
- De Schoonheid Van Vrouwen
- De Vreugde Van Vaders
- De Ziel
- De kracht Van Vrouwen
- Depressie
- Deugdelijke Vrouw
- Dienstbaarheid In De Maatschappij
- Discipline Kind
- Dwazen
- Echte Vrienden
- Een Gebroken Hart
- Een Gebroken Hart Helen
- Een Goede Echtgenoot
- Een Goede Vader Zijn
- Een Goede Vrouw
- Een Vriend Zijn
- Een Vrouw Van God Zijn
- Emoties
- Ethiek Van Zaken Doen
- Familie En Vrienden
- Familie Geschil
- Familie Problemen
- Fonteinen
- Geld Sparen
- Geld Zegeningen
- Gevolgen Van Dwaasheid
- Gewicht
- Gezegdes
- Gezondheid En Genezen
- Glimlachen
- God Haat Onrecht
- Goddelijke Vrouwen
- Gods Verborgen Dingen
- Goed Terugspelen
- Goede Koningen
- Goede Vrienden
- Grappen Maken
- Gunst
- Hard Werken
- Hard Werken En Niet Lui Zijn
- Hartzeer
- Hert
- Het Verliezen Van Een Vriend
- Het Werk Van Dwazen
- Hoeren
- Hoop En Heling
- In Wijsheid Spreken
- Interne Versiering
- Juwelen
- Kanker
- Kenmerken Van Dwazen
- Kibbelen
- Kinderen, Verantwoordelijkheden Jegens Ouders
- Kracht En Betekenis Van Spraak
- Kwaad Dat Spreekt
- Langzaam Woedend Worden
- Leven Door Wijsheid
- Liefde Vinden
- Liegen
- Liegen En Bedrog
- Lippen
- Luchten
- Lui Zijn
- Luiaards
- Luiheid
- Luiheid
- Meningsverschillen
- Menselijk Belang Van Wijsheid
- Menselijk Hart
- Moeders En Zonen
- Moederschap
- Negatieve Aspecten Van Spraak
- Ongelovige Kinderen Tegenover Hun Ouders
- Ontspanning
- Oorzaken Van Armoede
- Opvliegend Karakter
- Orkanen
- Ouders Die Fout Zijn
- Ouderschap
- Pijn En Verraad
- Positief Zijn
- Positieve Aspecten Van Spraak
- Rentmeesterschap Over Geld
- Roddel
- Roddelen
- Ruzies
- RuziëndeEchtgenotes
- Schaamte Over Slecht Gedrag
- Slecht Advies
- Slechte Invloed
- Slimheid
- Spot
- Spotters
- Strijd
- Taal
- Trots
- Trouw In Menselijke Relaties
- Twistziek
- Vaders En Zonen
- Vals Vertrouwen
- Valse Getuigen
- Valse Vrienden
- Valsspelers
- Van Je Ouders Houden
- Verantwoordelijkheden Van Vaders
- Vriendelijke Woorden
- Vrienden
- Vrienden Verliezen
- Vriendschap En Liefde
- Vriendschap En Vertrouwen
- Vriendschap Kjv
- Vrouw
- Vrouw Zijn
- Vrouwen
- Vruchten Van Zonde
- Weegschaal Voor Zaken
- Wijs
- Winst
- Woede
- Zeuren
- Zonde Veroorzaakt Dood
- Zorgen En Stress
- Zuinig
- Zuinigheid