518 gebeurtenissen in 1 vertaling

'En' in de Bijbel

En het geschiedde na den dood van Jozua, dat de kinderen Israels den HEERE vraagden, zeggende: Wie zal onder ons het eerst optrekken naar de Kanaanieten, om tegen hen te krijgen?

VersbegrippenEerste Om Te VechtenVijanden Bevechten

En de HEERE zeide: Juda zal optrekken; ziet, Ik heb dat land in zijn hand gegeven.

VersbegrippenMensen Van JudaZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

Toen zeide Juda tot zijn broeder Simeon: Trek met mij op in mijn lot, en laat ons tegen de Kanaanieten krijgen, zo zal ik ook met u optrekken in uw lot. Alzo toog Simeon op met hem.

VersbegrippenUitnodigingenSamen VechtenAfnemende Woede

En Juda toog op, en de HEERE gaf de Kanaanieten en de Ferezieten in hun hand; en zij sloegen hen bij Bezek, tien duizend man.

VersbegrippenInvasiesTienduizendenZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

En zij vonden Adoni-Bezek te Bezek, en streden tegen hem; en zij sloegen de Kanaanieten en de Ferezieten.

Doch Adoni-Bezek vluchtte; en zij jaagden hem na, en zij grepen hem, en hieuwen de duimen zijner handen en zijner voeten af.

VersbegrippenVoorbeelden Van WreedheidKwetsuurMessenGevangenenVerminkingDuimenTenenHanden En Voeten Afkappen

Toen zeide Adoni-Bezek: Zeventig koningen, met afgehouwen duimen van hun handen en van hun voeten, waren onder mijn tafel, de kruimen oplezende; gelijk als ik gedaan heb, alzo heeft mij God vergolden! En zij brachten hem te Jeruzalem, en hij stierf aldaar.

VersbegrippenVerminkingVergeldingOorzaken Van LijdenTafelsBrutaliteitDuimenTenenOverblijvend VoedselHanden En Voeten AfkappenDe Jaren ZeventigHeidense HeersersGod Heeft Het Geëist

Want de kinderen van Juda hadden tegen Jeruzalem gestreden, en hadden haar ingenomen, en met de scherpte des zwaards geslagen; en zij hadden de stad in het vuur gezet.

VersbegrippenVeroveringJeruzalem Verbranden

En daarna waren de kinderen van Juda afgetogen, om te krijgen tegen de Kanaanieten, wonende in het gebergte, en in het zuiden, en in de laagte.

VersbegrippenDe Shephelah

En Juda was heengetogen tegen de Kanaanieten, die te Hebron woonden (de naam nu van Hebron was tevoren Kirjath-Arba), en zij sloegen Sesai, en Ahiman, en Thalmai.

En van daar was hij heengetogen tegen de inwoners van Debir; de naam nu van Debir was te voren Kirjath-Sefer.

En Kaleb zeide: Wie Kirjath-Sefer zal slaan, en haar innemen, dien zal ik ook mijn dochter Achsa tot een vrouw geven.

VersbegrippenDe Naties Aangevallen

Toen nam Othniel haar in, de zoon van Kenaz, broeder van Kaleb, die jonger was dan hij; en Kaleb gaf hem Achsa, zijn dochter, tot een vrouw.

En het geschiedde, als zij tot hem kwam, dat zij hem aanporde, om van haar vader een veld te begeren; en zij sprong van den ezel af; toen zeide Kaleb tot haar: Wat is u?

VersbegrippenAfstijgen

En zij zeide tot hem: Geef mij een zegen; dewijl gij mij een dor land gegeven hebt, geef mij ook waterwellingen. Toen gaf Kaleb haar hoge wellingen en lage wellingen.

De kinderen van den Keniet, den schoonvader van Mozes, togen ook uit de Palmstad op, met de kinderen van Juda, naar de woestijn van Juda, die tegen het zuiden van Harad is; en zij gingen heen en woonden met het volk.

VersbegrippenSchoonvadersSchoonbroers

Juda dan toog met zijn broeder Simeon, en zij sloegen de Kanaanieten, wonende te Zefat, en zij verbanden hen; en men noemde den naam dezer stad Horma.

VersbegrippenVernietigingSamen VechtenVernietiging

Daartoe nam Juda Gaza in, met haar landpale, en Askelon met haar landpale, en Ekron met haar landpale.

En de HEERE was met Juda, dat hij de inwoners van het gebergte verdreef; maar hij ging niet voort om de inwoners des dals te verdrijven, omdat zij ijzeren wagenen hadden.

VersbegrippenStrijdwagensIjzerVoorbeelden Van OorlogZe Niet VerdrijvenIjzeren VoorwerpenGod Was Met JouOnmogelijk Uit Te Drijven

En zij gaven Hebron aan Kaleb, gelijk als Mozes gesproken had; en hij verdreef van daar de drie zonen van Enak.

VersbegrippenDrie KinderenReuzen

En het huis van Jozef toog ook op naar Beth-El. En de HEERE was met hen.

VersbegrippenGod Met Specifieke Mensen

En het huis van Jozef bestelde verspieders bij Beth-El; de naam nu dezer stad was te voren Luz.

VersbegrippenVerraders

En de wachters zagen een man, uitgaande uit de stad; en zij zeiden tot hem: Wijs ons toch den ingang der stad, en wij zullen weldadigheid bij u doen.

VersbegrippenBeoordelen

En als hij hun den ingang der stad gewezen had, zo sloegen zij de stad met de scherpte des zwaards; maar dien man en zijn ganse huis lieten zij gaan.

Toen toog deze man in het land der Hethieten, en hij bouwde een stad, en noemde haar naam Luz; dit is haar naam tot op dezen dag.

VersbegrippenBouwenGegeven Namen Tot Vandaag

En Manasse verdreef Beth-Sean niet, noch haar onderhorige plaatsen, noch Thaanach met haar onderhorige plaatsen, noch de inwoners van Dor met haar onderhorige plaatsen, noch de inwoners van Jibleam met haar onderhorige plaatsen, noch de inwoners van Megiddo met haar onderhorige plaatsen; en de Kanaanieten wilden wonen in hetzelve land.

En het geschiedde, als Israel sterk werd, dat hij de Kanaanieten op cijns stelde; maar hij verdreef hen niet ganselijk.

VersbegrippenSlavernij In OTVoorbeelden Van OorlogGedwongen Arbeid

Zebulon verdreef de inwoners van Kitron niet, noch de inwoners van Nahalol; maar de Kanaanieten woonden in het midden van hem, en waren cijnsbaar.

VersbegrippenSamenlevenGedwongen Arbeid

Nafthali verdreef de inwoners van Beth-Semes niet, noch de inwoners van Beth-Anath, maar woonde in het midden der Kanaanieten, die in het land woonden; doch de inwoners van Beth-Semes en Beth-Anath werden hun cijnsbaar.

VersbegrippenSamenlevenGedwongen Arbeid

En de Amorieten drongen de kinderen van Dan in het gebergte; want zij lieten hun niet toe, af te komen in het dal.

Ook wilden de Amorieten wonen op het gebergte van Heres, te Ajalon, en te Saalbim; maar de hand van het huis van Jozef werd zwaar, zodat zij cijnsbaar werden.

VersbegrippenGedwongen Arbeid

En de landpale der Amorieten was van den opgang van Akrabbim, van den rotssteen, en opwaarts heen.

VersbegrippenGrenzen

En een Engel des HEEREN kwam opwaarts van Gilgal tot Bochim, en Hij zeide: Ik heb ulieden uit Egypte opgevoerd, en u gebracht in het land, dat Ik uw vaderen gezworen heb, en gezegd: Ik zal Mijn verbond met ulieden niet verbreken in eeuwigheid.

VersbegrippenVerbrekers Van VerbondBewaardersEigendom, LandHet Beloofde LandGod Haalt Israël Uit EgypteGod Houdt Het VerbondBescherming Van Engelen

En ulieden aangaande, gij zult geen verbond maken met de inwoners dezes lands; hun altaren zult gij afbreken. Maar gij zijt Mijner stem niet gehoorzaam geweest; waarom hebt gij dit gedaan?

VersbegrippenVerboden AlliantiesTrouwVernietiging Van Satans WerkWat Doe Jij?

Daarom heb Ik ook gezegd: Ik zal hen voor uw aangezicht niet uitdrijven; maar zij zullen u aan de zijden zijn, en hun goden zullen u tot een strik zijn.

VersbegrippenIrritatieValZe Niet VerdrijvenVerstrikt In KwaadGeen Heil Van Andere Goden

En het geschiedde, als de Engel des HEEREN deze woorden tot alle kinderen Israels gesproken had, zo hief het volk zijn stem op en weende.

VersbegrippenEmotionele Aspecten Van Lijden

Daarom noemden zij den naam dier plaats Bochim; en zij offerden aldaar den HEERE.

En het volk diende den HEERE, al de dagen van Jozua, en al de dagen der oudsten, die lang geleefd hadden na Jozua; die gezien hadden al dat grote werk des HEEREN, dat Hij aan Israel gedaan had.

VersbegrippenDe Grootheid Van God

Maar als Jozua, de zoon van Nun, de knecht des HEEREN, gestorven was, honderd en tien jaren oud zijnde;

VersbegrippenDienstbaarheid In Het Leven Van GelovigenDienaren Van De HeerLeeftijd Bij Overlijden

En zij hem begraven hadden in de landpale zijns erfdeels, te Timnath-Heres, op een berg van Efraim, tegen het noorden van den berg Gaas;

En al datzelve geslacht ook tot zijn vaderen vergaderd was; zo stond er een ander geslacht na hen op, dat den HEERE niet kende, noch ook het werk, dat Hij aan Israel gedaan had.

VersbegrippenEen Volwassenen WordenGeneratiesDe Openbaring Van GodSpirituele OnwetendheidVerzameld Door Zijn VolkDood Van Een VaderRozenGod Kennen

Toen deden de kinderen Israels, dat kwaad was in de ogen des HEEREN, en zij dienden de Baals.

VersbegrippenSpiritueel OverspelDienstbaarheid En Aanbidding Van GodDe Aard Van ZondeGods Volk Zondigde

En zij verlieten den HEERE, hunner vaderen God, Die hen uit Egypteland had uitgevoerd, en volgden andere goden na, van de goden der volken, die rondom hen waren, en bogen zich voor die, en zij verwekten den HEERE tot toorn.

VersbegrippenVerlatenheidVerzakingBuigen Voor Valse GodenAndere GodenGod Haalt Israël Uit Egypte

Want zij verlieten den HEERE, en dienden de Baal en Astharoth.

VersbegrippenAsherah Dienen

Zo ontstak des HEEREN toorn tegen Israel, en Hij gaf hen in de hand der rovers, die hen beroofden; en Hij verkocht hen in de hand hunner vijanden rondom; en zij konden niet meer bestaan voor het aangezicht hunner vijanden.

VersbegrippenHandelingen Van Vrijheid In OTKopen En VerkopenInvasies

Overal, waarheen zij uittogen, was de hand des HEEREN tegen hen, ten kwade, gelijk als de HEERE gesproken, en gelijk als de HEERE gezworen had; en hun was zeer bang.

VersbegrippenNederlaagEllendeGod TegenGod Schaadde Hen

En de HEERE verwekte richteren, die hen verlosten uit de hand dergenen, die hen beroofden;

VersbegrippenGod Als RechterMiddelen Voor VerlossingPolitieke LeidersVerlossers

Doch zij hoorden ook niet naar hun richteren, maar hoereerden andere goden na, en bogen zich voor die; haast weken zij af van den weg, dien hun vaders gewandeld hadden, horende de geboden des HEEREN; alzo deden zij niet.

VersbegrippenDe Basis Van EthiekGods WegenProstitutieReacties Op OpenbaringAndere Goden

En wanneer de HEERE hun richteren verwekte, zo was de HEERE met den richter, en verloste hen uit de hand hunner vijanden, al de dagen des richters; want het berouwde den HEERE, huns zuchtens halve vanwege degenen, die hen drongen en die hen drukten.

VersbegrippenGod Als RechterDe Houding Van God Tegenover WreedheidGenade In OTGevoeligheidSympathieGod Redt Van De VijandenGod Met Specifieke MensenGod Toonde Genade

Maar het geschiedde met het versterven des richters, dat zij omkeerden, en verdierven het meer dan hun vaderen, navolgende andere goden, dezelve dienende, en zich voor die buigende; zij lieten niets vallen van hun werken, noch van dezen harden weg.

VersbegrippenGewoontesDe Aard Van ZondeEigen WilBuigen Voor Valse GodenAndere GodenDood Van AmbtsdragersGods Volk Zondigde

Daarom ontstak de toorn des HEEREN tegen Israel, dat Hij zeide: Omdat dit volk Mijn verbond heeft overtreden, dat Ik hun vaderen geboden heb, en zij naar Mijn stem niet gehoord hebben;

VersbegrippenHet Verbond Breken

Vijf vorsten der Filistijnen, en al de Kanaanieten, en de Sidoniers, en de Hevieten, wonende in het gebergte van den Libanon, van den berg Baal-Hermon, tot daar men komt te Hamath.

VersbegrippenHeersersVijf Mensen

Als nu de kinderen Israels woonden in het midden der Kanaanieten, der Hethieten, en der Amorieten, en der Ferezieten, en der Hevieten, en der Jebusieten;

VersbegrippenAmorietenOmgaan Met De Naties

Zo namen zij zich derzelver dochters tot vrouwen, en gaven hun dochters aan derzelver zonen; en zij dienden derzelver goden.

En de kinderen Israels deden, dat kwaad was in de ogen des HEEREN, en vergaten den HEERE, hun God, en zij dienden de Baals en de bossen.

VersbegrippenVergetenAanbidding Van Baäl, GeschiedenisSuccesAsherah DienenGods Volk Zondigde

Toen ontstak de toorn des HEEREN tegen Israel; en Hij verkocht hen in de hand van Cuschan Rischataim, koning van Mesopotamie; en de kinderen Israels dienden Cuschan Rischataim acht jaren.

VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaAcht Of Negen Jaar

Zo riepen de kinderen Israels tot den HEERE; en de HEERE verwekte de kinderen Israels een verlosser, die hen verloste, Othniel, zoon van Kenaz, broeder van Kaleb, die jonger was dan hij.

VersbegrippenAntwoord Op GebedGebed Als Vraag Voor GodGraadReddingBeantwoord GebedVerlossersHuilen Tot God

En de Geest des HEEREN was over hem, en hij richtte Israel, en toog uit ten strijde; en de HEERE gaf Cuschan Rischataim, den koning van Syrie, in zijn hand, dat zijn hand sterk werd over Cuschan Rischataim.

VersbegrippenUitrusting, SpiritueelMenselijke MachtDe Geest Van De HeerIsraël BeoordelenZij Die God In Hun Handen Heeft GegevenEmancipatie

Toen was het land veertig jaren stil, en Othniel, de zoon van Kenaz, stierf.

VersbegrippenVeertig JaarNummer Veertig40 Tot 50 jaarTijd Van Vrede

En hij vergaderde tot zich de kinderen Ammons en de Amalekieten en hij toog heen, en sloeg Israel, en zij namen de Palmstad in bezit.

VersbegrippenAmalekietenVijanden Van Israël En JudaAmmonietenNederlaag Van Gods Mensen

En de kinderen Israels dienden Eglon, koning der Moabieten, achttien jaren.

Versbegrippen15 Tot 20 JaarZij Onderworpen Aan Mensen

Toen riepen de kinderen Israels tot den HEERE, en de HEERE verwekte hun een verlosser, Ehud, den zoon van Gera, een zoon van Jemini, een man, die links was. En de kinderen Israels zonden door zijn hand een geschenk aan Eglon, den koning der Moabieten.

VersbegrippenHandenBelastenEerbetoonBeantwoord GebedLinkshandig

En Ehud maakte zich een zwaard, dat twee scherpten had, welks lengte een el was; en hij gordde dat onder zijn klederen, aan zijn rechterheup.

VersbegrippenDijenTweezijdigAfmetingen Van Andere DingenAndere Juiste Delen

En hij bracht aan Eglon, den koning der Moabieten, dat geschenk; Eglon nu was een zeer vet man.

VersbegrippenZwaarlijvigheidUitgevoerde MoordenOvergewichtVette Mensen

En het geschiedde, als hij geeindigd had het geschenk te leveren, zo geleidde hij het volk, die het geschenk gedragen hadden;

VersbegrippenMensen Naar Huis Sturen

Maar hijzelf keerde wederom van de gesneden beelden, die bij Gilgal waren, en zeide: Ik heb een heimelijke zaak aan u, o koning! dewelke zeide: Zwijg! En allen, die om hem stonden, gingen van hem uit.

VersbegrippenVerborgen InformatieIngehouden Betoog

En Ehud kwam tot hem in, daar hij was zittende in een koele opperzaal, die hij voor zich alleen had; zo zeide Ehud: Ik heb een woord Gods aan u. Toen stond hij op van den stoel.

VersbegrippenHuizenIn De Koelte Van De DagMensen Die Opstaan

Ehud dan reikte zijn linkerhand uit, en nam het zwaard van zijn rechterheup, en stak het in zijn buik;

VersbegrippenMoordMagenDijenAndere Juiste Delen

Dat ook het hecht achter het lemmer inging, en het vet om het lemmer toesloot (want hij trok het zwaard niet uit zijn buik), en de drek uitging.

VersbegrippenAchterkantOntlastingVet Van MensenOntladingenPoep

Toen ging Ehud uit van de voorzaal, en sloot de deuren der opperzaal voor zich toe, en deed ze in het slot.

VersbegrippenVeranda'sDeuren SluitenSloten En Staven

Als hij uitgegaan was, zo kwamen zijn knechten, en zagen toe, en ziet, de deuren der opperzaal waren in het slot gedaan; zo zeiden zij: Zeker, hij bedekt zijn voeten in de verkoelkamer.

VersbegrippenOntlasting

Als zij nu tot schamens toe gebeid hadden, ziet, zo opende hij de deuren der opperzaal niet. Toen namen zij den sleutel en deden open; en ziet, hunlieder heer lag ter aarde dood.

VersbegrippenSleutels

En Ehud ontkwam, terwijl zij vertoefden; want hij ging voorbij de gesneden beelden, en ontkwam naar Sehirath.

VersbegrippenOntsnappenOntsnappen, Fysieke DingenVoorbeelden Van OntsnappenOntsnappen Aan Mensen

En het geschiedde, als hij aankwam, zo blies hij met de bazuin op het gebergte van Efraim; en de kinderen Israels togen met hem af van het gebergte, en hij zelf voor hun aangezicht heen.

VersbegrippenBergenSoorten MuziekinstrumentenTrompetten Voor Signalering

En hij zeide tot hen: Volgt mij na; want de HEERE heeft uw vijanden, de Moabieten, in ulieder hand gegeven. En zij togen af, hem na, en namen de veren van de Jordaan in naar Moab, en lieten niemand overgaan.

VersbegrippenRivieren En StromenDoorwaadbare PlaatsZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

En zij sloegen de Moabieten te dier tijd, omtrent tien duizend man, allen vette en allen strijdbare mannen, dat er niet een man ontkwam.

VersbegrippenTienduizendenAantal Vreemdelingen GedoodHumor

Alzo werd Moab te dien dage onder Israels hand ten ondergebracht; en het land was stil tachtig jaren.

VersbegrippenVerovering80 Tot 100 JaarTijd Van Vrede

Zo verkocht hen de HEERE in de hand van Jabin, koning der Kanaanieten, die te Hazor regeerde; en zijn krijgsoverste was Sisera; dezelve nu woonde in Haroseth der heidenen.

VersbegrippenCommandant

Toen riepen de kinderen Israels tot den HEERE; want hij had negenhonderd ijzeren wagenen, en hij had de kinderen Israels met geweld onderdrukt, twintig jaren.

VersbegrippenBedelaarsGods Houding Tegenover OnderdrukkingGebed Als Vraag Voor GodBeantwoord GebedDe Voordelen Van SmartenHuilen Tot GodZeven- Tot Negenhonderd20 Tot 30 JaarIjzeren Voorwerpen

En zij woonde onder den palmboom van Debora, tussen Rama en tussen Beth-El, op het gebergte van Efraim; en de kinderen Israels gingen op tot haar ten gerichte.

VersbegrippenPalmbomenRechtbanken

En zij zond heen en riep Barak, den zoon van Abinoam, van Kedes-Nafthali; en zij zeide tot hem: Heeft de HEERE, de God Israels, niet geboden: Ga heen en trek op den berg Thabor, en neem met u tien duizend man, van de kinderen van Nafthali, en van de kinderen van Zebulon?

VersbegrippenDeborahTienduizenden

En Ik zal aan de beek Kison tot u trekken Sisera, den krijgsoverste van Jabin, met zijn wagenen en zijn menigte; en Ik zal hem in uw hand geven?

VersbegrippenRivier KishonZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

En zij zeide: Ik zal zekerlijk met u trekken, behalve dat de eer de uwe niet zal zijn op dezen weg, dien gij wandelt; want de HEERE zal Sisera verkopen in de hand ener vrouw. Alzo maakte Debora zich op, en toog met Barak naar Kedes.

VersbegrippenZwakke Vrouwen

Toen riep Barak Zebulon en Nafthali bijeen te Kedes, en hij toog op, op zijn voeten, met tien duizend man; ook toog Debora met hem op.

VersbegrippenSamen VechtenTienduizenden

Heber nu, de Keniet, had zich afgezonderd van Kain, uit de kinderen van Hobab, Mozes schoonvader; en hij had zijn tenten opgeslagen tot aan den eik in Zaanaim, die bij Kedes is.

VersbegrippenBroersTentenSchoonvadersEikenSchoonbroers

Zo riep Sisera al zijn wagenen bijeen, negenhonderd ijzeren wagenen, en al het volk, dat met hem was, van Haroseth der heidenen tot de beek Kison.

VersbegrippenStrijdwagensZeven- Tot NegenhonderdIjzeren VoorwerpenRivier Kishon

Debora dan zeide tot Barak: Maak u op; want dit is de dag, in welken de HEERE Sisera in uw hand gegeven heeft; is de HEERE niet voor uw aangezicht henen uitgetogen? Zo trok Barak van den berg Thabor af, en tien duizend man achter hem.

VersbegrippenTienduizendenZij Die God In Hun Handen Heeft Gegeven

En de HEERE versloeg Sisera, met al zijn wagenen, en het ganse heirleger, door de scherpte de zwaards, voor het aangezicht van Barak; dat Sisera van den wagen afklom, en vluchtte op zijn voeten.

VersbegrippenStrijdwagensGod Overwint

En Barak jaagde ze na, achter de wagenen en achter het heirleger, tot aan Haroseth der heidenen. En het ganse heirleger van Sisera viel door de scherpte des zwaards, dat er niet overbleef tot een toe.

VersbegrippenVerovering

Maar Sisera vluchtte op zijn voeten naar de tent van Jael, de huisvrouw van Heber, den Keniet; want er was vrede tussen Jabin, den koning van Hazor, en tussen het huis van Heber, den Keniet.

VersbegrippenOntsnappen, Fysieke DingenVoorbeelden Van OntsnappenNomadenGenoemde VrouwenTijd Van Vrede

Jael nu ging uit, Sisera tegemoet, en zeide tot hem: Wijk in, mijn heer, wijk in tot mij, vrees niet! En hij week tot haar in de tent, en zij bedekte hem met een deken.

VersbegrippenWees Niet Bang Van Mensen

Daarna zeide hij tot haar: Geef mij toch een weinig waters te drinken, want mij dorst. Toen opende zij een melkfles, en gaf hem te drinken, en dekte hem toe.

VersbegrippenFlessen, GebruikMelkWaterDrankjes, LetterlijkZuivel

Ook zeide hij tot haar: Sta in de deur der tent; en het zij, zo iemand zal komen, en u vragen, en zeggen: Is hier iemand? dat gij zegt: Niemand.

VersbegrippenLege Plaatsen

Daarna nam Jael, de huisvrouw van Heber, een nagel der tent, en greep een hamer in haar hand, en ging stilletjes tot hem in, en dreef den nagel in den slaap zijns hoofds, dat hij in de aarde vast werd; hij nu was met een diepen slaap bevangen en vermoeid, en stierf.

VersbegrippenTentenMoeheidHamersNagelsHakenScherp GereedschapMoe Worden Tijdens De VluchtGenoemde Individuen Doden

En ziet, Barak vervolgde Sisera; en Jael ging uit hem tegemoet, en zeide tot hem: Kom, en ik zal u den man wijzen, dien gij zoekt. Zo kwam hij tot haar in, en ziet, Sisera lag dood, en de nagel was in den slaap zijns hoofds.

VersbegrippenMensen Bekend GemaaktZij Op Zoek Naar Mensen

En de hand der kinderen Israels ging steeds voort, en werd hard over Jabin, den koning van Kanaan, totdat zij Jabin, den koning van Kanaan, hadden uitgeroeid.

Voorts zong Debora, en Barak, de zoon van Abinoam, ten zelven dage, zeggende:

VersbegrippenZij Die Lof ZingenVrijwilligerswerk

In de dagen van Samgar, den zoon van Anath, in de dagen van Jael, hielden de wegen op, en die op paden wandelden, gingen kromme wegen.

VersbegrippenSnelwegWegenReizigersLege DingenWoonwagensTragedie Op De StratenSnelwegen

Gij, die op witte ezelinnen rijdt, gij, die aan het gerichte zit, en gij, die over weg wandelt, spreekt er van!

VersbegrippenEzelsAchterkantWegenWandelenReizigersVrijwilligerswerk

Waak op, waak op, Debora, waak op, waak op, spreek een lied! maak u op, Barak! en leid uw gevangenen gevangen, gij zoon van Abinoam.

VersbegrippenOntwaak!

Public domain