4 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Er' in de Bijbel

En er zal te dien dage, spreekt de HEERE, een stem des gekrijts zijn van de Vispoort af, en een gehuil van het tweede gedeelte, en een grote breuk van de heuvelen af.

VersbegrippenKlappenTweede DingEen Vierde Pad

Wee den inwonenden van de landstreek der zee, den volken der Cheretim! Het woord des HEEREN zal tegen ulieden zijn, gij Kanaan, der Filistijnen land! en Ik zal u verdoen, dat er geen inwoner zal zijn.

VersbegrippenPijnWoord Van GodKustGod DodendGod TegenGod Zal De Mensen DodenWee De Goddelozen

De rechtvaardige HEERE is in het midden van haar, Hij doet geen onrecht; allen morgen geeft Hij Zijn recht in het licht, er ontbreekt niet; doch de verkeerde weet van geen schaamte.

VersbegrippenDe Relatie Van God Tegenover OnrechtvaardigheidDe Gerechtigheid Van GodOchtendSpijtVoortdurendGod Is Altijd Aan Het WerkGod Doet Het JuisteJuist DoenElke OchtendAfwezigheid Van SpijtOnrecht

Ik heb de heidenen uitgeroeid, hun hoeken zijn verwoest, Ik heb hun straten eenzaam gemaakt, dat niemand daardoor gaat; hun steden zijn verstoord, zodat er niemand is, dat er geen inwoner is.

VersbegrippenWegenVernietiging Van StedenLege StedenTragedie Op De StratenGod Redt Van Zonde En DoodGod Doodde De Mensen

Public domain