38 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Er' in de Bijbel

Dit nu zijn de koningen, die geregeerd hebben in het land van Edom, eer er een koning regeerde over de kinderen Israels: Bela, de zoon van Beor; en de naam zijner stad was Dinhaba.

De kinderen van Juda zijn: Er, en Onan, en Sela; drie zijn er hem geboren van de dochter van Sua, de Kanaanietische; en Er, de eerstgeborene van Juda, was kwaad in de ogen des HEEREN; daarom doodde Hij hem.

VersbegrippenEerstgeboreneEerstgeboren ZonenGod Dodend

De kinderen van Sela, den zoon van Juda, waren Er, de vader van Lecha, en Lada, de vader van Maresa; en de huisgezinnen van het huis der linnenwerkers in het huis Asbea.

VersbegrippenLinnenBeroepen

Want er vielen vele verwonden, dewijl de strijd van God was; en zij woonden in hun plaats, totdat zij gevankelijk weggevoerd werden.

Want uit dezelve zijn er besteld over de vaten, en over al de heilige vaten, en over de meelbloem, en wijn, en olie, en wierook, en specerij.

VersbegrippenWierookOlieWijn

Adina, de zoon van Siza, de Rubeniet, was het hoofd der Rubenieten; nochtans waren er dertig boven hem;

VersbegrippenDertig

Er kwamen ook van de kinderen van Benjamin en Juda op de vesting tot David.

Er vielen ook van Manasse tot David, toen hij met de Filistijnen kwam, om tegen Saul te strijden, alhoewel zij hen niet hielpen; want de vorsten der Filistijnen verlieten hem met raad, zeggende: Met gevaar van onze hoofden zou hij tot Saul, zijn heer, vallen.

VersbegrippenHeersers

Want er kwamen er te dier tijd dag bij dag tot David, om hem te helpen, tot een groot leger toe, als een leger Gods.

VersbegrippenOndersteuningHelpenLeger

En Jehojada was overste der Aaronieten; en met hem waren er drie duizend en zevenhonderd.

VersbegrippenDrieduizend En Meer

En van de kinderen van Benjamin, de broederen van Saul, drie duizend; want tot nog toe waren er velen van hen, die het met het huis van Saul hielden;

VersbegrippenKroningenDrieduizend En Meer

En ook de naasten aan hen, tot aan Issaschar, en Zebulon, en Nafthali, brachten brood op ezelen, en op kemelen, en op muildieren, en op runderen, meelspijs, stukken vijgen, en stukken rozijnen, en wijn, en olie, en runderen, en klein vee in menigte; want er was blijdschap in Israel.

VersbegrippenMuilezelsFruitVoedselVijgenboomRozijnenOlieSchapenWijn

Om den HEERE de brandofferen geduriglijk te offeren op het brandofferaltaar, des morgens en des avonds; en zulks naar alles, wat er geschreven staat in de wet des HEEREN, die Hij Israel geboden had.

VersbegrippenPlechtighedenDierenoffers, VerbrandingIn De Ochtend En Tijdens De Avond

HEERE, er is niemand gelijk Gij, en er is geen God behalve Gij, naar alles, wat wij met onze oren gehoord hebben.

VersbegrippenMonotheïsme1 GodNiemand Is Zoals God

Daarna was er nog een krijg tegen de Filistijnen, en Elhanan, de zoon van Jair, versloeg Lachmi, den broeder van Goliath, den Gethiet, wiens spieshout was als een weversboom.

VersbegrippenVakluiSperenReuzen

Daarna was er nog een krijg te Gath; en daar was een zeer lang man, en zijn vingeren waren zes en zes, vier en twintig, en hij was ook van Rafa geboren;

VersbegrippenVingersTenenZes DingenReuzenVingers Van Mensen

De HEERE dan gaf pestilentie in Israel; en er vielen van Israel zeventig duizend man.

VersbegrippenVijftig Tot Negentig DuizendDood Als Straf

Zie daar, ik heb in mijn verdrukking voor het huis des HEEREN bereid honderd duizend talenten gouds, en duizend maal duizend talenten zilvers; en des kopers en des ijzers is geen gewicht, want het is er in menigte; ik heb ook hout en stenen bereid; doe gij er nog meer bij.

VersbegrippenBronsMunstelselGoudZilverBronsZilver VergarenBrons Vergaren

Ook zijn er bij u in menigte, die het werk kunnen doen, houwers, en werkmeesters in steen en hout, en allerlei wijze lieden in allerlei werk.

VersbegrippenTimmerluiDe Aard Van Menselijke WijsheidMannen Aan Het WerkVakmanschap

Uit dezen waren er vier en twintig duizend om het werk van het huis des HEEREN aan te drijven; en zes duizend ambtlieden en rechters;

VersbegrippenZesduizendTwintigduizend En Meer

Deze allen waren uit de kinderen van Obed-Edom; zij, en hun kinderen, en hun broeders, kloeke mannen in kracht tot den dienst; daar waren er twee en zestig van Obed-Edom.

VersbegrippenDe Jaren Zestig

Aan Parbar tegen het westen waren er vier bij den hogen weg, twee bij Parbar.

VersbegrippenDubbelzinnigheidVier MensenDe Westelijke Kant

Van de Hebronieten was Jeria het hoofd, van de Hebronieten zijner geslachten onder de vaderen; in het veertigste jaar des koninkrijks van David zijn er gezocht en onder hen gevonden kloeke helden in Jaezer in Gilead.

VersbegrippenGenealogie

Over de eerste verdeling in de eerste maand was Jasobam, de zoon van Zabdiel; en in zijn verdeling waren er vier en twintig duizend.

VersbegrippenTwintigduizend En Meer

En over de verdeling in de tweede maand was Dodai, de Ahohiet, en over zijn verdeling was Mikloth ook voorganger; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.

VersbegrippenTwintigduizend En Meer

De derde overste des heirs in de derde maand was Benaja, de zoon van Jojada, den opperambtman; die was het hoofd; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.

VersbegrippenTwintigduizend En Meer

De vierde, in de vierde maand, was Asahel, de broeder van Joab, en na hem Zebadja, zijn zoon; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.

VersbegrippenTwintigduizend En Meer

De vijfde, in de vijfde maand, was Samhuth, de Jizrahiet, de overste; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.

VersbegrippenTwintigduizend En Meer

De zesde, in de zesde maand, was Ira, de zoon van Ikkes, de Thekoiet; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.

VersbegrippenTwintigduizend En Meer

De zevende, in de zevende maand, was Helez, de Peloniet, uit de kinderen van Efraim; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.

VersbegrippenTwintigduizend En Meer

De achtste, in de achtste maand, was Sibbechai, de Husathiet, van de Zerahieten; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.

VersbegrippenTwintigduizend En MeerVerdeling

De negende, in de negende maand, was Abiezer, de Anathothiet; van de Benjaminieten; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.

VersbegrippenTwintigduizend En Meer

De tiende, in de tiende maand, was Maharai, de Nethofathiet, van de Zerahieten; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.

VersbegrippenStrijdersTwintigduizend En Meer

De elfde, in de elfde maand, was Benaja, de Pirhathoniet, van de kinderen van Efraim; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.

VersbegrippenTwintigduizend En Meer

De twaalfde, in de twaalfde maand, was Heldai, de Nethofathiet, van Othniel; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.

VersbegrippenTwintigduizend En Meer

Joab, de zoon van Zeruja, had begonnen te tellen, maar hij voleindde het niet, omdat er deshalve een grote toorn over Israel gekomen was; daarom is het getal niet opgebracht in de rekening der kronieken van den koning David.

VersbegrippenVolkstellingNiet Bewaarde Boeken

Goud tot de gouden, en zilver tot de zilveren vaten, en tot alle werk, door de hand der werkmeesteren te maken. En wie is er willig, heden zijn hand den HEERE te vullen?

VersbegrippenUit Zichzelf GevenHeiliging, Aard En BasisInwijdingVrijwilligerswerkKunstenaarsVakmanschap

Public domain