150 gebeurtenissen

'Gij' in de Bijbel

Toen zeide Elkana, haar man: Hanna, waarom weent gij, en waarom eet gij niet, en waarom is uw hart kwalijk gesteld? Ben ik u niet beter dan tien zonen?

VersbegrippenVerdrietHuilenDe Plicht Van EchtgenotenTien MensenGoede MensenWaarom Doe Je Dit?

En zij beloofde een gelofte, en zeide: HEERE der heirscharen, zo Gij eenmaal de ellende Uwer dienstmaagd aanziet, en mijner gedenkt, en Uw dienstmaagd niet vergeet, maar geeft aan Uw dienstmaagd een mannelijk zaad, zo zal ik dat den HEERE geven al de dagen zijns levens, en er zal geen scheermes op zijn hoofd komen.

VersbegrippenBaby ToewijdingVoorbeelden Van ToewijdingHarenHoofdenGeloftenVoorspelde GeboorteGescheiden Van GodGod Onthoudt De BehoeftigenGod Als Een KrijgerGod Die TerechtwijstDe Belofte Van Een Baby

En Eli zeide tot haar: Hoe lang zult gij u dronken aanstellen? Doe uw wijn van u.

VersbegrippenWord Niet DronkenAlcoholismeDronkaards

Toen antwoordde Eli en zeide: Ga heen in vrede, en de God Israels zal uw bede geven, die gij van Hem gebeden hebt.

VersbegrippenHoor Gebed!Petitie

En Elkana, haar man, zeide tot haar: Doe, wat goed is in uw ogen; blijf, totdat gij hem zult gespeend hebben; de HEERE bevestige naar Zijn woord! Alzo bleef de vrouw, en zoogde haar zoon, totdat zij hem speende.

VersbegrippenBorsten, Zogende Moeders

Maakt het niet te veel, dat gij hoog, hoog zoudt spreken, dat iets hards uit uw mond zou gaan; want de HEERE is een God der wetenschappen, en Zijn daden zijn recht gedaan.

VersbegrippenAlwetende GodVermogenOntzagwekkende GodEen Betweter ZijnDe Wijsheid Van GodMondenHet Kwaad Van TrotsSuccesSuperioriteitVisieArrogantie Kenmerkt De GoddelozenWees Niet TrotsOpscheppenBalansArrogantieGewichtMotieven

Wanneer nu die man tot hem zeide: Zij zullen dat vet als heden ganselijk aansteken, zo neem dan voor u, gelijk als het uw ziel lusten zal; zo zeide hij tot hem: Nu zult gij het immers geven, en zo niet, ik zal het met geweld nemen.

En hij zeide tot hen: Waarom doet gij al zulke dingen, dat ik deze uw boze stukken hore van dit ganse volk?

VersbegrippenWaarom Doe Je Dit?

Niet, mijn zonen; want dit is geen goed gerucht, dat ik hoor; gij maakt, dat het volk des HEEREN overtreedt.

VersbegrippenDe Heiligen, Zonder Overdrijving

En gij zult aanschouwen de benauwdheid der woning Gods, in plaats van al het goede, dat Hij Israel zou gedaan hebben; en er zal te genen dage een oud man in uw huis zijn.

VersbegrippenOordeel Over Oude Mensen

En hij liep tot Eli en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Doch hij zeide: Ik heb niet geroepen, keer weder, leg u neder. En hij ging heen en legde zich neder.

VersbegrippenIndividuen Die LopenNeerliggen Om Te RustenZie Mij!Anderen Die OproepenGods Oproep

Toen riep de HEERE Samuel wederom; en Samuel stond op; en ging tot Eli, en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Hij dan zeide: Ik heb u niet geroepen, mijn zoon; keer weder, leg u neder.

VersbegrippenDe Roeping Van IndividuenNeerliggen Om Te RustenZie Mij!Anderen Die Oproepen

Toen riep de HEERE Samuel wederom, ten derde maal; en hij stond op, en ging tot Eli, en zeide: Zie, hier ben ik, want gij hebt mij geroepen. Toen verstond Eli, dat de HEERE den jongeling riep.

VersbegrippenGevoeligheidDrie Keer CommunicerenZie Mij!Anderen Die OproepenGods Oproep

Daarom zeide Eli tot Samuel: Ga heen, leg u neder, en het zal geschieden, zo Hij u roept, zo zult gij zeggen: Spreek, HEERE, want Uw knecht hoort. Toen ging Samuel heen en legde zich aan zijn plaats.

VersbegrippenNeerliggen Om Te RustenAandacht Aan God Besteden

En hij zeide: Wat is het woord, dat Hij tot u gesproken heeft? Verberg het toch niet voor mij; God doe u zo, en zo doe Hij daartoe, indien gij een woord voor mij verbergt van al de woorden, die Hij tot u gesproken heeft!

VersbegrippenGods Verborgen Dingen

Zijt sterk, en weest mannen, gij Filistijnen, opdat gij de Hebreen niet misschien dient, gelijk als zij ulieden gediend hebben; zo zijt mannen, en strijdt.

VersbegrippenKracht Van MensenWees Moedig!Wees Sterk!

En omtrent den tijd van haar sterven, zo spraken de vrouwen, die bij haar stonden: Vrees niet, want gij hebt een zoon gebaard. Doch zij antwoordde niet, en nam het niet ter harte.

VersbegrippenAntwoordAnderen Die Niet AntwoordenDood Van Een KindDood Van Een MoederWanhoopEen Baby VerwachtenVruchtbaar Zijn

Zij dan zeiden: Indien gij de ark des Gods van Israel wegzendt, zendt haar niet ledig weg, maar vergeldt Hem ganselijk een schuldoffer; dan zult gij genezen worden, en ulieden zal bekend worden, waarom Zijn hand van u niet afwijkt.

VersbegrippenHand Van GodDierenoffers Tegen OvertredingLege DingenGod Geneest

Neemt dan de ark des HEEREN, en zet ze op den wagen, en legt de gouden kleinoden, die gij Hem ten schuloffer vergelden zult, in een koffertje aan haar zijde; en zendt ze weg, dat zij heenga.

VersbegrippenWagentjesGoudDierenoffers Tegen Overtreding

En de kinderen Israels zeiden tot Samuel: Zwijg niet van onzentwege, dat gij niet zoudt roepen tot den HEERE, onzen God, opdat Hij ons verlosse uit de hand der Filistijnen.

VersbegrippenReddingVoortdurendAltijd BiddenIndividuen Die Anderen ReddenBid Voor Ons

En zij zeiden tot hem: Zie, gij zijt oud geworden, en uw zonen wandelen niet in uw wegen; zo zet nu een koning over ons, om ons te richten, gelijk al de volken hebben.

VersbegrippenPolitieke LeidersHet Goede Niet ImiterenZoals De Naties

Hoor dan nu naar hun stem; doch als gij hen op het hoogste zult betuigd hebben, zo zult gij hen te kennen geven de wijze des konings, die over hen regeren zal.

VersbegrippenToelichtingenDe Aard Van KoningenBesteed Aandacht Aan Mensen!

Hij zal uw kudden vertienen; en gij zult hem tot knechten zijn.

VersbegrippenGroepen Van SlavenTiende Voor Mensen

Gij zult wel te dien dage roepen, vanwege uw koning, dien gij u zult verkoren hebben, maar de HEERE zal u te dien dage niet verhoren.

VersbegrippenGod Die Niet Antwoordt

Wanneer gijlieden in de stad komt, zo zult gij hem vinden, eer hij opgaat op de hoogte om te eten; want het volk zal niet eten, totdat hij komt, want hij zegent het offer, daarna eten de genodigden; daarom gaat nu op, want hem, als heden zult gij hem vinden.

VersbegrippenEtende MensenMensen Die Anderen Zegenen

Morgen omtrent dezen tijd zal Ik tot u zenden een man uit het land van Benjamin, dien zult gij ten voorganger zalven over Mijn volk Israel; en hij zal Mijn volk verlossen uit der Filistijnen hand, want Ik heb Mijn volk aangezien, dewijl deszelfs geroep tot Mij gekomen is.

VersbegrippenVerlossersGods Actie MorgenZalving Van KoningenKreten Van Ellende Tot GodKoningen MakenIndividuen Die Anderen Redden

Want de ezelinnen aangaande, die gij heden den derden dag verloren hebt, zet uw hart daarop niet, want zij zijn gevonden; en wiens zal zijn al het gewenste, dat in Israel is? Is het niet van u, en van het ganse huis uws vaders?

VersbegrippenDrie DagenDingen VindenVerloren Zijn

Toen antwoordde Saul, en zeide: Ben ik niet een zoon van Jemini, van de kleinsten der stammen van Israel? en mijn geslacht is het niet het kleinste van al de geslachten van den stam van Benjamin? Waarom spreekt gij mij dan aan met zulke woorden?

VersbegrippenStammenNederigheidVereisten Voor PredikantenBedeesdheidMinderhedenZelfvernederingKleine DingenIk Ben Onbelangrijk

Toen zij afgegaan waren aan het einde der stad, zo zeide Samuel tot Saul: Zeg den jongen, dat hij voor onze aangezichten heenga; toen ging hij heen; maar sta gij als nu stil, en ik zal u Gods woord doen horen.

VersbegrippenStilteMensen Die Voorgingen

Als gij heden van mij gaat, zo zult gij twee mannen vinden bij het graf van Rachel, aan de landpale van Benjamin, te Zelzah; die zullen tot u zeggen: De ezelinnen zijn gevonden, die gij zijt gaan zoeken, en zie, uw vader heeft de zaken der ezelinnen verlaten, en hij is bekommerd voor ulieden, zeggende: Wat zal ik om mijn zoon doen?

VersbegrippenZorgDingen VindenTwee Andere Mannen

Als gij u van daar en verder aan begeeft, en zult komen tot aan Elon-Thabor, daar zullen u drie mannen vinden, opgaande tot God naar Beth-El; een, dragende drie bokjes, en een, dragende drie bollen broods, en een, dragende een fles wijn.

VersbegrippenDrie MannenDrie DierenIn De Bergen TrekkenHoeveelheiden WijnEikenDrie Andere Dingen

En zij zullen u naar uw welstand vragen, en zij zullen u twee broden geven; die zult gij van hun hand nemen.

VersbegrippenAanvaarden Van GeschenkenMensen Die Zorgen Voor Voedsel

Daarna zult gij komen op den heuvel Gods, waar der Filistijnen bezettingen zijn; en het zal geschieden, als gij aldaar in de stad komt, zo zult gij ontmoeten een hoop profeten, van de hoogte afkomende, en voor hun aangezichten luiten, en trommelen, en pijpen, en harpen, en zij zullen profeteren.

VersbegrippenFluitenHoge PlaatsenLierSoorten MuziekinstrumentenVoorspelling, Methodes In OTHeiligdommenTamboerijnenHarpenLierenSchooldrums

En de Geest des HEEREN zal vaardig worden over u, en gij zult met hen profeteren; en gij zult in een anderen man veranderd worden.

VersbegrippenMenselijke MachtBeloftes Van De Heilige GeestMensen Die Getransformeerd WordenAnders ZijnUniek Zijn

En het zal geschieden, als u deze tekenen zullen komen, doe gij, wat uw hand vinden zal, want God zal met u zijn.

VersbegrippenTekenen Van GodGod Met Specifieke MensenGods Werk Doen

Gij nu zult voor mijn aangezicht afgaan naar Gilgal, en zie, ik zal tot u afkomen, om brandofferen te offeren, om te offeren offeranden der dankzegging; zeven dagen zult gij daar beiden, totdat ik tot u kome, en u bekend make, wat gij doen zult.

VersbegrippenBroederschap OffertWachtenWekenZeven DagenMensen Die Wachten

Toen zeide Samuel tot het ganse volk: Ziet gij, dien de HEERE verkoren heeft? Want gelijk hij, is er niemand onder het ganse volk. Toen juichte het ganse volk, en zij zeiden: de koning leve!

VersbegrippenStemmenSchreeuwende TroepenUnieke Individuen

En de mannen van Jabes zeiden: Morgen zullen wij tot ulieden uitgaan, en gij zult ons doen naar alles, wat goed is in uw ogen.

VersbegrippenHandelingen Van De Mens Morgen

Toen zeide Samuel tot gans Israel: Ziet, ik heb naar ulieder stem gehoord in alles, wat gij mij gezegd hebt, en ik heb een koning over u gezet.

VersbegrippenKoningen Maken

Toen zeiden zij: Gij hebt ons niet verongelijkt, en gij hebt ons niet onderdrukt, en gij hebt van niemands hand iets genomen.

VersbegrippenFraude

Toen zeide hij tot hen: De HEERE zij een Getuige tegen ulieden, en Zijn gezalfde zij te dezen dage getuige, dat gij in mijn hand niets gevonden hebt! En het volk zeide: Hij zij Getuige!

VersbegrippenBeroep Doen Op GodDe Getuige Van God

En de HEERE zond Jerubbaal, en Bedan, en Jeftha, en Samuel, en Hij rukte u uit de hand uwer vijanden rondom, alzo dat gij zeker woondet.

VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaVijanden Van GelovigenGod Redt Van De Vijanden

Als gij nu zaagt, dat Nahas, de koning van de kinderen Ammons, tegen u kwam, zo zeidet gij tot mij: Neen, maar een koning zal over ons regeren; zo toch de HEERE, uw God, uw Koning was.

VersbegrippenOverheidKoningenDe Komst Van Het Koninkrijk Van GodGoddelijk KoningschapMenselijk KoningschapTheorcratie

En nu, ziet daar den koning, dien gij verkoren hebt, dien gij begeerd hebt; en ziet, de HEERE heeft een koning over ulieden gezet.

Zo gij den HEERE zult vrezen, en Hem dienen, en naar Zijn stem horen, en den mond des HEEREN niet wederspannig zijt, zo zult gijlieden, zowel gij als de koning, die over u regeren zal, achter den HEERE, uw God, zijn.

VersbegrippenVerbintenis Tot GodEerbied Voor GodGod VolgenVrees God!God Gehoorzamen

Doch zo gij naar de stem des HEEREN niet zult horen, maar den mond des HEEREN wederspannig zijn, zo zal de hand des HEEREN, tegen u zijn, als tegen uw vaders.

VersbegrippenGevarenOngehoorzaamheid Tot GodGod Tegen

Is het niet vandaag de tarweoogst? Ik zal tot den HEERE roepen, en Hij zal donder en regen geven; zo weet dan, en ziet, dat uw kwaad groot is, dat gij voor de ogen des HEEREN gedaan hebt, dat gij een koning voor u begeerd hebt.

VersbegrippenHerfstGods Volk Zondigde

Toen zeide Samuel tot het volk: Vreest niet, gij hebt al dit kwaad gedaan; doch wijkt niet van achter den HEERE af, maar dient den HEERE met uw ganse hart.

VersbegrippenHart En De Heilige GeestOprechtheidDienenGod DienenGeruststelling

En wijkt niet af; want gij zoudt de ijdelheden na volgen, die niet bevorderlijk zijn, noch verlossen, want zij zijn ijdelheden.

VersbegrippenFultiliteitValse ReligieNutteloze DingenReddingAfgoden Bestaan NietVastberadenheidOnrendabele ZondeNutteloze Afgoden

Maar indien gij voortaan kwaad doet, zo zult gijlieden, als ook uw koning, omkomen.

VersbegrippenBedreigingenVernietiging Van LandenAanhoudend

Toen zeide Samuel: Wat hebt gij gedaan? Saul nu zeide: Omdat ik zag, dat zich het volk van mij verstrooide, en gij op den bestemden tijd der dagen niet kwaamt, en de Filistijnen te Michmas vergaderd waren,

VersbegrippenWat Doe Jij?Verspreide Volgers

Toen zeide Samuel tot Saul: Gij hebt zottelijk gedaan; gij hebt het gebod van den HEERE, uw God, niet gehouden, dat Hij u geboden heeft; want de HEERE zou nu uw rijk over Israel bevestigd hebben tot in eeuwigheid.

VersbegrippenKenmerken Van DwazenVoorbeelden Van DwaasheidDe Reachtie Van Gelovigen Tegen Het KwaadStabiliteitZe Hielden Zich Niet Aan De GebodenSaul

Maar nu zal uw rijk niet bestaan. De HEERE heeft Zich een man gezocht naar Zijn hart, en de HEERE heeft hem geboden een voorganger te zijn over Zijn volk, omdat gij niet gehouden hebt, wat u de HEERE geboden had.

VersbegrippenDe Menselijke Beschrijvingen Van GodHet Karakter Van DavidGoddelijk HartSpiritualiteitOngehoorzaamheid Tot GodValse BeschuldigingenZe Hielden Zich Niet Aan De GebodenSaul En David

En men boodschapte het Saul, zeggende: Zie, het volk verzondigt zich aan den HEERE, etende met het bloed. En hij zeide: Gij hebt trouwelooslijk gehandeld; wentelt heden een groten steen tot mij.

VersbegrippenOntrouw Tegenover GodRollenVerboden VoedselGods Volk ZondigdeVlees Eten

Toen vraagde Saul God: Zal ik aftrekken de Filistijnen na? Zult Gij ze in de hand van Israel overgeven? Doch Hij antwoordde hem niet te dien dage.

VersbegrippenGod Die Niet AntwoordtDoor Iemand Bij De Hand Genomen WordenSaul

Saul dan zeide tot Jonathan: Geef mij te kennen, wat gij gedaan hebt. Toen gaf het Jonathan hem te kennen, en zeide: Ik heb maar een weinig honigs geproefd, met het uiterste des stafs, dien ik in mijn hand had; zie hier ben ik, moet ik sterven?

VersbegrippenBeleden Zonde

Toen zeide Saul: Zo doe mij God, en zo doe Hij daartoe, Jonathan! gij moet den dood sterven.

VersbegrippenDood Als Straf

En Saul liet den Kenieten zeggen: Gaat weg, wijkt, trekt af uit het midden der Amalekieten, opdat ik u met hen niet wegruime; want gij hebt barmhartigheid gedaan aan al de kinderen Israels, toen zij uit Egypte opkwamen. Alzo weken de Kenieten uit het midden der Amalekieten.

VersbegrippenGenade In Menselijke RelatiesVriendelijkheidScheiden Van Slechte Mensen

Toen sloeg Saul de Amalekieten van Havila af, tot daar gij komt te Sur, dat voor aan Egypte is.

Samuel nu kwam tot Saul, en Saul zeide tot hem: Gezegend zijt gij den HEERE! Ik heb des HEEREN woord bevestigd.

VersbegrippenVoorbeelden Van LiegenGroetenIk Volg De GebodenSaul

En Samuel zeide: Is het niet alzo, toen gij klein waart in uw ogen, dat gij het hoofd der stammen van Israel geworden zijt, en dat u de HEERE tot koning over Israel gezalfd heeft?

VersbegrippenDirecteurschapKoningenKleinheidBedeesdheidZalving Van KoningenIk Ben Onbelangrijk

En de HEERE heeft u op den weg gezonden, en gezegd: Ga heen en verban de zondaars, de Amalekieten, en strijd tegen hen, totdat gij dezelve te niet doet.

VersbegrippenZondaarsUitroeiing

Waarom toch hebt gij naar de stem des HEEREN niet gehoord, maar zijt tot den roof gevlogen, en hebt gedaan dat kwaad was in de ogen des HEEREN?

VersbegrippenPlunderen

Doch Samuel zeide tot Saul: Ik zal met u niet wederkeren; omdat gij het woord des HEEREN verworpen hebt, zo heeft u de HEERE verworpen, dat gij geen koning over Israel zult zijn.

VersbegrippenGevolgen Van Het Verzaken Van GodNiet Met MensenAfzettenAfwijzing

Toen zeide Samuel tot hem: De HEERE heeft heden het koninkrijk van Israel van u afgescheurd, en heeft het aan uw naaste gegeven, die beter is dan gij.

VersbegrippenVoorspellingenSaul

Toen zeide de HEERE tot Samuel: Hoe lang draagt gij leed om Saul, dien Ik toch verworpen heb, dat hij geen koning zij over Israel? Vul uw hoorn met olie, en ga heen; Ik zal u zenden tot Isai, den Bethlehemiet; want Ik heb Mij een koning onder zijn zonen uitgezien.

VersbegrippenBurgerlijke AutoriteitenGebroken HorensPolitieke LeidersDe Taak Van MissionarissenHet Gevolg Van De Afwijzing Van GodHorens Van DierenZalving Van KoningenGod Die Individuen VerlaatVoor Mensen HandelenRouwen Met SpijtSaul En DavidAfwijzingKwaliteiten Van LeiderschapRouwenSaul

En gij zult Isai ten offer nodigen, en Ik zal u te kennen geven, wat gij doen zult, en gij zult Mij zalven, dien Ik u zeggen zal.

VersbegrippenGods Beloftes Voor BegeleidingZalving Van Koningen

Indien hij tegen mij strijden en mij verslaan kan, zo zullen wij ulieden tot knechten zijn; maar indien ik hem overwin en hem sla, zo zult gij ons tot knechten zijn, en ons dienen.

VersbegrippenVervangingZij Onderworpen Aan Mensen

Maar breng deze tien melkkazen aan de oversten over duizend; en gij zult uw broederen bezoeken, of het hun welga, en gij zult van hen pand medenemen.

VersbegrippenKaasZuivelTien DingenVertellen Over Gebeurtenissen

Als Eliab, zijn grootste broeder, hem tot die mannen hoorde spreken, zo ontstak de toorn van Eliab tegen David, en hij zeide: Waarom zijt gij nu afgekomen, en onder wien hebt gij de weinige schapen in de woestijn gelaten? Ik ken uw vermetelheid, en de boosheid uws harten wel; want gij zijt afgekomen, opdat gij den strijd zaagt.

VersbegrippenKritiek Over GelovigenSoorten EmotiesMenselijke WoedeHerder Als BeroepNegatieve Aspecten Van SpraakOorzaken Van De Woede Van De MensGenoemde Personen Die Kwaad Waren Op AnderenNooit Meer De Kudde HoedenEmoties

Maar Saul zeide tot David: Gij zult niet kunnen heengaan tot dezen Filistijn, om met hem te strijden; want gij zijt een jongeling, en hij is een krijgsman van zijn jeugd af.

VersbegrippenVoorbeelden Van KinderenOnervarenheidMiddelbare LeeftijdJeugdBeperkingen Van De JeugdWerken Van JongsafaanNiet Mogelijk Om Andere Dingen Te Doen

De Filistijn nu zeide tot David: Ben ik een hond, dat gij tot mij komt met stokken? En de Filistijn vloekte David bij zijn goden.

VersbegrippenVertrouwen, Gebaseerd OpHondenOngoddelijk Vloeken

David daarentegen zeide tot den Filistijn: Gij komt tot mij met een zwaard, en met een spies, en met een schild; maar ik kom tot u in den Naam van den HEERE der heirscharen, den God der slagorden van Israel, Dien gij gehoond hebt.

VersbegrippenConfrontatieSpirituele KrachtZich Inspannen Met GodOnbetrouwbaarheidWapensVoorbeelden Van DurfBescherming Van GodLeger Van GodSperenGod Als Een KrijgerIn Gods NaamLeger

De koning nu zeide: Vraag gij het, wiens zoon deze jongeling is.

VersbegrippenStellen Van Bepaalde Vragen

En Saul zeide tot hem: Wiens zoon zijt gij, jongeling? En David zeide: Ik ben een zoon van uw knecht Isai, den Bethlehemiet.

VersbegrippenWie Is Dit?DienstbaarheidSaul

En Saul zeide: Ik zal haar hem geven, dat zij hem tot een valstrik zij, en dat de hand der Filistijnen tegen hem zij. Daarom zeide Saul tot David: Met de andere zult gij heden mijn schoonzoon worden.

VersbegrippenGewoonten In Verband Met Het HuwelijkSchoonzonenMan Die Vangt

Doch ik zal uitgaan, en aan de hand mijns vaders staan op het veld, waar gij zult zijn; en ik zal van u tot mijn vader spreken, en zal zien wat het zij; dat zal ik u verkondigen.

VersbegrippenInformatie Geven

Want hij heeft zijn ziel in zijn hand gezet, en hij heeft den Filistijn geslagen, en de HEERE heeft een groot heil aan het ganse Israel gedaan; gij hebt het gezien, en gij zijt verblijd geweest; waarom zoudt gij dan tegen onschuldig bloed zondigen, David zonder oorzaak dodende?

VersbegrippenDe Grootheid Van GodLijden Van Jezus ChristusOnschuldig BloedOpwindingWeerhouden Van DodenAndere Mensen Kwaad BerokkenenRiskeren

Maar Saul zond boden heen tot Davids huis, dat zij hem bewaarden, en dat zij hem des morgens doodden. Dit gaf Michal, zijn huisvrouw, David te kennen, zeggende: Indien gij uw ziel dezen nacht niet behoedt, zo zult gij morgen gedood worden.

VersbegrippenDageraadWaakzaamheid Van GelovigenGedurende Een Nacht

Toen zeide Saul tot Michal: Waarom hebt gij mij alzo bedrogen en hebt mijn vijand laten gaan, dat hij ontkomen is? Michal nu zeide tot Saul: Hij zeide tot mij: Laat mij gaan, waarom zou ik u doden?

VersbegrippenWeerhouden Van DodenOntsnappen Aan MensenZij Die Bedrogen

Hij daarentegen zeide tot hem: Dat zij verre, gij zult niet sterven. Zie, mijn vader doet geen grote zaak, en geen kleine zaak, die hij voor mijn oor niet openbaart; waarom zou dan mijn vader deze zaak van mij verbergen? Dat is niet.

VersbegrippenKleinheidVerre Van Dit!Dingen Die Onthuld WordenZij Die Niets Zeggen

Indien uw vader mij gewisselijk mist, zo zult gij zeggen: David heeft van mij zeer begeerd, dat hij tot zijn stad Bethlehem mocht lopen; want aldaar is een jaarlijks offer voor het ganse geslacht.

VersbegrippenBethlehemToestemming VragenElk JaarWeggaanVerjaardag

Doe dan barmhartigheid aan uw knecht, want gij hebt uw knecht in een verbond des HEEREN met u gebracht; maar is er een misdaad in mij, zo dood gij mij; waarom zoudt gij mij toch tot uw vader brengen?

VersbegrippenVerplichtingen Van VerbondTrouw In Menselijke RelatiesVriendelijkheidTrouwOnderhandelingVerdragGoedkeuring Voor ZelfdodingWelke Zonde?

Alzo doe de HEERE aan Jonathan, en alzo doe Hij daartoe! Als mijn vader het kwaad over u behaagt, zo zal ik het voor uw oor ontdekken, en ik zal u trekken laten, dat gij in vrede heengaat; en de HEERE zij met u, gelijk als Hij met mijn vader geweest is.

VersbegrippenGod Is Met JouGod Met Specifieke Mensen

En zult gij niet, indien ik dan nog leve, ja, zult gij niet de weldadigheid des HEEREN aan mij doen, dat ik niet sterve?

VersbegrippenLeven Zoeken

Ook zult gij uw weldadigheid niet afsnijden van mijn huis tot in eeuwigheid; ook niet wanneer de HEERE een iegelijk der vijanden van David van den aardbodem zal afgesneden hebben.

En als gij de drie dagen zult uitgebleven zijn, kom haastig af, en ga tot die plaats, waar gij u verborgen hadt ten dage dezer handeling; en blijf bij den steen Ezel.

VersbegrippenWachtenDrie DagenZich Verbergen Voor Mensen

En zie, ik zal den jongen zenden, zeggende: Ga heen, zoek de pijlen, indien ik uitdrukkelijk tot den jongen zeg: Zie, de pijlen zijn van u af en herwaarts, neem hem; en kom gij, want er is vrede voor u, en er is geen ding, zo waarlijk de HEERE leeft!

VersbegrippenZoeken Voor Concrete Dingen

En aangaande de zaak, waarvan ik en gij gesproken hebben, zie, de HEERE zij tussen mij en tussen u, tot in eeuwigheid!

VersbegrippenDe Getuige Van God

Toen ontstak de toorn van Saul tegen Jonathan, en hij zeide tot hem: Gij, zoon der verkeerde in wederspannigheid, weet ik het niet, dat gij den zoon van Isai verkoren hebt tot uw schande, en tot schande van de naaktheid uwer moeder?

VersbegrippenMenselijke WoedeTemperenWoede, Zondige VoorbeeldenDe Onrechtvaardige Woede Van De MensOorzaken Van De Woede Van De MensMensen KiezenGenoemde Personen Die Kwaad Waren Op AnderenSchaamte Is AangekomenOpstand

Want al de dagen, die de zoon van Isai op den aardbodem leven zal, zo zult gij noch uw koninkrijk bevestigd worden; nu dan, schik heen, en haal hem tot mij, want hij is een kind des doods.

VersbegrippenRivaliteitSaul En David

Toen kwam David te Nob, tot den priester Achimelech; en Achimelech kwam bevende David tegemoet, en hij zeide tot hem: Waarom zijt gij alleen, en geen man met u?

VersbegrippenLijfwachtenAlleen HandelenWaarom Doe Je Dit?

Toen zeide de priester: Het zwaard van Goliath, den Filistijn, denwelken gij sloegt in het eikendal, zie, dat is hier, gewonden in een kleed, achter den efod; indien gij u dat nemen wilt, zo neem het, want hier is geen ander dan dit. David nu zeide: Er is zijns gelijke niet; geef het mij.

VersbegrippenDoekUnieke Dingen

Toen zeide Achis tot zijn knechten: Ziet, gij ziet, dat de man razende is, waarom hebt gij hem tot mij gebracht?

Heb ik razenden gebrek, dat gij dezen gebracht hebt, om voor mij te razen? Zal deze in mijn huis komen?

VersbegrippenGekken

Toen zeide Saul tot zijn knechten, die bij hem stonden: Hoort toch, gij, zonen van Jemini, zal ook de zoon van Isai u altegader akkers en wijnbergen geven? Zal hij u allen tot oversten van duizenden, en oversten van honderden stellen?

VersbegrippenWijngaarden

Dat gij u allen tegen mij verbonden hebt, en niemand voor mijn oor openbaart, dat mijn zoon een verbond gemaakt heeft met den zoon van Isai; en niemand is onder ulieden, dien het wee doet van mijnentwege, en die het voor mijn oor openbaart; want mijn zoon heeft mijn knecht tegen mij opgewekt, tot een lagenlegger, gelijk het te dezen dage is.

VersbegrippenVerdragTrouwHinderlaagZij Die Niets ZeggenMensen Zonder Genade

En Saul zeide: Hoor nu, gij, zoon van Ahitub! En hij zeide: Zie, hier ben ik, mijn heer!

VersbegrippenZie Mij!

Zoekresultaten op Versies

Zoekresultaten op Boek


Public domain