'Groot' in de Bijbel
Alzo zaten zij met hem op de aarde, zeven dagen en zeven nachten; en niemand sprak tot hem een woord, want zij zagen, dat de smart zeer groot was.
Wat is de mens, dat Gij hem groot acht, en dat Gij Uw hart op hem zet?
Zo ik blijde ben geweest, omdat mijn vermogen groot was, en omdat mijn hand geweldig veel verkregen had;
Omdat er grimmigheid is, wacht u, dat Hij u misschien niet met een klop wegstote; zodat u een groot rantsoen er niet zou afbrengen.
Zie, God is groot, en wij begrijpen het niet; er is ook geen onderzoeking van het getal Zijner jaren.
Den Almachtige, Dien kunnen wij niet uitvinden; Hij is groot van kracht; doch door gericht en grote gerechtigheid verdrukt Hij niet.
Haar jongen worden kloek, worden groot door het koren; zij gaan uit, en keren niet weder tot dezelve.
Zult gij op hem vertrouwen, omdat zijn kracht groot is, en zult gij uw arbeid op hem laten?
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (20)
- Exodus (7)
- Numberi (4)
- Deuteronomium (12)
- Jozua (12)
- Richteren (5)
- Ruth (1)
- 1 Samuël (15)
- 2 Samuël (11)
- 1 Koningen (2)
- 2 Koningen (3)
- 1 Kronieken (9)
- 2 Kronieken (7)
- Ezra (5)
- Nehemia (6)
- Esther (7)
- Job (10)
- Psalmen (43)
- Spreuken (4)
- Prediker (5)
- Jesaja (17)
- Jeremia (12)
- Klaagliederen (4)
- Ezechiël (13)
- Daniël (18)
- Hosea (5)
- Joël (5)
- Amos (1)
- Obadja (1)
- Jona (3)
- Micha (2)
- Zefanja (2)
- Zacharia (4)
- Maleachi (3)