'Heere' in de Bijbel
Paulus, en Silvanus, en Timotheus, aan de Gemeente der Thessalonicensen, welke is in God den Vader, en den Heere Jezus Christus: genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
Zonder ophouden gedenkende het werk uws geloofs, en den arbeid der liefde, en de verdraagzaamheid der hoop op onzen Heere Jezus Christus, voor onzen God en Vader;
Welke ook gedood hebben den Heere Jezus, en hun eigen profeten; en ons hebben vervolgd, en Gode niet behagen, en alle mensen tegen zijn;
Want welke is onze hoop, of blijdschap, of kroon des roems? Zijt gij die ook niet voor onzen Heere Jezus Christus in Zijn toekomst?
Want nu leven wij, indien gij vast staat in den Heere.
Doch onze God en Vader Zelf, en onze Heere Jezus Christus richte onzen weg tot u.
En de Heere vermeerdere u, en make u overvloedig in de liefde jegens elkander en jegens allen, gelijk wij ook zijn jegens u;
Opdat Hij uw harten versterke, om onberispelijk te zijn in heiligmaking, voor onzen God en Vader, in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus met al Zijn heiligen.
Voorts dan, broeders, wij bidden en vermanen u in den Heere Jezus, gelijk gij van ons ontvangen hebt, hoe gij moet wandelen en Gode behagen, dat gij daarin meer overvloedig wordt.
Want gij weet, wat bevelen wij u gegeven hebben door den Heere Jezus.
Dat niemand zijn broeder vertrede, noch bedriege in zijn handeling; want de Heere is een wreker over dit alles, gelijk wij u ook te voren gezegd en betuigd hebben.
Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan;
Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.
Want God heeft ons niet gesteld tot toorn, maar tot verkrijging der zaligheid, door onzen Heere Jezus Christus;
En wij bidden u, broeders, erkent degenen, die onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in den Heere, en u vermanen;
En de God des vredes Zelf heilige u geheel en al; en uw geheel oprechte geest, en ziel, en lichaam worde onberispelijk bewaard in de toekomst van onzen Heere Jezus Christus.
Ik bezweer ulieden bij den Heere, dat deze zendbrief al den heiligen broederen gelezen worde.
De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (128)
- Exodus (289)
- Leviticus (195)
- Numberi (255)
- Deuteronomium (372)
- Jozua (124)
- Richteren (102)
- Ruth (14)
- 1 Samuël (181)
- 2 Samuël (96)
- 1 Koningen (119)
- 2 Koningen (131)
- 1 Kronieken (91)
- 2 Kronieken (174)
- Ezra (19)
- Nehemia (14)
- Job (20)
- Psalmen (601)
- Spreuken (60)
- Jesaja (333)
- Jeremia (508)
- Klaagliederen (36)
- Ezechiël (315)
- Daniël (16)
- Hosea (33)
- Joël (18)
- Amos (69)
- Obadja (4)
- Jona (15)
- Micha (23)
- Nahum (10)
- Habakuk (9)
- Zefanja (19)
- Zacharia (88)
- Maleachi (32)
- Mattheüs (43)
- Markus (13)
- Lukas (61)
- Johannes (45)
- Handelingen (74)
- Romeinen (36)
- 1 Corinthiërs (47)
- 2 Corinthiër (24)
- Galaten (5)
- Efeziërs (24)
- Filippenzen (15)
- Colossenzen (13)
- 1 Thessalonicenzen (18)
- 2 Thessalonicenzen (17)
- 1 Timotheüs (7)
- 2 Timotheüs (14)
- Titus (1)
- Filémon (5)
- Hebreeën (15)
- Jakobus (9)
- 1 Petrus (3)
- 2 Petrus (12)
- 2 Johannes (1)
- Judas (6)
- Openbaring (21)