6 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Hem' in de Bijbel

En de opperschipper naderde tot hem, en zeide tot hem: Wat is u, gij hardslapende? Sta op, roep tot uw God, misschien zal die God aan ons gedenken, dat wij niet vergaan.

VersbegrippenKapiteinenNiet StervenDe Dood AfgewendZal God Aandacht Besteden?Zijn Eigen Goden Dienen

Toen zeiden zij tot hem: Verklaar ons nu, om wiens wil ons dit kwaad overkomt. Wat is uw werk en van waar komt gij? Welk is uw land en van welk volk zijt gij?

VersbegrippenWie Is De Uitverkorene?Waar Vandaan?Waarom Gebeurt Dit?Jona

Toen vreesden die mannen met grote vreze, en zeiden tot hem: Wat hebt gij dit gedaan? Want de mannen wisten, dat hij van des HEEREN aangezicht vlood; want hij had het hun te kennen gegeven.

VersbegrippenLafheidAngst Voor Het OnbekendeVluchten Van GodWat Doe Jij?De Feiten KennenBang ZijnDe Aanwezigheid Van GodZeilenJona

Voorts zeiden zij tot hem: Wat zullen wij u doen, opdat de zee stil worde van ons? Want de zee werd hoe langer hoe onstuimiger.

VersbegrippenStilleggenZijn/Haar Werk DoenDe Zee Gekalmeerd

En God, de HEERE, beschikte een wonderboom, en deed hem opschieten boven Jona, opdat er schaduw mocht zijn over zijn hoofd, om hem te redden van zijn verdriet. En Jona verblijdde zich over den wonderboom met grote blijdschap.

VersbegrippenBlijdschapOpwindingGod Die Anderen BenoemtVreugde In OpluchtingVerschaffenInsectenJona

Public domain