5 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Hem' in de Bijbel

En hij zal de koningen beschimpen, en de prinsen zullen hem een belaching zijn; hij zal alle vesting belachen; want hij zal stof vergaderen, en hij zal ze innemen.

VersbegrippenGelachSpottenHoudingen Tegenover KoningenPlezier MakenBelegeringsheuvelsGrappen Maken

Zijt Gij niet van ouds af de HEERE, mijn God, mijn Heilige? Wij zullen niet sterven; o HEERE! tot een oordeel hebt Gij hem gesteld, en o Rots! om te straffen, hebt Gij hem gegrondvest.

VersbegrippenGod, De EeuwigeGod, De RotsImmoraliteit In OTVoorzienigheidToevluchtsoordRotsenNiet StervenDe Dood Afgewend

Want het gezicht zal nog tot een bestemden tijd zijn, dan zal Hij het op het einde voortbrengen, en niet liegen; zo Hij vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewisselijk komen, Hij zal niet achterblijven.

VersbegrippenDe Trouw Van GodHet Geduld Van GodBestemmingSeizoenen Van Het LevenWachtenOp Tijd KomenGod Die Niet UitsteltDe Afgesproken TijdVoorspelling EindtijdToekomstige PlannenGods TimingGods TimingGods Timing En PlanWachten Op Gods Timing

Zouden dan niet al dezelve van hem een spreekwoord opnemen, en een uitlegging der raadselen van hem? En men zal zeggen: Wee dien, die vermeerdert hetgeen het zijne niet is (hoe lange!), en dien, die op zich laadt dik slijk.

VersbegrippenFraudeVerbrekers Van VerbondPijnDe Aard Van SpotBeschrijvingen Van RijkdomBedrogSociaal EgoïsmeVergankelijke RijkdomSteel NietWee De GoddelozenMoraliteit

Public domain