357 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Hij' in de Bijbel

En Ahazia viel door een tralie in zijn opperzaal, die te Samaria was, en werd krank. En hij zond boden, en zeide tot hen: Gaat heen, vraagt Baal-Zebub, den god van Ekron, of ik van deze krankheid genezen zal.

VersbegrippenHandicapsBeëlzebubHelenHuizenOorzaken Van LijdenMensen Die Van Een Hoogte VallenDe Bovenste Kamers

Zo kwamen de boden weder tot hem; en hij zeide tot hen: Wat is dit, dat gij wederkomt?

VersbegrippenWaarom Doe Je Dit?

En hij sprak tot hen: Hoedanig was de gestalte des mans, die u tegemoet opgekomen is, en deze woorden tot u gesproken heeft?

En zij zeiden tot hem: Hij was een man met een harig kleed, en met een lederen gordel gegord om zijn lenden. Toen zeide hij: Het is Elia, de Thisbiet.

VersbegrippenLederKledingRiemenHarenDierenhuidenHarige MensenHaardoekHaarbedekking

En hij zond tot hem een hoofdman van vijftig met zijn vijftigen. En als hij tot hem opkwam (want ziet, hij zat op de hoogte eens bergs), zo sprak hij tot hem: Gij man Gods! de koning zegt: Kom af.

VersbegrippenDe Jaren VijftigMan Die TenondergaatMan Van GodOrganisatie

En hij zond wederom tot hem een anderen hoofdman van vijftig met zijn vijftigen. Deze antwoordde en sprak tot hem: Gij, man Gods! zo zegt de koning: Kom haastelijk af.

VersbegrippenDe Jaren VijftigMan Die TenondergaatAnderen OpjagenMan Van God

En wederom zond hij een hoofdman van de derde vijftigen met zijn vijftigen. Zo ging de derde hoofdman van vijftigen op, en kwam en boog zich op zijn knieen, voor Elia, en smeekte hem, en sprak tot hem: Gij, man Gods, laat toch mijn ziel en de ziel van uw knechten, van deze vijftigen, dierbaar zijn in uw ogen!

VersbegrippenBedelaarsKnielenBedelenDe Jaren VijftigDoor De Mens In Leven Gehouden WordenDerde PersoonMan Van God

Toen sprak de Engel des HEEREN tot Elia: Ga af met hem; vrees niet voor zijn aangezicht. En hij stond op, en ging met hem af tot den koning.

VersbegrippenMan Die TenondergaatWees Niet Bang Van MensenEngelenactiviteiten Onder Gelovigen

En hij sprak tot hem: Zo zegt de HEERE: Daarom, dat gij boden gezonden hebt, om Baal-Zebub, den god van Ekron, te vragen (is het, omdat er geen God in Israel is, om Zijn woord te vragen?); daarom, van dat bed, waarop gij geklommen zijt, zult gij niet afkomen, maar gij zult den dood sterven.

VersbegrippenZonder GebedNabijheid Van De DoodDood Komt Binnenkort

Alzo stierf hij, naar het woord des HEEREN, dat Elia gesproken had; en Joram werd koning in zijn plaats, in het tweede jaar van Joram, den zoon van Josafat, den koning van Juda; want hij had geen zoon.

VersbegrippenWoord Van GodKoningen Van Het Noordelijk KoninkrijkLijst van koningen van IsraëlWoorden Aan Individuen Vervuld

Het overige nu der zaken van Ahazia, die hij gedaan heeft, is dat niet geschreven in het boek der kronieken der koningen van Israel?

VersbegrippenHistorische BoekenVerwezenlijkingen

Toen gingen de zonen der profeten, die te Beth-El waren, tot Elisa uit, en zeiden tot hem: Weet gij, dat de HEERE heden uw heer van uw hoofd wegnemen zal? En hij zeide: Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil.

VersbegrippenVragenSchool Van ProfetenStilteScholenZonen Van De ProfetenVandaagMensen Met Algemene KennisAndere Mensen NemenAssertiviteit

En Elia zeide tot hem: Elisa, blijf toch hier, want de HEERE heeft mij naar Jericho gezonden. Maar hij zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! Alzo kwamen zij te Jericho.

VersbegrippenKameraadschap

Toen traden de zonen der profeten, die te Jericho waren, naar Elisa toe, en zeiden tot hem: Weet gij, dat de HEERE heden uw heer van uw hoofd wegnemen zal? En hij zeide: Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil.

VersbegrippenScholenZonen Van De ProfetenVandaagMensen Met Algemene KennisAndere Mensen NemenSchool

En Elia zeide tot hem: Blijf toch hier, want de HEERE heeft mij naar de Jordaan gezonden. Maar hij zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! En zij beiden gingen henen.

VersbegrippenKameraadschapSamengaanOnbeweeglijkheidTerplaatse Blijven

En hij zeide: Gij hebt een harde zaak begeerd; indien gij mij zult zien, als ik van bij u weggenomen worde, het zal u alzo geschieden; doch zo niet, het zal niet geschieden.

VersbegrippenZware TakenMensen Zien

En Elisa zag het, en hij riep: Mijn vader, mijn vader, wagen Israels en zijn ruiteren! En hij zag hem niet meer; en hij vatte zijn klederen en scheurde ze in twee stukken.

VersbegrippenScheuren Van KledingEmotionele Aspecten Van LijdenWoorden DuplicerenSpirituele VadersHemelse StrijdwagensZij Die Kledij VerscheurdenWorstelingen In Een Relatie

Hij hief ook Elia's mantel op, die van hem afgevallen was, en keerde weder, en stond aan den oever van de Jordaan.

En hij nam den mantel van Elia, die van hem afgevallen was, en sloeg het water, en zeide: Waar is de HEERE, de God van Elia? Ja, Dezelve? En hij sloeg het water, en het werd herwaarts en derwaarts verdeeld, en Elisa ging er door.

VersbegrippenGod Van De VadersDe Wonderen Van ElishaVerdeling Van WaterenVerdeeld WaterWaar Is God?

En zij zeiden tot hem: Zie nu, er zijn bij uw knechten vijftig dappere mannen; laat hen toch heengaan, en uw heer zoeken, of niet misschien de Geest des HEEREN hem opgenomen, en op een der bergen, of in een der dalen hem geworpen heeft. Doch hij zeide: Zendt niet.

VersbegrippenDe Geest Van De HeerDe Jaren Vijftig

Maar zij hielden bij hem aan tot schamens toe; en hij zeide: Zendt. En zij zonden vijftig mannen, die drie dagen zochten, doch hem niet vonden.

VersbegrippenVerlegenheidDe Jaren VijftigDrie DagenNiet Vinden

Toen kwamen zij weder tot hem, daar hij te Jericho gebleven was; en hij zeide tot hen: Heb ik tot ulieden niet gezegd: Gaat niet?

En hij zeide: Brengt mij een nieuwe schaal, en legt er zout in. En zij brachten ze tot hem.

VersbegrippenOngebruikt

Toen ging hij uit tot de waterwel, en wierp het zout daarin, en zeide: Zo zegt de HEERE: Ik heb dit water gezond gemaakt, er zal geen dood noch onvruchtbaarheid meer van worden.

VersbegrippenSlecht WaterDe Dood OverwinnenDingen HerstellenGod Die Het Land GeneestHeling En ComfortOnvruchtbaarheidKookpot

Alzo werd dat water gezond, tot op dezen dag, naar het woord van Elisa, dat hij gesproken had.

VersbegrippenKinderen, Slechte KinderenPlaatsen Tot Op De Dag

En hij ging van daar op naar Beth-El. Als hij nu den weg opging, zo kwamen kleine jongens uit de stad; die bespotten hem, en zeiden tot hem: Kaalkop, ga op, kaalkop, ga op!

VersbegrippenKaalheidHandicapsOnvolwassenheidWegenStadSpottenVoorbeelden Van Goddeloze KinderenOntrouw Aan GodMinachting Voor De OuderenLeeftijdsdiscriminatieKinderenPlezierHumorLastig Vallen

En hij keerde zich achterom, en hij zag ze, en vloekte hen, in den Naam des HEEREN. Toen kwamen twee beren uit het woud, en verscheurden van dezelve twee en veertig kinderen.

VersbegrippenDe Wonderen Van ElishaTwee DierenVeertigHet Doden Van DierenDe Goddeloze VervloekenHumorTiener

En hij ging van daar naar den berg Karmel; en van daar keerde hij weder naar Samaria.

Joram nu, de zoon van Achab, werd koning over Israel te Samaria, in het achttiende jaar van Josafat, den koning van Juda, en hij regeerde twaalf jaren.

VersbegrippenTien Tot Veertien JaarLijst van koningen van IsraëlKoningen Van Juda

En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, doch niet gelijk zijn vader en gelijk zijn moeder; want hij deed dag opgerichte beeld van Baal weg, hetwelk zijn vader gemaakt had.

VersbegrippenStenenGedenkstenen

Evenwel hing hij de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, aan, die Israel deed zondigen; hij week daarvan niet af.

En hij ging heen, en zond tot Josafat, den koning van Juda, zeggende: De koning der Moabieten is van mij afgevallen, zult gij met mij trekken in den oorlog tegen de Moabieten? En hij zeide: Ik zal opkomen; zo zal ik zijn, gelijk gij zijt, zo mijn volk als uw volk, zo mijn paarden als uw paarden.

VersbegrippenSamen VechtenMensen Zijn Allemaal GelijkVerwerven Van Paarden

En hij zeide: Door welken weg zullen wij optrekken? Hij dan zeide: Door den weg der woestijn van Edom.

VersbegrippenWoestijen, Specifiek

En hij zeide: Zo zegt de HEERE: Maakt in dit dal vele grachten.

VersbegrippenGroeven

Daartoe is dat slecht in de ogen des HEEREN, Hij zal ook de Moabieten in ulieder hand geven.

VersbegrippenOnbelangrijke MensenDoor Iemand Bij De Hand Genomen Worden

Doch als de koning der Moabieten zag, dat hem de strijd te sterk was, nam hij tot zich zevenhonderd mannen, die het zwaard uittogen, om door te breken tegen den koning van Edom; maar zij konden niet.

VersbegrippenZeven- Tot NegenhonderdKwetsbaarheid

Toen nam hij zijn eerstgeboren zoon, die in zijn plaats koning zou worden, en offerde hem ten brandoffer op den muur. Daaruit werd een zeer grote toorn in Israel; daarom trokken zij van hem af, en keerden weder in hun land.

VersbegrippenKindofferHeiligheid Van Het LevenMurenKwade Praktijken Van AfgoderijDe Eerstgeborene OfferenOffer

Toen zeide hij: Ga, eis voor u vaten van buiten, van al uw naburen ledige vaten; maak er niet weinig te hebben.

VersbegrippenVoorbeelden Van LenenSchuldKookpotdrums

En het geschiedde, als die vaten vol waren, dat zij tot haar zoon zeide: Breng mij nog een vat aan; maar hij zeide tot haar: Er is geen vat meer. En de olie stond stil.

VersbegrippenGoddelijke VoorradenBeëindigingDingen Die StoppenSchuldKookpot

Toen kwam zij, en gaf het den man Gods te kennen; en hij zeide: Ga heen, verkoop de olie, en betaal uw schuldheer; gij dan met uw zonen, leef bij het overige.

VersbegrippenHandelSchuldBeheren Van GeldGeld Sparen

Het geschiedde ook op een dag, als Elisa naar Sunem doortrok, dat aldaar een grote vrouw was, dewelke hem aanhield om brood te eten. Voorts geschiedde het, zo dikwijls hij doortrok, week hij daarin, om brood te eten.

VersbegrippenSlaapkamersGastvrijheidReizigers

Laat ons toch een kleine opperkamer van een wand maken, en laat ons daar voor hem zetten een bed, en tafel, en stoel, en kandelaar; zo zal het geschieden, wanneer hij tot ons komt, dat hij daar inwijke.

VersbegrippenHuizenDakKleinheidTafelsBeddenDe Bovenste KamersRuimteKoppelsPoep

En het geschiedde op een dag, dat hij daar kwam; en hij week in die opperkamer, en legde zich daar neder.

Toen zeide hij tot zijn jongen Gehazi: Roep deze Sunamietische. En als hij ze geroepen had, stond zij voor zijn aangezicht.

VersbegrippenAnderen Die Oproepen

(Want hij had hem gezegd: Zeg nu tot haar: Zie, gij zijt zorgvuldig voor ons geweest, met al deze zorgvuldigheid; wat is er voor u te doen? Is er iets om voor u te spreken tot den koning, of tot den krijgsoverste? En zij had gezegd: Ik woon in het midden mijns volks.

VersbegrippenDankbaarheidFamilieledenZijn/Haar Werk Doen

Toen had hij gezegd: Wat is er dan voor haar te doen? En Gehazi had gezegd: Zij heeft toch geen zoon, en haar man is oud.

VersbegrippenHandicaps Van OuderdomBereiken Van Hoge LeeftijdZijn/Haar Werk Doen

Daarom had hij gezegd: Roep haar. En als hij ze geroepen had, stond zij in de deur.)

VersbegrippenAnderen Die Oproepen

En hij zeide: Op dezen gezetten tijd, omtrent dezen tijd des levens zult gij een zoon omhelzen. En zij zeide: Neen, mijn heer, gij, man Gods, lieg tegen uw dienstmaagd niet.

VersbegrippenVoorspellingen Van ElishaVoorspelde GeboorteLiegenTijd Van Het Jaar

En het zeide tot zijn vader: Mijn hoofd, mijn hoofd! Hij dan zeide tot een jongen: Draag hem tot zijn moeder.

VersbegrippenWoorden DuplicerenMensen Die Levende Mensen DragenDood Van Een MoederKwetsen

En hij droeg hem, en bracht hem tot zijn moeder. En hij zat op haar knieen tot aan den middag toe; toen stierf hij.

VersbegrippenMoederliefdeLiefde En De WereldMensen Die NeerzittenDood Van Anonieme IndividuenDood Van Een KindDood Van Een Moeder

En hij zeide: Waarom gaat gij heden tot hem? Het is geen nieuwe maan, noch sabbat. En zij zeide: Het zal wel zijn.

VersbegrippenNieuwe Maan FestivalDe Sabbat In OT

Alzo toog zij heen, en kwam tot den man Gods, tot den berg Karmel. En het geschiedde, als de man Gods haar van tegenover zag, dat hij tot Gehazi, zijn jongen zeide: Zie, daar is de Sunamietische.

VersbegrippenVanop Een Afstand BekijkenMan Van God

En hij zeide tot Gehazi: Gord uw lenden, en neem mijn staf in uw hand, en ga henen; zo gij iemand vindt, groet hem niet; en zo u iemand groet, antwoord hem niet; en leg mijn staf op het aangezicht van den jongen.

VersbegrippenRiemenGroetenHaastActie VoorbereidenGroet Niet

Doch de moeder van den jongen zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft, ik zal u niet verlaten! Hij stond dan op, en volgde haar na.

VersbegrippenMoeder ZijnKameraadschapDe Liefde Van Moeders Voor Haar Kinderen

Gehazi nu was voor hun aangezicht doorgegaan; en hij legde den staf op het aangezicht van den jongen; doch er was geen stem, noch opmerking. Zo keerde hij weder hem tegemoet, en bracht hem boodschap, zeggende: De jongen is niet ontwaakt.

VersbegrippenAntwoordOntwaken

Zo ging hij in, en sloot de deur voor hen beiden toe, en bad tot den HEERE.

VersbegrippenDeuren SluitenWaar BiddenBidden Achter Gesloten Deuren

En hij klom op, en legde zich neder op het kind, en leggende zijn mond op deszelfs mond, en zijn ogen op zijn ogen, en zijn handen op zijn handen, breidde zich over hem uit. En het vlees des kinds werd warm.

VersbegrippenPersoonlijk ContactHandoplegging Voor GenezingVerwarmingVerzorgde OgenAndere Verwijzingen Naar Monden

Daarna kwam hij weder, en wandelde in het huis eens herwaarts, en eens derwaarts, en klom weder op, en breidde zich over hem uit; en de jongen niesde tot zevenmaal toe; daarna deed de jongen zijn ogen open.

VersbegrippenNeuzenPersoonlijk ContactZeven KeerNiezenZicht Ontvangen

En hij riep Gehazi, en zeide: Roep deze Sunamietische. En hij riep ze, en zij kwam tot hem; en hij zeide: Neem uw zoon op.

VersbegrippenAnderen Die Oproepen

Als nu Elisa weder te Gilgal kwam, zo was er honger in dat land, en de zonen der profeten zaten voor zijn aangezicht; en hij zeide tot zijn jongen: Zet den groten pot aan, en zied moes voor de zonen der profeten.

VersbegrippenVoorbeelden Van HongersnoodGroepen VoedenScholenZonen Van De Profeten

Toen ging er een uit in het veld, om moeskruiden te lezen, en hij vond een wilden wijnstok, en las daarvan, zijn kleed vol wilde kolokwinten, en kwam, en sneed ze in den moespot; want zij kenden ze niet.

VersbegrippenOnbekende DingenKruidenWeedKookpot

Maar hij zeide: Brengt dan meel; en hij wierp het in den pot; en hij zeide: Schep voor het volk op, dat zij eten. Toen was er niets kwaads in den pot.

VersbegrippenVoedselReacties Op WonderenKookpot

En er kwam een man van Baal-Salisa, en bracht den man Gods broden der eerstelingen, twintig gerstebroden, en groene aren in haar hulzen; en hij zeide: Geef aan het volk, dat zij eten.

VersbegrippenBakkenTwintigMan Van God

Doch zijn dienaar zeide: Wat zou ik dat aan honderd mannen voorzetten? En hij zeide: Geef aan het volk, dat zij eten; want alzo zegt de HEERE: Men zal eten en overhouden.

Zo zette hij het hun voor, en zij aten, en zij hielden over, naar het woord des HEEREN.

Deze zeide tot haar vrouw: Och, of mijn heer ware voor het aangezicht van den profeet, die te Samaria is, dan zou hij hem van zijn melaatsheid ontledigen.

VersbegrippenMissie Van IsraëlDe Rol Van ProfetenBehulpzame KinderenLeprozen GenezenGenoemde Profeten Van De HeerMinnares

Toen ging hij in en gaf het zijn heer te kennen, zeggende: Zo en zo heeft de jonge dochter gesproken, die uit het land van Israel is.

VersbegrippenVertellen Over Wat Mensen Gezegd Hebben

Toen zeide de koning van Syrie: Ga heen, kom, en ik zal een brief aan den koning van Israel zenden. En hij ging heen, en nam in zijn hand tien talenten zilvers, en zes duizend sikkelen gouds, en tien wisselklederen.

VersbegrippenMunstelselMenselijke VrijgevigheidGoudTien DingenMensen Die Kleren Geven

En hij bracht den brief tot den koning van Israel, zeggende: Zo wanneer nu deze brief tot u zal gekomen zijn, zie, ik heb mijn knecht Naaman tot u gezonden, dat gij hem ontledigt van zijn melaatsheid.

VersbegrippenDienstbaarheid In De MaatschappijLeprozen Genezenhomosexuelen

En het geschiedde, als de koning van Israel den brief gelezen had, dat hij zijn klederen scheurde, en zeide: Ben ik dan God, om te doden en levend te maken, dat deze tot mij zendt, om een man van zijn melaatsheid te ontledigen? Want voorwaar, merkt toch, en ziet, dat hij oorzaak tegen mij zoekt.

VersbegrippenGeletterdheidGod Geeft LevenGod DodendZij Die Kledij VerscheurdenGod In Relatie Tot De MensGod DoodtDe Relatie Van De Mens Tot God

Maar het geschiedde, als Elisa, de man Gods, gehoord had, dat de koning van Israel zijn klederen gescheurd had, dat hij tot den koning zond, om te zeggen: Waarom hebt gij uw klederen gescheurd? Laat hem nu tot mij komen, zo zal hij weten, dat er een profeet in Israel is.

VersbegrippenScheuren Van KledingMensen KennenZij Die Kledij VerscheurdenMan Van GodGenoemde Profeten Van De Heer

Maar Naaman werd zeer toornig, en toog weg, en zeide: Zie, ik zeide bij mijzelven: Hij zal zekerlijk uitkomen, en staan, en den Naam des HEEREN, Zijns Gods, aanroepen, en zijn hand over de plaats strijken, en den melaatse ontledigen.

VersbegrippenGod AanroepenVoorbeelden Van TrotsWoede, Zondige VoorbeeldenUitrekkenZwaaien Met De HandWoedende Mensen

Zijn niet Abana en Farpar, de rivieren van Damaskus, beter dan alle wateren van Israel; zou ik mij in die niet kunnen wassen en rein worden? Zo wendde hij zich, en toog weg met grimmigheid.

VersbegrippenRivieren En StromenVoorbeelden Van OngeloofWoedende Mensen

Toen traden zijn knechten toe, en spraken tot hem, en zeiden: Mijn vader, zo die profeet tot u een grote zaak gesproken had, zoudt gij ze niet gedaan hebben? Hoeveel te meer, naardien hij tot u gezegd heeft: Was u, en gij zult rein zijn?

VersbegrippenGoede DienarenGenoemde Profeten Van De Heer

Zo klom hij af, en doopte zich in de Jordaan zevenmaal, naar het woord van den man Gods; en zijn vlees kwam weder, gelijk het vlees van een kleinen jongen; en hij werd rein.

VersbegrippenZeven KeerLeprozen GenezenIn De JordaanVerjonging

Toen keerde hij weder tot den man Gods, hij en zijn ganse heir, en kwam, en stond voor zijn aangezicht en zeide: Zie, nu weet ik, dat er geen God is op de ganse aarde, dan in Israel! Nu dan, neem toch een zegen van uw knecht.

VersbegrippenVoorbeelden Van BekeringNiemand Anders Is GodMan Van God

Maar hij zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, indien ik het neme! En hij hield bij hem aan, opdat hij het nam, doch hij weigerde het.

VersbegrippenFraudeNiet GevenNiet Ontvangen

In deze zaak vergeve de HEERE uw knecht: wanneer mijn heer in het huis van Rimmon zal gaan, om zich daar neder te buigen, en hij op mijn hand leunen zal en ik mij in het huis van Rimmon nederbuigen zal; als ik mij alzo nederbuigen zal in het huis van Rimmon, de HEERE vergeve toch uw knecht in deze zaak.

VersbegrippenWapensHeidense TempelsBuigen Voor Valse GodenVergevende GodZenuwachtigheid

En hij zeide tot hem: Ga in vrede. En hij ging van hem een kleine streek lands.

VersbegrippenMensen Die Niet Ver Weg ZijnLente

Gehazi nu, de jongen van Elisa, den man Gods, zeide: Zie, mijn heer heeft Naaman, dien Syrier belet, dat men uit zijn hand niet genomen heeft, wat hij gebracht had; maar zo waarachtig als de HEERE leeft, ik zal hem nalopen, en zal wat van hem nemen!

VersbegrippenMisbruik Van LiefdeIndividuen Die LopenVrijgesteldHebzuchtDienstbaarheid

Zo volgde Gehazi Naaman achterna. En toen Naaman zag, dat hij hem naliep, viel hij van den wagen af, hem tegemoet, en hij zeide: Is het wel?

VersbegrippenStrijdwagensIndividuen Die LopenMensen Die Mensen Volgen

En hij zeide: Het is wel; mijn heer heeft mij gezonden, om te zeggen: Zie, nu straks zijn tot mij twee jongelingen uit de zonen der profeten, van het gebergte van Efraim gekomen; geef hun toch een talent zilvers en twee wisselklederen.

VersbegrippenVoorbeelden Van BedrogBergenVoorbeelden Van LiegenMensen Die Kleren GevenZonen Van De ProfetenTwee Andere DingenTwee Andere Mannen

En Naaman zeide: Belieft het u, neem twee talenten. En hij hield aan bij hem, en bond twee talenten zilvers in twee buidels, met twee wisselklederen, en hij legde ze op twee van zijn jongens, die ze voor zijn aangezicht droegen.

VersbegrippenMensen Die Kleren GevenTwee Andere DingenAndere Ladingen DragenTwee Andere MannenTalenten

Als hij nu op de hoogte kwam, nam hij ze van hun hand, en bestelde ze in een huis; en hij liet de mannen gaan, en zij togen heen.

VersbegrippenMensen Naar Huis Sturen

Daarna kwam hij in, en stond voor zijn heer. En Elisa zeide tot hem: Van waar, Gehazi? En hij zeide: Uw knecht is noch herwaarts noch derwaarts gegaan.

VersbegrippenDubbelzinnigheidOnbeweeglijkheidTerplaatse BlijvenWaar Vandaan?

Maar hij zeide tot hem: Ging niet mijn hart mede, als die man zich omkeerde van op zijn wagen u tegemoet? Was het tijd, om dat zilver te nemen, en om klederen te nemen, en olijfbomen, en wijngaarden, en schapen, en runderen, en knechten, en dienstmaagden?

VersbegrippenWijngaardenTijdloosheidNiet De TijdNiet Ontvangen

Daarom zal u de melaatsheid van Naaman aankleven, en uw zaad in eeuwigheid! Toen ging hij uit van voor zijn aangezicht, melaats, wit als de sneeuw.

VersbegrippenZiektesLepraSneeuwWitVoorbeelden Van Kwellingen Van De GoddelozenDe Wonderen Van ElishaWit HaarZiekteHebzucht

Laat ons toch tot aan de Jordaan gaan, en elk van daar een timmerhout halen, dat wij ons daar een plaats maken, om er te wonen. En hij zeide: Gaat heen.

En er zeide een: Het believe u toch te gaan met uw knechten. En hij zeide: Ik zal gaan.

VersbegrippenDienstbaarheid In De MaatschappijSamengaan

Zo ging hij met hen. Als zij nu aan de Jordaan gekomen waren, hieuwen zij hout af.

VersbegrippenBomen Vellen

En het geschiedde, als een het timmerhout velde, dat het ijzer in het water viel; en hij riep, en zeide: Ach, mijn heer, want het was geleend.

VersbegrippenAssenVerlenenVerliesDingen Vallen

En de man Gods zeide: Waar is het gevallen? En toen hij hem de plaats gewezen had, sneed hij een hout af, en wierp het daarhenen, en deed het ijzer boven zwemmen.

VersbegrippenDe Wonderen Van ElishaOpgewektheidWaar Zijn Dingen?

En hij zeide: Neem het tot u op. Toen stak hij zijn hand uit, en nam het,

VersbegrippenUitrekken

Toen werd het hart des konings van Syrie onstuimig over dezen handel; en hij riep zijn knechten, en zeide tot hen: Zult gij mij dan niet te kennen geven, wie van de onzen zij voor den koning van Israel?

VersbegrippenTegen De Mens Keren

En hij zeide: Gaat heen, en ziet, waar hij is, dat ik zende en hem halen late. En hem werd te kennen gegeven, zeggende: Zie, hij is te Dothan.

Toen zond hij daarhenen paarden, en wagenen, en een zwaar heir; welke des nachts kwamen, en omsingelden de stad.

VersbegrippenStrijdwagensOmringende VijandenAanval Met StrijdwagensAardse VijandenNaties die Israël aanvallen

En hij zeide: Vrees niet; want die bij ons zijn, zijn meer, dan die bij hen zijn.

VersbegrippenVeel StrijdersGod Met JouWees Niet Bang Want God Zal Helpen

En Elisa bad, en zeide: HEERE, open toch zijn ogen, dat hij zie! En de HEERE opende de ogen van den jongen, dat hij zag; en ziet, de berg was vol vurige paarden en wagenen rondom Elisa.

VersbegrippenVuurHet Verwijderen Van Spiritueel Blind ZijnStrijdwagensBewaardersPaardenVisieLeger Van GodVoorbeelden Van Goddelijke BeschermingHemelse StrijdwagensZicht OntvangenBescherming Van EngelenOgenLegerGeruststelling

Als zij nu tot hem afkwamen, bad Elisa tot den HEERE, en zeide: Sla toch dit volk met verblindheden. En Hij sloeg hen met verblindheden, naar het woord van Elisa.

VersbegrippenHandicapsDe Wonderen Van ElishaGod VerblindtBlindheidVijandelijke AanvallenSyriëGroepenLeger

Toen zeide Elisa tot hen: Dit is de weg niet, en dit is de stad niet; volgt mij na, en ik zal u leiden tot den man, dien gij zoekt; en hij leidde hen naar Samaria.

Public domain