202 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Honderd' in de Bijbel

En Adam leefde honderd en dertig jaren, en gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld, en noemde zijn naam Seth.

VersbegrippenDe Zondige AardErfelijkheidLeeftijd Bij VaderschapZoals De Natuur Van MensenAdam En Eva Die Ongehoorzaam Zijn Aan GodZaad Op De Grond VerspillenBeeld

En Seth leefde honderd en vijf jaren, en hij gewon Enos.

VersbegrippenLeeftijd Bij Vaderschap

En Jered leefde honderd twee en zestig jaren, en hij gewon Henoch.

VersbegrippenLeeftijd Bij Vaderschap

En Methusalach leefde honderd zeven en tachtig jaren, en hij gewon Lamech.

VersbegrippenLeeftijd Bij Vaderschap

En Lamech leefde honderd twee en tachtig jaren, en hij gewon een zoon.

VersbegrippenLeeftijd Bij Vaderschap

En de wateren hadden de overhand boven de aarde, honderd en vijftig dagen.

VersbegrippenDe ZondvloedVijf Maanden En MeerOverstromingen

Daartoe keerden de wateren weder van boven de aarde, heen en weder vloeiende, en de wateren namen af ten einde van honderd en vijftig dagen.

VersbegrippenVijf Maanden En MeerWegtrekkend Water

Deze zijn de geboorten van Sem: Sem was honderd jaren oud, en gewon Arfachsad, twee jaren na den vloed.

VersbegrippenVoor De VloedTwee JaarLeeftijd Bij VaderschapVrijstellingenOverstromingen

En Nahor leefde, nadat hij Terah gewonnen had, honderd en negentien jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Versbegrippen100 Jaar En Meer

En Abraham was honderd jaren oud, als hem Izak zijn zoon geboren werd.

VersbegrippenLeeftijd Bij VaderschapDe Belofte Van Een BabySarah

Dit nu zijn de dagen der jaren des levens van Abraham, welke hij geleefd heeft, honderd vijf en zeventig jaren.

VersbegrippenLeeftijd Over 100 JaarLeeftijd, LevensduurLeeftijd Bij OverlijdenDood Van Een VaderLeeftijd

En dit zijn de jaren des levens van Ismael, honderd zeven en dertig jaren; en hij gaf den geest, en stierf, en hij werd verzameld tot zijn volken.

VersbegrippenLeeftijd Over 100 JaarLeeftijd Bij OverlijdenVerzameld Door Zijn Volk

En hij kocht een deel des velds, waarop hij zijn tent gespannen had, van de hand der zonen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds.

VersbegrippenEigendom, LandZilverTentenVastgoedHoge Benoemingen

En Jakob zeide tot Farao: De dagen der jaren mijner vreemdelingschappen zijn honderd en dertig jaren; weinig en kwaad zijn de dagen der jaren mijns levens geweest, en hebben niet bereikt de dagen van de jaren des levens mijner vaderen, in de dagen hunner vreemdelingschappen.

VersbegrippenLeeftijd, LevensduurHet Lichamelijke LevenPelgrimstochtVoorbeelden Van PelgrimsFamilie Problemen

En Jakob leefde in het land van Egypte zeventien jaar; zodat de dagen van Jakob, de jaren zijns levens, geweest zijn honderd zeven en veertig jaren.

VersbegrippenLeeftijd Over 100 JaarLeeftijd, Levensduur15 Tot 20 JaarLeeftijd Bij Overlijden

Jozef dan woonde in Egypte, hij en het huis zijns vaders; en Jozef leefde honderd en tien jaren.

VersbegrippenLeeftijd Bij OverlijdenIn Het Land Leven

Dit nu zijn de namen der zonen van Levi, naar hun geboorten: Gerson, en Kehath, en Merari. En de jaren des levens van Levi waren honderd zeven en dertig jaren.

En de zonen van Kehath: Amram, en Jizhar, en Hebron, en Uzziel, en de jaren des levens van Kehath waren honderd drie en dertig jaren.

En Amram nam Jochebed, zijn moei, zich tot huisvrouw, en zij baarde hem Aaron en Mozes; en de jaren des levens van Amram waren honderd zeven en dertig jaren.

Gij zult ook den voorhof des tabernakels maken; aan den zuidhoek zuidwaarts, zullen aan den voorhof behangselen zijn van fijn getweernd linnen; de lengte ener zijde zal honderd ellen zijn.

VersbegrippenLinnenHet Tabernakel MakenLinnen Voorwerpen

Alzo zullen ook aan den noorderhoek, in de lengte, de behangselen honderd ellen lang zijn; en zijn twintig pilaren, en derzelver twintig voeten, van koper; de haken der pilaren, en derzelver banden zullen van zilver zijn.

VersbegrippenTwintigPijlers Voor Het TabernakelBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

De lengte des voorhofs zal honderd ellen zijn, en de breedte doorgaans vijftig, en de hoogte vijf ellen, van fijn getweernd linnen; maar hun voeten zullen van koper zijn.

VersbegrippenLinnen VoorwerpenBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

Hij maakte ook den voorhof, aan den zuidhoek zuidwaarts; de behangselen tot den voorhof waren van fijn getweernd linnen, van honderd ellen.

VersbegrippenLinnenLinnen Voorwerpen

En aan den noorderhoek honderd ellen, hun twintig pilaren en derzelver twintig voeten waren van koper; de haken der pilaren en derzelver banden waren van zilver.

VersbegrippenVakluiTwintigBronzen Voorwerpen Voor De Tabernakel

Het zilver nu van de getelden der vergadering was honderd talenten, en duizend zevenhonderd vijf en zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms.

VersbegrippenMunstelselZilverZilver VergarenJuiste Maatregelen

En er waren honderd talenten zilver, om te gieten de voeten des heiligdoms, en de voeten des voorhangs; tot honderd voeten waren honderd talenten, een talent tot een voet.

VersbegrippenHonderdStopcontacten

Vijf uit u zullen honderd vervolgen, en honderd uit u zullen tien duizend vervolgen; en uw vijanden zullen voor uw aangezicht door het zwaard vallen.

VersbegrippenMensen NavolgenMinderhedenVijf MensenHonderdTienduizendenVeel VijandenMensen OverwinnenVliegen

Al de getelden des legers van Juda waren honderd zes en tachtig duizend en vierhonderd, naar hun heiren. Zij zullen vooraan optrekken.

VersbegrippenEerst ZijnHonderdduizend En MeerEerste Om Te Vechten

Al de getelden in het leger van Ruben waren honderd een en vijftig duizend vierhonderd en vijftig; naar hun heiren. En zij zullen de tweede optrekken.

VersbegrippenHonderdduizend En MeerTweede DingDood Van Andere Groepen

Al de getelden in het leger van Efraim waren honderd acht duizend en eenhonderd, naar hun heiren. En zij zullen de derde optrekken.

VersbegrippenHonderdduizend En MeerDerde Persoon

Al de getelden in het leger van Dan waren honderd zeven en vijftig duizend en zeshonderd. In het achterste zullen zij optrekken, naar hun banieren.

VersbegrippenHonderdduizend En MeerDe Laatsten

En zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;

VersbegrippenBezittingen GevenOlieSchalenOlie Op OffersAanbieden Van Granen En PlengoffersJuiste Maatregelen

Hij offerde zijn offerande: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;

VersbegrippenSchalenOlie Op OffersAanbieden Van Granen En PlengoffersJuiste Maatregelen

Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;

VersbegrippenSchalenOlie Op OffersAanbieden Van Granen En PlengoffersJuiste Maatregelen

Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;

VersbegrippenSchalenOlie Op OffersAanbieden Van Granen En PlengoffersJuiste Maatregelen

Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;

VersbegrippenSchalenOlie Op OffersAanbieden Van Granen En PlengoffersJuiste Maatregelen

Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;

VersbegrippenSchalenOlie Op OffersAanbieden Van Granen En PlengoffersJuiste Maatregelen

Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;

VersbegrippenSchalenOlie Op OffersAanbieden Van Granen En PlengoffersJuiste Maatregelen

Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;

VersbegrippenSchalenOlie Op OffersAanbieden Van Granen En PlengoffersJuiste MaatregelenGewicht

Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;

VersbegrippenSchalenOlie Op OffersAanbieden Van Granen En PlengoffersJuiste Maatregelen

Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;

VersbegrippenSchalenOlie Op OffersAanbieden Van Granen En PlengoffersJuiste Maatregelen

Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;

VersbegrippenSchalenOlie Op OffersAanbieden Van Granen En PlengoffersJuiste Maatregelen

Zijn offerande was: een zilveren schotel, welks gewicht was honderd dertig sikkelen; een zilveren sprengbekken van zeventig sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem met olie gemengd, ten spijsoffer;

VersbegrippenSchalenOlie Op OffersAanbieden Van Granen En PlengoffersJuiste Maatregelen

Een zilveren schotel was van honderd dertig sikkelen, en een sprengbekken van zeventig; al het zilver van de vaten was twee duizend en vierhonderd sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms.

VersbegrippenJuiste Maatregelen

Twaalf gouden reukschalen van reukwerks; elke reukschaal was van tien sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; al het goud der reukschalen was honderd en twintig sikkelen.

VersbegrippenNummer TwaalfLepelsTwaalf DingenGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelJuiste MaatregelenGewichten Van Goud

Aaron nu was honderd drie en twintig jaren oud, als hij stierf op den berg Hor.

VersbegrippenLeeftijd Over 100 JaarLeeftijd Bij Overlijden

En zij zullen hem een boete opleggen van honderd zilverlingen, en ze geven aan den vader van de jonge dochter, omdat hij een kwaden naam heeft uitgebracht over een jonge dochter van Israel; voorts zal zij hem ter vrouwe zijn, hij zal haar niet mogen laten gaan al zijn dagen.

VersbegrippenMunstelselVermijden Van ScheidingBoete Als Straf

En zeide tot hen: Ik ben heden honderd en twintig jaren oud; ik zal niet meer kunnen uitgaan en ingaan; daartoe heeft de HEERE tot mij gezegd: Gij zult over deze Jordaan niet gaan.

VersbegrippenBegeleiding Van Goddelijke MensenBuitengaan En Binnenkomen

En het geschiedde na deze dingen, dat Jozua, de zoon van Nun, de knecht des HEEREN, stierf, oud zijnde honderd en tien jaren.

VersbegrippenLeeftijd Over 100 JaarDienstbaarheid In Het Leven Van GelovigenVoorbeelden Van Dood Van De HeiligenLeeftijd Bij Overlijden

Zij begroeven ook de beenderen van Jozef, die de kinderen Israel uit Egypte opgebracht hadden, te Sichem, in dat stuk velds, hetwelk Jakob gekocht had van de kinderen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds, want zij waren aan de kinderen van Jozef ter erfenis geworden.

VersbegrippenOpgravingenBenenHoge Benoemingen

Maar als Jozua, de zoon van Nun, de knecht des HEEREN, gestorven was, honderd en tien jaren oud zijnde;

VersbegrippenDienstbaarheid In Het Leven Van GelovigenDienaren Van De HeerLeeftijd Bij Overlijden

Alzo kwam Gideon, en honderd mannen, die met hem waren, in het uiterste des legers, in het begin van de middelste nachtwaak, als zij maar even de wachters gesteld hadden; en zij bliezen met de bazuinen, ook sloegen zij de kruiken, die in hun hand waren, in stukken.

VersbegrippenBeginNachtHonderdGideon

Zebah nu en Tsalmuna waren te Karkor, en hun legers met hen, omtrent vijftien duizend, al de overgeblevenen van het ganse leger der kinderen van het oosten; en de gevallenen waren honderd en twintig duizend mannen, die het zwaard uittrokken.

VersbegrippenElf Tot Negentien DuizendHonderdduizend En MeerOverlevenden Van Naties

Toen kwamen de vorsten der Filistijnen tot haar op, en zeiden tot haar: Overreed hem, en zie, waarin zijn grote kracht zij, en waarmede wij hem zouden machtig worden, en hem binden, om hem te plagen; zo zullen wij u geven, een iegelijk, duizend en honderd zilverlingen.

VersbegrippenMunstelselVerlokkingVerleidelijkVastbinden

Die zeide tot zijn moeder: De duizend en honderd zilverlingen, die u ontnomen zijn, om dewelke gij gevloekt hebt, en ook voor mijn oren gesproken hebt, zie, dat geld is bij mij, ik heb dat genomen. Toen zeide zijn moeder: Gezegend zij mijn zoon den HEERE!

VersbegrippenVoorbeelden Van OneerlijkheidOnder De BanMag God Zegenen!Geld Zegeningenmammies

Alzo gaf hij aan zijn moeder de duizend en honderd zilverlingen weder. Doch zijn moeder zeide: Ik heb dat geld den HEERE ganselijk geheiligd van mijn hand, voor mijn zoon, om een gesneden beeld en een gegoten beeld te maken; zo zal ik het u nu wedergeven.

En wij zullen tien mannen nemen van honderd, van alle stammen Israels, en honderd van duizend, en duizend van tienduizend, om teerkost te nemen voor het volk, opdat zij, komende te Gibea-Benjamins, haar doen naar al de dwaasheid, die zij in Israel gedaan heeft.

VersbegrippenEen Tiende Van De MensheidMensen Die Zorgen Voor Voedsel

Toen sloeg de HEERE Benjamin voor Israels aangezicht; dat de kinderen Israels op dien dag van Benjamin vernielden vijf en twintig duizend en honderd mannen; die allen trokken het zwaard uit.

VersbegrippenTwintigduizend En MeerGod DodendGod Doodde Zijn MensenDoden Binnen Israël

Toen zeide Saul: Aldus zult gijlieden tot David zeggen: De koning heeft geen lust aan den bruidschat, maar aan honderd voorhuiden der Filistijnen, opdat men zich wreke aan des konings vijanden. Want Saul dacht David te vellen door de hand der Filistijnen.

VersbegrippenDochtersVoorhuidenBruidschatGewoonten In Verband Met Het HuwelijkPlannenHarteloosheidHonderd

Toen haastte zich Abigail, en nam tweehonderd broden, en twee lederzakken wijns, en vijf toebereide schapen, en vijf maten geroost koren, en honderd stukken rozijnen, en tweehonderd klompen vijgen, en legde die op ezelen.

VersbegrippenVoedselVijgenboomGraanRozijnenSchapenGewichten En Maten, DroogVijgenHonderdNummer TweehonderdGedroogd FruitHoeveelheiden WijnHaastige ActieAndere Inhoudsmaten

David dan ging heen, hij en de zes honderd mannen, die bij hem waren; en als zij kwamen aan de beek Besor, zo bleven de overigen staan.

VersbegrippenZes- Tot ZevenhonderdZeshonderd En Meer

Ook zond David boden tot Isboseth, den zoon van Saul, zeggende: Geef mij mijn huisvrouw Michal, die ik mij met honderd voorhuiden der Filistijnen ondertrouwd heb.

VersbegrippenUitgestuurde BoodschappersVoorhuidenBruidschatVerlovingGewoonten In Verband Met Het HuwelijkHet Hof MakenVerbintenisHonderd

En David nam hem duizend wagens af, en zevenhonderd ruiteren, en twintig duizend man te voet; en David ontzenuwde alle wagenpaarden, en hield daarvan honderd wagenen over.

VersbegrippenStrijdwagensPaardenSoldatenWreedheid Tegen DierenCavalerieDierenrechtenHonderdDuizendenTwintigduizend En MeerVernietigen Van StrijdwagensBezittingen Nemen

Als nu David een weinig van de hoogte was voortgegaan, ziet, toen ontmoette hem Ziba, Mefiboseths jongen, met een paar gezadelde ezelen, en daarop tweehonderd broden, met honderd stukken rozijnen, en honderd stukken zomervruchten, en een lederen zak wijns.

VersbegrippenFruitVoedselVijgenboomRozijnenRentmeesterschapWachtenHonderdNummer TweehonderdZomerfruit

Tien vette runderen, en twintig weiderunderen, en honderd schapen; uitgenomen de herten, en reeen, en buffelen, en gemeste vogelen.

VersbegrippenHoofdenKribbesTien DierenTwintigHonderdVee EtenHerten Enz.Hert

Hij bouwde ook het huis des wouds van Libanon, van honderd ellen in zijn lengte, en vijftig ellen in zijn breedte, en dertig ellen in zijn hoogte, op vier rijen van cederen pilaren, en cederen balken op de pilaren.

VersbegrippenStralenBossenBreedteBouwenVier SteunenKoninklijke HuizenAfmetingen Van GebouwenCederhout

En Salomo offerde ten dankoffer, dat hij den HEERE offerde, twee en twintig duizend runderen, en honderd en twintig duizend schapen. Alzo hebben zij het huis des HEEREN ingewijd, de koning en al de kinderen Israels.

VersbegrippenGeitenMenselijke VrijgevigheidVieringenOffer In OTHet Leven Van SalomoTwintigduizend En MeerHonderdduizend En MeerVredesoffers

En Hiram had den koning gezonden honderd en twintig talenten gouds.

VersbegrippenMunstelselGewichten Van Goud

En zij gaf den koning honderd en twintig talenten gouds, en zeer veel specerijen, en kostelijk gesteente; als deze specerij, die de koningin van Scheba den koning Salomo gaf, is er nooit meer in menigte gekomen.

VersbegrippenTalentenMunstelselGoudKruiden En SpecerijenGeschenkenJuwelenMensen Die Andere Dingen GevenGewichten Van GoudGeschenken En Talenten

En een wagen kwam op, en ging uit van Egypte, voor zeshonderd sikkelen zilvers, en een paard voor honderd en vijftig; en alzo voerden ze die uit door hun hand voor alle koningen der Hethieten, en voor de koningen van Syrie.

VersbegrippenHandel

Toen nu Rehabeam te Jeruzalem gekomen was, vergaderde hij het ganse huis van Juda en den stam van Benjamin, honderd en tachtig duizend uitgelezenen, geoefend ten oorlog, om tegen het huis Israels te strijden, opdat hij het koninkrijk weder aan Rehabeam, den zoon van Salomo, bracht.

VersbegrippenVoorbeelden Van OorlogConstructie IsraëlHonderdduizend En MeerHerstel Van MensenBurgeroorlog

Is mijn heer niet aangezegd, wat ik gedaan heb, als Izebel de profeten des HEEREN doodde? Dat ik van de profeten des HEEREN honderd man heb verborgen, elk vijftig man in een spelonk, en die met brood en water onderhouden heb?

VersbegrippenSchool Van ProfetenDe Jaren VijftigHonderdMensen In GrottenProfeten DodenMensen Die Mensen VerbergenVermoorde ProfetenJezebel

En dezen waren gelegerd tegenover die, zeven dagen; het geschiedde nu op den zevenden dag, dat de strijd aanging; en de kinderen Israels sloegen van de Syriers honderd duizend voetvolks op een dag.

VersbegrippenWekenHonderdduizend En MeerDe Zevende Dag Van De WeekZeven DagenDag 7Vijanden BevechtenAantal Vreemdelingen GedoodSyriëGeloofwaardigheid

Mesa nu, de koning der Moabieten, was een veehandelaar, en bracht op aan den koning van Israel honderd duizend lammeren, en honderd duizend rammen met de wol.

VersbegrippenLammerenRammenSchapenHerder Als BeroepEerbetoonWolVee HoudenHonderdduizend En Meer

Doch zijn dienaar zeide: Wat zou ik dat aan honderd mannen voorzetten? En hij zeide: Geef aan het volk, dat zij eten; want alzo zegt de HEERE: Men zal eten en overhouden.

In het zevende jaar nu zond Jojada, en nam de oversten van honderd met de hoofdmannen, en met de trawanten, en hij bracht hen tot zich, in het huis des HEEREN; en hij maakte een verbond met hen, en hij beedigde hen in het huis des HEEREN, en hij toonde hun den zoon des konings.

VersbegrippenEen Verbond BezegelenCommandantHuurlingenMenselijke EedVerbondsrelatiesMensen Bekend Gemaakt

De oversten dan van honderd deden naar al wat de priester Jojada geboden had, en namen ieder zijn mannen, die op den sabbat ingingen, met degenen, die op den sabbat uitgingen; en zij kwamen tot den priester Jojada.

VersbegrippenGraad

En de priester gaf aan de oversten van honderd de spiesen en de schilden, die van den koning David geweest waren, die in het huis des HEEREN geweest waren.

Maar de priester Jojada gebood aan de oversten van honderd, die over het heir gesteld waren, en zeide tot hen: Brengt haar uit tot buiten de ordeningen, en doodt, wie haar volgt, met het zwaard; want de priester had gezegd: Laat ze in het huis des HEEREN niet gedood worden.

VersbegrippenWeerhouden Van DodenGoedkeuring Om Te Doden

En hij nam de oversten van honderd, en de hoofdmannen, en de trawanten, en al het volk des lands; en zij brachten den koning af uit het huis des HEEREN, en kwamen door den weg van de poort der trawanten tot het huis des konings, en hij zat op den troon der koningen.

VersbegrippenTroon

Het geschiedde dan in dienzelven nacht, dat de Engel des HEEREN uitvoer, en sloeg in het leger van Assyrie honderd vijf en tachtig duizend. En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, ziet, die allen waren dode lichamen.

VersbegrippenDe Engel Van De HeerOchtendHonderdduizend En MeerGod DodendZij Die Vroeg OpstondenDe Engel Des DoodsGod Doodde De MensenEngelenactiviteiten Onder OngelovigenDood

Doch Farao Necho liet hem binden te Ribla in het land van Hamath, opdat hij te Jeruzalem niet regeren zou; en hij legde het land een boete op van honderd talenten zilvers en een talent gouds.

VersbegrippenMunstelselKetenenBelastenBoete Als Straf

En zij voerden hun vee gevankelijk weg; van hun kemelen vijftig duizend, en tweehonderd en vijftig duizend schapen, en twee duizend ezelen, en honderd duizend zielen der mensen.

VersbegrippenVeeVee HoudenTweeduizendVijftig Tot Negentig DuizendHonderdduizend En MeerTweehonderd Duizend En Meer

En de zonen van Ulam waren mannen, kloeke helden, den boog spannende, en zij hadden vele zonen, en zoons zonen, honderd en vijftig. Al dezen waren van de kinderen van Benjamin.

VersbegrippenKleinkinderenBoogschutters In LegersStrijders

Dezen waren van de kinderen van Gad, hoofden des heirs; een van de kleinsten was over honderd, en de grootste over duizend.

VersbegrippenHonderdDuizend Mensen

Van de kinderen van Simeon, kloeke helden ten heire, zeven duizend en honderd;

VersbegrippenZevenduizend

En van gene zijde van de Jordaan, van de Rubenieten, en Gadieten, en den halven stam van Manasse, met allerlei krijgsgereedschap ten oorlog, honderd en twintigduizend.

VersbegrippenHonderdduizend En Meer

Van de kinderen van Kehath was Uriel overste, en van zijn broederen waren honderd en twintig.

Van de kinderen van Gersom was Joel overste, en van zijn broederen waren honderd en dertig.

Uit de kinderen van Uzziel was Amminadab overste, en zijn broederen waren honderd en twaalf.

En David nam hem duizend wagens af, en zeven duizend ruiters, en twintig duizend man te voet; en David ontzenuwde al de wagen paarden; doch hij behield honderd wagens daarvan over.

VersbegrippenStrijdwagensPaardenDierenrechtenHonderdDuizend DingenZevenduizendTwintigduizend En MeerSpieren

Zie daar, ik heb in mijn verdrukking voor het huis des HEEREN bereid honderd duizend talenten gouds, en duizend maal duizend talenten zilvers; en des kopers en des ijzers is geen gewicht, want het is er in menigte; ik heb ook hout en stenen bereid; doe gij er nog meer bij.

VersbegrippenBronsMunstelselGoudZilverBronsZilver VergarenBrons Vergaren

Public domain