'Hören' in de Bijbel
Laat toch Uw oor opmerkende, en Uw ogen open zijn, om te horen naar het gebed Uws knechts, dat ik heden voor Uw aangezicht bid, dag en nacht, voor de kinderen Israels, Uw knechten; en ik doe belijdenis over de zonden der kinderen Israels, die wij tegen U gezondigd hebben; ook ik en mijns vaders huis, wij hebben gezondigd.
Ter plaatse, waar gij het geluid der bazuin zult horen, daarheen zult gij u tot ons verzamelen; onze God zal voor ons strijden.
En Ezra, de priester, bracht de wet voor de gemeente, beiden mannen en vrouwen, en allen, die verstandig waren om te horen, op den eersten dag der zevende maand.
En zij hebben geweigerd te horen, en niet gedacht aan Uw wonderen, die Gij bij hen gedaan hadt, en hebben hun nek verhard, en in hun wederspannigheid een hoofd gesteld, om weder te keren tot hun dienstbaarheid. Doch Gij, een God van vergevingen, genadig en barmhartig, lankmoedig, en groot van weldadigheid, hebt hen evenwel niet verlaten.
Voorts Maaseja, en Semaja, en Eleazar, en Uzzi, en Johanan, en Malchia, en Elam, en Ezer; ook lieten zich de zangers horen, met Jizrahja, den opziener.
Zouden wij dan naar ulieden horen, dat gij al dit grote kwaad zoudt doen, overtredende tegen onzen God, doende vreemde vrouwen bij u wonen?
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (3)
- Exodus (11)
- Leviticus (4)
- Numberi (4)
- Deuteronomium (29)
- Jozua (5)
- Richteren (9)
- 1 Samuël (8)
- 2 Samuël (12)
- 1 Koningen (9)
- 2 Koningen (3)
- 1 Kronieken (4)
- 2 Kronieken (6)
- Nehemia (6)
- Esther (1)
- Job (5)
- Psalmen (16)
- Spreuken (2)
- Prediker (3)
- Hooglied (2)
- Jesaja (33)
- Jeremia (43)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (13)
- Daniël (4)
- Hosea (1)
- Amos (4)
- Micha (3)
- Nahum (2)
- Zacharia (1)
- Maleachi (1)