'Hören' in de Bijbel
En het geschiedde, als de schare op Hem aandrong, om het Woord Gods te horen, dat Hij stond bij het meer Gennesareth.
Maar het gerucht van Hem ging te meer voort; en vele scharen kwamen samen om Hem te horen, en door Hem genezen te worden van hun krankheden.
Die gekomen waren, om Hem te horen, en om van hun ziekten genezen te worden, en die van onreine geesten gekweld waren; en zij werden genezen.
En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Gaat heen, en boodschapt Johannes weder de dingen, die gij gezien en gehoord hebt, namelijk dat de blinden ziende worden, de kreupelen wandelen, de melaatsen gereinigd worden, de doven horen, de doden opgewekt worden, den armen het Evangelie verkondigd wordt.
En het andere viel op de goede aarde, en opgewassen zijnde, bracht het honderdvoudige vrucht voort. Dit zeggende, riep Hij: Wie oren heeft, om te horen, die hore.
En die bij den weg bezaaid worden, zijn dezen, die horen; daarna komt de duivel, en neemt het Woord uit hun hart weg, opdat zij niet zouden geloven, en zalig worden.
Maar Hij antwoordde en zeide tot hen: Mijn moeder en Mijn broeders zijn dezen, die Gods Woord horen, en datzelve doen.
Want Ik zeg u, dat vele profeten en koningen hebben begeerd te zien, hetgeen gij ziet, en hebben het niet gezien; en te horen, hetgeen gij hoort, en hebben het niet gehoord.
Maar Hij zeide: Ja, zalig zijn degenen, die het Woord Gods horen, en hetzelve bewaren.
De koningin van het Zuiden zal opstaan in het oordeel met de mannen van dit geslacht, en zal ze veroordelen; want zij is gekomen van de einden der aarde, om te horen de wijsheid van Salomo; en ziet, meer dan Salomo is hier.
Het is noch tot het land, noch tot den mesthoop bekwaam; men werpt het weg. Wie oren heeft, om te horen, die hore.
En al de tollenaars en de zondaars naderden tot Hem, om Hem te horen.
Abraham zeide tot hem: Zij hebben Mozes en de profeten, dat zij die horen.
Doch Abraham zeide tot hem: Indien zij Mozes en de profeten niet horen, zo zullen zij ook, al waren het, dat er iemand uit de doden opstond, zich niet laten gezeggen.
En wanneer gij zult horen van oorlogen en beroerten, zo wordt niet verschrikt; want deze dingen moeten eerst geschieden; maar nog is terstond het einde niet.
En al het volk kwam des morgens vroeg tot Hem in den tempel, om Hem te horen.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (3)
- Exodus (11)
- Leviticus (4)
- Numberi (4)
- Deuteronomium (29)
- Jozua (5)
- Richteren (9)
- 1 Samuël (8)
- 2 Samuël (12)
- 1 Koningen (9)
- 2 Koningen (3)
- 1 Kronieken (4)
- 2 Kronieken (6)
- Nehemia (6)
- Esther (1)
- Job (5)
- Psalmen (16)
- Spreuken (2)
- Prediker (3)
- Hooglied (2)
- Jesaja (33)
- Jeremia (43)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (13)
- Daniël (4)
- Hosea (1)
- Amos (4)
- Micha (3)
- Nahum (2)
- Zacharia (1)
- Maleachi (1)