'Kennis' in de Bijbel
Waarom ook wij, van dien dag af dat wij het gehoord hebben, niet ophouden voor u te bidden en te begeren, dat gij moogt vervuld worden met de kennis van Zijn wil, in alle wijsheid en geestelijk verstand;
Opdat gij moogt wandelen waardiglijk den Heere, tot alle behagelijkheid, in alle goede werken vrucht dragende, en wassende in de kennis van God;
Opdat hun harten vertroost mogen worden, en zij samengevoegd zijn in de liefde, en dat tot allen rijkdom der volle verzekerdheid des verstands, tot kennis der verborgenheid van God en den Vader, en van Christus;
In Denwelken al de schatten der wijsheid en der kennis verborgen zijn.
En aangedaan hebt den nieuwen mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft;
Verwante onderwerpen
- Begrip
- Christus' Kennis Van De Gelovigen
- Christus' Kennis Van De Schriften
- Christus' Kennis Van De Vader
- De Ijdelheid Van Menselijke Kennis
- De Invloed Van God Kennen
- De Kennis Van Christus Over De Mens
- De Zelfkennis Van Christus
- Experimentele Kennis
- Geen Mensenkennis Hebben
- God Kennen
- Gods Mensenkennis