'Onze' in de Bijbel
En hoe horen wij hen een iegelijk in onze eigen taal, in welke wij geboren zijn?
Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze talen de grote werken Gods spreken.
Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal.
En Petrus, dat ziende, antwoordde tot het volk: Gij Israelietische mannen, wat verwondert gij u over dit, of wat ziet gij zo sterk op ons, alsof wij door onze eigen kracht of godzaligheid dezen hadden doen wandelen?
Gijlieden zijt kinderen der profeten, en des verbonds, hetwelk God met onze vaderen opgericht heeft, zeggende tot Abraham: En in uw zade zullen alle geslachten der aarde gezegend worden.
En er kwam een hongersnood over het gehele land van Egypte en Kanaan, en grote benauwdheid; en onze vaders vonden geen spijs.
Maar als Jakob hoorde, dat in Egypte koren was, zond hij onze vaders de eerste maal uit.
En Jakob kwam af in Egypte, en stierf, hijzelf en onze vaders.
Deze gebruikte listigheid tegen ons geslacht, en handelde kwalijk met onze vaderen, zodat zij hun jonge kinderen moesten wegwerpen, opdat zij niet zouden voorttelen.
Deze is het, die in de vergadering des volks in de woestijn was met den Engel, Die tot hem sprak op den berg Sinai, en met onze vaderen; welke de levende woorden ontving, om ons die te geven.
Denwelken onze vaders niet wilden gehoorzaam zijn, maar verwierpen hem, en keerden met hun harten weder naar Egypte;
De tabernakel der getuigenis was onder onze vaderen in de woestijn, gelijk geordineerd had Hij, Die tot Mozes zeide, dat hij denzelven maken zou naar de afbeelding, die hij gezien had;
Welken ook onze vaders ontvangen hebbende, met Jozua gebracht hebben in het land, dat de heidenen bezaten, die God verdreven heeft van het aangezicht onzer vaderen, tot de dagen van David toe;
De God van dit volk Israel heeft onze vaderen uitverkoren, en het volk verhoogd, als zij vreemdelingen waren in het land Egypte, en heeft hen met een hogen arm daaruit geleid.
Hoewel Hij nochtans Zichzelven niet onbetuigd gelaten heeft, goed doende van den hemel, ons regen en vruchtbare tijden gevende, vervullende onze harten met spijs en vrolijkheid.
Nu dan, wat verzoekt gij God, om een juk op den hals der discipelen te leggen, hetwelk noch onze vaders, noch wij hebben kunnen dragen?
Zo heeft het ons eendrachtelijk te zamen zijnde, goed gedacht, enige mannen te verkiezen, en tot u te zenden, met onze geliefden, Barnabas en Paulus.
En na enige dagen zeide Paulus tot Barnabas: Laat ons nu wederkeren, en bezoeken onze broeders in elke stad, in welke wij het Woord des Heeren verkondigd hebben, hoe zij het hebben.
En als zij hen tot de hoofdmannen gebracht hadden, zeiden zij: Deze mensen beroeren onze stad, daar zij Joden zijn.
Want gij brengt enige vreemde dingen voor onze oren; wij willen dan weten, wat toch dit zijn wil.
Welke hij samenvergaderd hebbende, met de handwerkers van dergelijke dingen, zeide: Mannen, gij weet, dat wij uit dit gewin onze welvaart hebben;
Die ook gepoogd heeft den tempel te ontheiligen, welken wij ook gegrepen hebben, en naar onze wet hebben willen oordelen.
Maar Lysias, de overste, daarover komende, heeft hem met groot geweld uit onze handen weggebracht;
Tot dewelke onze twaalf geslachten, geduriglijk nacht en dag God dienende, verhopen te komen; over welke hoop ik, o koning Agrippa, van de Joden word beschuldigd.
En den derden dag wierpen wij met onze eigen handen het scheepsgereedschap uit.
En vandaar kwamen de broeders, van onze zaken gehoord hebbende, ons tegemoet tot Appiusmarkt, en de drie tabernen; welke Paulus ziende, dankte hij God en greep moed.
En tegen elkander oneens zijnde, scheidden zij; als Paulus dit ene woord gezegd had, namelijk: Wel heeft de Heilige Geest gesproken door Jesaja, den profeet, tot onze vaderen,
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (24)
- Exodus (6)
- Leviticus (1)
- Numberi (16)
- Deuteronomium (26)
- Jozua (16)
- Richteren (11)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (10)
- 2 Samuël (6)
- 1 Koningen (7)
- 2 Koningen (2)
- 1 Kronieken (8)
- 2 Kronieken (12)
- Ezra (11)
- Nehemia (22)
- Job (3)
- Psalmen (75)
- Spreuken (1)
- Hooglied (5)
- Jesaja (19)
- Jeremia (33)
- Klaagliederen (14)
- Ezechiël (2)
- Daniël (11)
- Hosea (1)
- Joël (1)
- Amos (1)
- Micha (4)
- Zacharia (1)
- Mattheüs (7)
- Markus (3)
- Lukas (9)
- Johannes (13)
- Handelingen (27)
- Romeinen (10)
- 1 Corinthiërs (6)
- 2 Corinthiër (21)
- Galaten (3)
- Efeziërs (3)
- Filippenzen (1)
- 1 Thessalonicenzen (10)
- 2 Thessalonicenzen (4)
- 1 Timotheüs (1)
- 2 Timotheüs (2)
- Titus (1)
- Hebreeën (6)
- Jakobus (2)
- 1 Petrus (1)
- 2 Petrus (3)
- 1 Johannes (7)
- 2 Johannes (1)
- 3 Johannes (1)
- Openbaring (2)