'Pad' in de Bijbel
Mijn zoon! wandel niet met hen op den weg; weer uw voet van hun pad.
Dan zult gij verstaan gerechtigheid, en recht, en billijkheden, en alle goed pad.
Kom niet op het pad der goddelozen, en treed niet op den weg der bozen.
Maar het pad der rechtvaardigen is gelijk een schijnend licht, voortgaande en lichtende tot den vollen dag toe.
Opdat gij het pad des levens niet zoudt wegen, zijn haar gangen ongestadig, dat gij het niet merkt.
Het pad tot het leven is desgenen die de tucht bewaart; maar die de bestraffing verlaat, doet dwalen.
In het pad der gerechtigheid is het leven; en in den weg van haar voetpad is de dood niet.
De tucht is onaangenaam voor dengene die het pad verlaat; en die de bestraffing haat, zal sterven.
De weg des luiaards is als een doornheg; maar het pad der oprechten is wel gebaand.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (1)
- Numberi (1)
- Job (6)
- Psalmen (11)
- Spreuken (9)
- Jesaja (4)