27 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Plaats' in de Bijbel

Als nu de drie vrienden van Job gehoord hadden al dit kwaad, dat over hem gekomen was, kwamen zij, ieder uit zijn plaats, Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet; en zij waren het eens geworden, dat zij kwamen om hem te beklagen, en om hem te vertroosten.

VersbegrippenSlechte VriendenGoede VriendenLiefde Voor ElkaarSympathieBezoekenTroost Van VriendenMedelevenZieken BezoekenBezoekDrie MannenMensen OntmoetenBeste VriendenHet Verliezen Van Een VriendVrienden VerliezenEchte Vrienden

Ten tijde, als zij van hitte vervlieten, worden zij uitgedelgd; als zij warm worden, verdwijnen zij uit haar plaats.

VersbegrippenZomerWaters Die OpdrogenHeet Water

Hij zal niet meer wederkeren tot zijn huis, en zijn plaats zal hem niet meer kennen.

VersbegrippenMensen Die Niet Terugkeren

Zijn wortelen worden bij de springader ingevlochten; hij ziet een stenige plaats.

VersbegrippenCultuur

Maar als God hem verslindt uit zijn plaats, zo zal zij hem loochenen, zeggende: Ik heb u niet gezien.

VersbegrippenGeen Mensenkennis Hebben

En voorwaar, een berg vallende vergaat, en een rots wordt versteld uit haar plaats;

VersbegrippenWegschavenVerwijderde BergenVerval Van De NatuurNaar Een Nieuwe Plek Gaan

Zou ik ook, als gijlieden, spreken, indien uw ziel ware in mijner ziele plaats? Zou ik woorden tegen u samenhopen, en zou ik over u met mijn hoofd schudden?

VersbegrippenEnkel PraatjesKritiek

O, aarde! bedek mijn bloed niet; en voor mijn geroep zij geen plaats.

VersbegrippenMenselijk Bloedvergieten

O gij, die zijn ziel verscheurt door zijn toorn! Zal om uwentwil de aarde verlaten worden, en zal een rots versteld worden uit haar plaats?

VersbegrippenRotsenGod Is RechtvaardigMensen Die Verscheurd Worden

Gewisselijk, zodanige zijn de woningen des verkeerden, en dit is de plaats desgenen die God niet kent.

VersbegrippenGod Niet Kennen

Het oog, dat hem zag, zal het niet meer doen; en zijn plaats zal hem niet meer aanschouwen.

VersbegrippenOngezien

De oostenwind zal hem wegvoeren, dat hij henengaat, en zal hem wegstormen uit zijn plaats.

VersbegrippenDood Van De GoddelozenPlotselinge Dood

Een ieder zal over hem met zijn handen klappen, en over hem fluiten uit zijn plaats.

VersbegrippenKlappenSissend

Gewisselijk, er is voor het zilver een uitgang, en een plaats voor het goud, dat zij smelten.

VersbegrippenSoorten Van Kunst En AmbachtenGoudUitgravingMijnen

Haar stenen zijn de plaats van den saffier, en zij heeft stofjes van goud.

Maar de wijsheid, van waar zal zij gevonden worden? En waar is de plaats des verstands?

VersbegrippenStudieWaar Zijn Dingen?Wijsheid

Die wijsheid dan, van waar komt zij, en waar is de plaats des verstands?

VersbegrippenWaar Vandaan?

God verstaat haar weg, en Hij weet haar plaats.

VersbegrippenWijsheid

Hij vermorzelt de geweldigen, dat men het niet doorzoeken kan, en stelt anderen in hun plaats.

VersbegrippenWisselen Van LeidersAfzetten

Haak niet naar dien nacht, als de volken van hun plaats opgenomen worden.

VersbegrippenProvisie Van NachtMensen Uit Je Leven Verwijderen

Ook beeft hierover mijn hart, en springt op uit zijn plaats.

VersbegrippenIndividuen Die BevenZenuwachtigheid

Hebt gij van uw dagen den morgenstond geboden? Hebt gij den dageraad zijn plaats aangewezen;

VersbegrippenOchtendDagenEen Goede Dag HebbenEen Nieuwe DagKanker

Waar is de weg, daar het licht woont? En de duisternis, waar is haar plaats?

VersbegrippenNatuurlijke Duisternis

Is het naar uw bevel, dat de arend zich omhoog verheft, en dat hij zijn nest in de hoogte maakt? [ (Job 39:31) Hij woont en vernacht in de steenrots, op de scherpte der steenrots en der vaste plaats. ] [ (Job 39:32) Van daar speurt hij de spijze op; zijn ogen zien van verre af. ] [ (Job 39:33) Ook zuipen zijn jongen bloed; en waar verslagenen zijn, daar is hij. ] [ (Job 39:34) En de HEERE antwoordde Job, en zeide: ] [ (Job 39:35) Is het twisten met den Almachtige onderrichten? Wie God bestraft, die antwoorde daarop. ] [ (Job 39:36) Toen antwoordde Job den HEERE, en zeide: ] [ (Job 39:37) Zie, ik ben te gering; wat zou ik U antwoorden? Ik leg mijn hand op mijn mond. ] [ (Job 39:38) Eenmaal heb ik gesproken, maar zal niet antwoorden; of tweemaal, maar zal niet voortvaren. ]

VersbegrippenBloed DrinkenLijken Eten

Zie allen hoogmoedige, en breng hem ten onder; en verpletter de goddelozen in hun plaats!

VersbegrippenGod OnderzoektGod OnderwijzenActie VoorbereidenMannelijkheid

Public domain