73 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Uit' in de Bijbel

Toen gingen de zonen der profeten, die te Beth-El waren, tot Elisa uit, en zeiden tot hem: Weet gij, dat de HEERE heden uw heer van uw hoofd wegnemen zal? En hij zeide: Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil.

VersbegrippenVragenSchool Van ProfetenStilteScholenZonen Van De ProfetenVandaagMensen Met Algemene KennisAndere Mensen NemenAssertiviteit

Toen ging hij uit tot de waterwel, en wierp het zout daarin, en zeide: Zo zegt de HEERE: Ik heb dit water gezond gemaakt, er zal geen dood noch onvruchtbaarheid meer van worden.

VersbegrippenSlecht WaterDe Dood OverwinnenDingen HerstellenGod Die Het Land GeneestHeling En ComfortOnvruchtbaarheidKookpot

En hij ging van daar op naar Beth-El. Als hij nu den weg opging, zo kwamen kleine jongens uit de stad; die bespotten hem, en zeiden tot hem: Kaalkop, ga op, kaalkop, ga op!

VersbegrippenKaalheidHandicapsOnvolwassenheidWegenStadSpottenVoorbeelden Van Goddeloze KinderenOntrouw Aan GodMinachting Voor De OuderenLeeftijdsdiscriminatieKinderenPlezierHumorLastig Vallen

En hij keerde zich achterom, en hij zag ze, en vloekte hen, in den Naam des HEEREN. Toen kwamen twee beren uit het woud, en verscheurden van dezelve twee en veertig kinderen.

VersbegrippenDe Wonderen Van ElishaTwee DierenVeertigHet Doden Van DierenDe Goddeloze VervloekenHumorTiener

Zo toog de koning Joram ter zelfder tijd uit Samaria, en monsterde gans Israel.

VersbegrippenVerzamelende TroepenAardse Vijanden

En zij ging op, en legde hem op het bed van den man Gods; daarna sloot zij voor hem toe, en ging uit.

VersbegrippenMan Van God

En hij klom op, en legde zich neder op het kind, en leggende zijn mond op deszelfs mond, en zijn ogen op zijn ogen, en zijn handen op zijn handen, breidde zich over hem uit. En het vlees des kinds werd warm.

VersbegrippenPersoonlijk ContactHandoplegging Voor GenezingVerwarmingVerzorgde OgenAndere Verwijzingen Naar Monden

Daarna kwam hij weder, en wandelde in het huis eens herwaarts, en eens derwaarts, en klom weder op, en breidde zich over hem uit; en de jongen niesde tot zevenmaal toe; daarna deed de jongen zijn ogen open.

VersbegrippenNeuzenPersoonlijk ContactZeven KeerNiezenZicht Ontvangen

Zo kwam zij, en viel voor zijn voeten, en boog zich ter aarde, en zij nam haar zoon op, en ging uit.

Toen ging er een uit in het veld, om moeskruiden te lezen, en hij vond een wilden wijnstok, en las daarvan, zijn kleed vol wilde kolokwinten, en kwam, en sneed ze in den moespot; want zij kenden ze niet.

VersbegrippenOnbekende DingenKruidenWeedKookpot

En er waren benden uit Syrie getogen, en hadden een kleine jonge dochter uit het land van Israel gevankelijk gebracht, die in den dienst der huisvrouw van Naaman was.

VersbegrippenVoorbeelden Van KinderenAanvallenSlavernij In OTBehulpzame KinderenAndere Echtgenotes

Toen ging hij in en gaf het zijn heer te kennen, zeggende: Zo en zo heeft de jonge dochter gesproken, die uit het land van Israel is.

VersbegrippenVertellen Over Wat Mensen Gezegd Hebben

Gehazi nu, de jongen van Elisa, den man Gods, zeide: Zie, mijn heer heeft Naaman, dien Syrier belet, dat men uit zijn hand niet genomen heeft, wat hij gebracht had; maar zo waarachtig als de HEERE leeft, ik zal hem nalopen, en zal wat van hem nemen!

VersbegrippenMisbruik Van LiefdeIndividuen Die LopenVrijgesteldHebzuchtDienstbaarheid

En hij zeide: Het is wel; mijn heer heeft mij gezonden, om te zeggen: Zie, nu straks zijn tot mij twee jongelingen uit de zonen der profeten, van het gebergte van Efraim gekomen; geef hun toch een talent zilvers en twee wisselklederen.

VersbegrippenVoorbeelden Van BedrogBergenVoorbeelden Van LiegenMensen Die Kleren GevenZonen Van De ProfetenTwee Andere DingenTwee Andere Mannen

Daarom zal u de melaatsheid van Naaman aankleven, en uw zaad in eeuwigheid! Toen ging hij uit van voor zijn aangezicht, melaats, wit als de sneeuw.

VersbegrippenZiektesLepraSneeuwWitVoorbeelden Van Kwellingen Van De GoddelozenDe Wonderen Van ElishaWit HaarZiekteHebzucht

En hij zeide: Neem het tot u op. Toen stak hij zijn hand uit, en nam het,

VersbegrippenUitrekken

En de dienaar van den man Gods stond zeer vroeg op, en ging uit; en ziet, een heir omringde de stad met paarden en wagenen. Toen zeide zijn jongen tot hem: Ach, mijn heer, hoe zullen wij doen.

VersbegrippenOchtendOmringende VijandenAanval Met StrijdwagensZij Die Vroeg OpstondenAardse VijandenDienstbaarheidLeger

(Elisa nu zat in zijn huis, en de oudsten zaten bij hem.) En hij zond een man van voor zijn aangezicht; maar eer de bode tot hem gekomen was, had hij gezegd tot de oudsten: Hebt gijlieden gezien, hoe die zoon des moordenaars gezonden heeft, om mijn hoofd af te nemen? Ziet toe, als die bode komt, sluit de deur toe, en dringt hem uit met de deur; is niet het geruis der voeten van zijn heer achter hem?

VersbegrippenBoodschapperOnthoofdenDeuren SluitenProfeten DodenSchedelsGeluidDe Ouderen Die Bijeenkomen

En de koning stond op in den nacht, en zeide tot zijn knechten: Ik zal u nu te kennen geven, wat de Syriers ons gedaan hebben; zij weten, dat wij hongerig zijn; daarom zijn zij uit het leger gegaan, om zich in het veld te versteken, zeggende: Als zij uit de stad gegaan zullen zijn, dan zullen wij hen levend grijpen, en wij zullen in de stad komen.

VersbegrippenZich Verbergen Voor MensenGedurende Een Nacht

Toen ging het volk uit, en beroofde het leger der Syriers; en een maat meelbloem werd verkocht voor een sikkel, en twee maten gerst voor een sikkel, naar het woord des HEEREN.

VersbegrippenGebruik Van GeldOorlogsbuitGoedkoopAndere Inhoudsmaten

En het geschiedde met het einde der zeven jaren, dat de vrouw uit het land der Filistijnen wederkeerde; en zij ging uit, dat zij tot den koning riep, om haar huis en om haar akker.

VersbegrippenIndividuen Die Naar Huis Gaan

Als gij daar zult gekomen zijn, zo zie, waar Jehu, de zoon van Josafat, den zoon van Nimsi, is; en ga in, en doe hem opstaan uit het midden zijner broederen, en breng hem in een binnenste kamer.

VersbegrippenPrivé Kamers

En neem de oliekruik, en giet ze uit op zijn hoofd, en zeg: Zo zegt de HEERE: Ik heb u tot koning gezalfd over Israel. Doe daarna de deur open, en vlied, en vertoef niet.

VersbegrippenZalving Van KoningenKoningen Maken

Alzo maakte Jehu, de zoon van Josafat, den zoon van Nimsi, een verbintenis tegen Joram. (Joram nu had Ramoth in Gilead bewaard, hij en gans Israel, uit oorzake van Hazael, den koning van Syrie;

VersbegrippenSamenzweringenMoord

Toen zeide Joram: Span aan. En men spande zijn wagen aan. Zo toog Joram, de koning van Israel, uit, en Ahazia, de koning van Juda, een ieder op zijn wagen; en zij togen uit Jehu tegemoet, en vonden hem op het stuk lands van Naboth, den Jizreeliet.

VersbegrippenAanval Met StrijdwagensReis VoorbereidenLijst van koningen van Israël

En Jehu kwam te Jizreel. Als Izebel dat hoorde, zo blankette zij haar aangezicht, en versierde haar hoofd, en keek ten venster uit.

VersbegrippenSlechte InvloedGezichtenHarenCosmeticaDoor Vensters KijkenKunstenaarsJezebelOpmaak

Verder zeide Jehu: Heiligt Baal een verbods dag. en zij riepen dien uit.

VersbegrippenVoorbodeBekendmakingenVolgelingen Van Baal

Toen zeide hij tot dengene, die over het klederhuis was: Breng voor alle dienaren van Baal de kleding uit. En hij bracht voor hen de kleding uit.

VersbegrippenMensen Die Kleren Geven

En zij brachten de opgerichte beelden uit het huis van Baal, en verbrandden ze.

VersbegrippenGedenkstenenVerbranden Van Afgoderij

Alzo verdelgde Jehu Baal uit Israel.

Maar Joseba, de dochter van den koning Joram, de zuster van Ahazia, nam Joas, den zoon van Ahazia, en stal hem uit het midden van des konings zonen, die gedood werden, zettende hem en zijn voedster in een slaapkamer; en zij verborgen hem voor Athalia, dat hij niet gedood werd.

VersbegrippenSlaapkamersPrinsenZustersStelenDoor De Mens In Leven Gehouden WordenGenoemde ZustersPrivé Kamers

Maar de priester Jojada gebood aan de oversten van honderd, die over het heir gesteld waren, en zeide tot hen: Brengt haar uit tot buiten de ordeningen, en doodt, wie haar volgt, met het zwaard; want de priester had gezegd: Laat ze in het huis des HEEREN niet gedood worden.

VersbegrippenWeerhouden Van DodenGoedkeuring Om Te Doden

En hij nam de oversten van honderd, en de hoofdmannen, en de trawanten, en al het volk des lands; en zij brachten den koning af uit het huis des HEEREN, en kwamen door den weg van de poort der trawanten tot het huis des konings, en hij zat op den troon der koningen.

VersbegrippenTroon

En zij gaven het geld wel gewogen in handen der verzorgers van dat werk, die gesteld waren over het huis des HEEREN; en zij besteedden het uit aan de timmerlieden en aan de bouwlieden, die het huis des HEEREN vermaakten;

VersbegrippenBouwenTimmerluiHoutbewerking

Joas nu, de zoon van Joahaz, nam de steden weder in, uit de hand van Benhadad, den zoon van Hazael, die hij uit de hand van Joahaz, zijn vader, met krijg genomen had; Joas sloeg hem driemaal, en bracht de steden aan Israel weder.

VersbegrippenDrie Keer HandelenSteden Veroveren

Te dierzelfder tijd bracht Rezin, de koning van Syrie, Elath weder aan Syrie, en wierp de Joden uit Elath; en de Syriers kwamen te Elath, en hebben daar gewoond tot op dezen dag.

VersbegrippenSteden VeroverenWaar Wonen Mensen Tot De Dag Van Vandaag

Achaz nu zond boden tot Tiglath-Pilezer, den koning van Assyrie, zeggende: Ik ben uw knecht en uw zoon; kom op, en verlos mij uit de hand van den koning van Syrie, en uit de hand van den koning van Israel, die zich tegen mij opmaken.

VersbegrippenUitgestuurde BoodschappersAlliantiesUitnodigingenDienstbaarheid In De MaatschappijTrouw

Want het was geschied, dat de kinderen Israels gezondigd hadden tegen den HEERE, hun God, Die hen uit Egypteland opgebracht had, van onder de hand van Farao, den koning van Egypte; en hadden andere goden gevreesd;

VersbegrippenAndere GodenGod Haalt Israël Uit EgypteWaarom Het Gebeurde

Totdat de HEERE Israel van Zijn aangezicht wegdeed, gelijk als Hij gesproken had door den dienst van al Zijn knechten, de profeten; alzo werd Israel weggevoerd uit zijn land naar Assyrie, tot op dezen dag.

VersbegrippenBallingschap In AssyriëVerbanning van Israël naar AssyriëWeggedreven Van Gods AanwezigheidWaar Wonen Mensen Tot De Dag Van Vandaag

Zo kwam een uit de priesteren, die zij van Samaria weggevoerd hadden, en woonde te Beth-El; en hij leerde hun, hoe zij den HEERE vrezen zouden.

Maar den HEERE, Die u uit Egypteland met grote kracht en met een uitgestrekten arm opgevoerd heeft, Dien zult gij vrezen, en voor Hem zult gij u buigen, en Hem zult gij offerande doen;

VersbegrippenBuigenGebed En AanbiddingRechtenReden Voor AanbiddingKracht Van GodBuigen Voor GodVrees God!God Haalt Israël Uit Egypte

Maar den HEERE, uw God, zult gij vrezen; en Hij zal u redden uit de hand van al uw vijanden.

VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaGod Redt Van De VijandenVrees God!

Hij nam de hoogten weg, en brak de opgerichte beelden, en roeide de bossen uit; en hij verbrijzelde de koperen slang, die Mozes gemaakt had, omdat de kinderen Israels tot die dagen toe haar gerookt hadden; en hij noemde haar Nehustan.

VersbegrippenVernietigingHoge PlaatsenPolitieke LeidersHervormingHeiligdommenDe Bronzen SlangSlangenStenenVernietiging Van Satans WerkGedenkstenenVerlaten Van AfgodenBrons Voor AfgodenMemorabilia

En zij riepen tot den koning; zo ging tot hen uit Eljakim, de zoon van Hilkia, de hofmeester, en Sebna, de schrijver, en Joah, de zoon van Asaf, de kanselier.

VersbegrippenOfficierenSchriftgeleerdenSecretarisRecorders

Zo zegt de koning: Dat Hizkia u niet bedriege: want hij zal u niet kunnen redden uit zijn hand.

VersbegrippenVermogen Om Te BezorgenVermijden Van BedrogNiemand Kan Redden

Hoort naar Hizkia niet; want zo zegt de koning van Assyrie: Handelt met mij door een geschenk, en komt tot mij uit, en eet, een ieder van zijn wijnstok, en een ieder van zijn vijgeboom; en drinkt een ieder het water zijns bornputs;

VersbegrippenWatertankWijnstokkenLuister Niet!Overgave

Hebben de goden der volken, ieder zijn land, enigszins gered uit de hand van den koning van Assyrie?

VersbegrippenBronnen Van VerlossingRedding Door Andere Zaken

Waar zijn de goden van Hamath, en van Arpad? Waar zijn de goden van Sefarvaim, Hena en Ivva? Ja, hebben zij Samaria uit mijn hand gered?

VersbegrippenGrootsprekers

Welke zijn ze onder alle goden der landen, die hun land uit mijn hand gered hebben, dat de HEERE Jeruzalem uit mijn hand redden zou?

Als nu Hizkia de brieven uit der boden hand ontvangen, en die gelezen had, ging hij op in het huis des HEEREN, en Hizkia breidde die uit voor het aangezicht des HEEREN.

VersbegrippenBrievenGeletterdheidVerspreiden

Nu dan, HEERE, onze God, verlos ons toch uit zijn hand; zo zullen alle koninkrijken der aarde weten, dat Gij, HEERE, alleen God zijt.

VersbegrippenKoninkrijkenDe Aard Van God KennenKwellingen Tijdens Het GebedNiemand Anders Is GodWeten Dat Er Een God Is

Het gebeurde nu, als Jesaja uit het middelvoorhof nog niet gegaan was, dat het woord des HEEREN tot hem geschiedde, zeggende:

VersbegrippenVoorspelling, Inspiratie In OTWoord Van God

En Ik zal vijftien jaren tot uw dagen toedoen, en zal u uit de hand des konings van Assyrie verlossen, mitsgaders deze stad; en Ik zal deze stad beschermen om Mijnentwil, en om Mijns knechts Davids wil.

VersbegrippenGoddelijke VerdedigingZegen Toevoegen15 Tot 20 JaarOmwille Van Gods VolkHerstelZiekte

Toen kwam de profeet Jesaja tot den koning Hizkia, en zeide tot hem: Wat hebben die mannen gezegd, en van waar zijn zij tot u gekomen? En Hizkia zeide: Zij zijn uit verren lande gekomen, uit Babel.

VersbegrippenMensen Van Ver WegWaar Vandaan?

Daartoe zullen zij van uw zonen, die uit u zullen voortkomen, die gij gewinnen zult, nemen, dat zij hovelingen zijn in het paleis des konings van Babel.

VersbegrippenBabylon, Israël Verbannen Naar

En hij deed dat kwaad was in de ogen des HEEREN, naar de gruwelen der heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels uit de bezitting verdreven had.

Hij stelde ook een gesneden beeld van het bos, dat hij gemaakt had, in het huis waarvan de HEERE gezegd had tot David, en tot zijn zoon Salomo: In dit huis, en in Jeruzalem, die Ik uit alle stammen van Israel verkoren heb, zal Ik Mijn Naam zetten in eeuwigheid.

VersbegrippenGods Verbond Met DavidPrivileges Van VerkiezingBeeldhouwwerkHeiligschennisAsherah DienenEen Plek Voor Gods NaamKerstboom

En Ik zal niet voortvaren den voet van Israel te bewegen uit dit land, dat Ik hun vaderen gegeven heb; alleenlijk, zo zij waarnemen te doen, naar alles, wat Ik hun geboden heb, en naar de ganse wet, die Mijn knecht Mozes hun geboden heeft.

VersbegrippenVolg De Geboden

En Ik zal over Jeruzalem het meetsnoer van Samaria trekken, mitsgaders het paslood van het huis van Achab; en Ik zal Jeruzalem uitwissen, gelijk als men een schotel uitwist; men wist dien uit, en men keert hem om op zijn holligheid.

VersbegrippenSchietloodOndersteboven KerenReine Objecten

En de koning gebood den hogepriester Hilkia, en den priesteren der tweede ordening, en den dorpelbewaarders, dat zij uit den tempel des HEEREN alle gereedschap, dat voor Baal, en voor het beeld van het bos, en voor al het heir des hemels gemaakt was, uitbrengen zouden; en hij verbrandde dat buiten Jeruzalem in de velden van Kidron, en liet het stof daarvan naar Beth-El dragen.

VersbegrippenAstrologieVerbranden Van AfgoderijAs Van VernederingAsherah Dienen

Hij bracht ook het beeld van het bos uit het huis des HEEREN weg, buiten Jeruzalem, tot de beek Kidron, en verbrandde het aan de beek Kidron, en vergruisde het tot stof; en hij wierp het stof daarvan op de graven der kinderen des volks.

VersbegrippenTombesVerbranden Van Afgoderij

En hij bracht al de priesters uit de steden van Juda, en verontreinigde de hoogten, alwaar die priesters gerookt hadden, van Geba af tot Ber-seba toe; en hij brak de hoogten der poort van Jozua, den overste der stad, was, welke aan iemands linkerhand was, in de stadspoort gaande.

VersbegrippenPoortenBestuurdersHoge Plaatsen

Insgelijks brak hij de opgerichte beelden, en roeide de bossen uit; en hij vervulde hun plaats met mensenbeenderen.

VersbegrippenStenenGedenkstenenBenen

En als Josia zich omkeerde, zag hij de graven, die daar op den berg waren, en zond henen, en nam de beenderen uit de graven, en verbrandde ze op dat altaar, en verontreinigde dat; naar het woord des HEEREN, dat de man Gods uitgeroepen had, die deze woorden uitriep.

VersbegrippenTombesWoord Van GodBenenVerbranden Van Afgoderij

Verder zeide hij: Wat is dat voor een grafteken, dat ik zie? En de lieden der stad zeiden tot hem: Het is het graf van den man Gods, die uit Juda kwam, en deze dingen, die gij tegen dit altaar van Beth-El gedaan hebt, uitgeroepen heeft.

VersbegrippenBegraven Van De Naamlozen

En hij zeide: Laat hem liggen, dat niemand zijn beenderen verroere. Zo bevrijdden zij zijn beenderen, met de beenderen van den profeet, die uit Samaria gekomen was.

VersbegrippenAnonieme Profeten Van De Heer

De koning nu van Egypte toog voortaan niet meer uit zijn land; want de koning van Babel had, van de rivier van Egypte af tot aan de rivier Frath, ingenomen al wat van den koning van Egypte was.

VersbegrippenZo Ver Als De Eufraat

Toen ging Jojachin, de koning van Juda, uit tot den koning van Babel, hij, en zijn moeder, en zijn knechten, en zijn vorsten, en zijn hovelingen; en de koning van Babel nam hem gevangen in het achtste jaar zijner regering.

VersbegrippenEdelenKoningen Van JudaOvergave

En hij bracht van daar uit al de schatten van het huis des HEEREN, en de schatten van het huis des konings; en hij hieuw alle gouden vaten af, die Salomo, de koning van Israel, in den tempel des HEEREN gemaakt had, gelijk als de HEERE gesproken had.

VersbegrippenPaleizenOpslaanSchatEerbetoonContainers BrekenVerwijderd Tempelgereedschap

En uit de stad nam hij een hoveling, die over de krijgslieden gesteld was, en vijf mannen uit degenen, die des konings aangezicht zagen, die in de stad gevonden werden, mitsgaders den oversten schrijver des heirs, die het volk des lands ten oorlog opschreef, en zestig mannen van het volk des lands, die in de stad gevonden werden.

VersbegrippenDienstplichtSchriftgeleerdenSecretarisVijf MensenDe Jaren Zestig

En de koning van Babel sloeg hen, en doodde hen te Ribla, in het land van Hamath. Alzo werd Juda uit zijn land gevankelijk weggevoerd.

VersbegrippenThuisDe Aard Van BestraffingVoorbeelden Van OorlogBallingschap van Juda naar BabylonIsraëlieten Doden

Het geschiedde daarna in het zeven en dertigste jaar der wegvoering van Jojachin, den koning van Juda, in de twaalfde maand, op den zeven en twintigsten der maand, dat Evilmerodach, de koning van Babel, in het jaar, als hij koning werd, het hoofd van Jojachin, den koning van Juda, uit het gevangenhuis, verhief.

VersbegrippenMaand 12Hoofden OpheffenMensen Die Bevrijd Worden Door MensenKoningen Van Juda

Public domain