73 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Uit' in de Bijbel

Zo geschiedde het op den derden dag, dat, ziet, uit het heirleger van Saul, een man kwam, wiens klederen gescheurd waren, en aarde was op zijn hoofd; en het geschiedde, als hij tot David kwam, zo viel hij ter aarde en boog zich neder.

VersbegrippenBuigenDe Derde Dag Van De WeekBuigen Voor DavidStof Op Het HoofdZij Die Kledij VerscheurdenSpecifieke Mensen Prijzen

En David zeide tot hem: Van waar komt gij? En hij zeide tot hem: Ik ben ontkomen uit het heirleger van Israel.

VersbegrippenOntsnappen, Fysieke DingenVoorbeelden Van OntsnappenOntsnappen Aan MensenWaar Vandaan?

Voorts zeide David tot hem: Wat is de zaak? Verhaal het mij toch. En hij zeide, dat het volk uit den strijd gevloden was, en dat er ook velen van het volk gevallen en gestorven waren, dat ook Saul en zijn zoon Jonathan dood waren.

VersbegrippenIsraël Op De VluchtWelke Manier?

En David zeide tot hem: Hoe, hebt gij niet gevreesd uw hand uit te strekken, om den gezalfde des HEEREN te verderven.

VersbegrippenDe Gezalfde Van De HeerKoningen DodenWaarom Doe Je Dit?

Toen toog Abner, de zoon van Ner, uit, met de knechten van Isboseth, den zoon van Saul, van Mahanaim naar Gibeon.

Joab, de zoon van Zeruja, en de knechten van David, togen ook uit; en zij ontmoetten elkander bij den vijver van Gibeon; en zij bleven, deze aan deze zijde des vijvers, en die aan gene zijde des vijvers.

VersbegrippenPoelenTegengestelde Kanten

En Joab ging uit van David, en zond Abner boden na, die hem wederom haalden van den bornput van Sira; maar David wist het niet.

VersbegrippenUitgestuurde BoodschappersOnwetendheid Van Feiten

En Jonathan, Sauls zoon, had een zoon, die geslagen was aan beide voeten; vijf jaren was hij oud als het gerucht van Saul en Jonathan uit Jizreel kwam; en zijn voedster hem opnam, en vluchtte; en het geschiedde, als zij haastte, om te vluchten, dat hij viel en kreupel werd; en zijn naam was Mefiboseth.

VersbegrippenKreupelenOngevallenVoetenHandicapsKreupelheidVerpleegkundigenOorzaken Van LijdenMensen Die TuimelenPijn En VerraadSaul

Maar David antwoordde Rechab en zijn broeder Baena, den zonen van Rimmon, den Beerothiet, en zeide tot hen: Zo waarachtig als De HEERE leeft, Die mijn ziel uit alle benauwdheid verlost heeft!

En zij voerden de ark Gods op een nieuwen wagen, en haalden ze uit het huis van Abinadab, dat op een heuvel is; en Uza en Ahio, zonen van Abinadab, leidden den nieuwen wagen.

VersbegrippenWagentjesOngebruikt

Toen zij hem nu uit het huis van Abinadab, dat op den heuvel is, met de ark Gods, wegvoerden, zo ging Ahio voor de ark henen.

Als zij nu kwamen tot aan Nachons dorsvloer, zo strekte Uza zijn hand uit aan de ark Gods, en hield ze, want de runderen struikelden.

VersbegrippenHet Doel Van De Ark Des VerbondsOnbezonnenheidDorsvloerHeiligschennisVallende DierenHeilige Dingen Aanraken

Toen boodschapte men den koning David, zeggende: De HEERE heeft het huis van Obed-Edom, en al wat hij heeft, gezegend om der ark Gods wil; zo ging David heen en haalde de ark Gods uit het huis van Obed-Edom opwaarts in de stad Davids, met vreugde.

VersbegrippenNamen Voor JeruzalemOpwindingGezegend Door God

En hij deelde uit aan het ganse volk, aan de ganse menigte van Israel, van de mannen tot de vrouwen toe, aan een iegelijk een broodkoek, en een schoon stuk vlees, en een fles wijn. Toen ging al dat volk heen, een iegelijk naar zijn huis.

VersbegrippenGeschenkenFruitVoedselMannelijk En Vrouwelijk

Als nu David wederkwam, om zijn huis te zegenen, ging Michal, Sauls dochter, uit, David tegemoet, en zeide: Hoe is heden de koning van Israel verheerlijkt, die zich heden voor de ogen van de dienstmaagden zijner dienstknechten heeft ontbloot, gelijk een van de ijdele lieden zich onbeschaamdelijk ontbloot?

VersbegrippenVoorbeelden Van FamiliesZegeningenIronieSarcasmeWerkgevers, Goede VoorbeeldenNaaktheidMensen Die StrippenMensen Die Anderen Zegenen

Want Ik heb in geen huis gewoond, van dien dag af, dat Ik de kinderen Israels uit Egypte opvoerde, tot op dezen dag; maar Ik heb gewandeld in een tent en in een tabernakel.

VersbegrippenHandelingen Van Vrijheid In OTGod Haalt Israël Uit EgypteVerdergaanNaar Een Nieuwe Plek Gaan

Wanneer uw dagen zullen vervuld zijn, en gij met uw vaderen zult ontslapen zijn, zo zal Ik uw zaad na u doen opstaan, dat uit uw lijf voortkomen zal, en Ik zal zijn koninkrijk bevestigen.

VersbegrippenLichaamChristus, Het Zaad VanPolitieke LeidersSlaap En DoodDe Voorspellingen Van Jezus ChristusNabijheid Van De DoodDood Komt BinnenkortHet Koninkrijk Van Salomo

En wie is, gelijk Uw volk, gelijk Israel, een enig volk op aarde, hetwelk God is heengegaan Zich tot een volk te verlossen, en om Zich een Naam te zetten, en om voor ulieden deze grote en verschrikkelijke dingen te doen aan Uw land, voor het aangezicht Uws volks, dat Gij U uit Egypte verlost hebt, de heidenen en hun goden verdrijvende.

VersbegrippenGod Als VerlosserDe Aard Van WonderenNationalismeUniek Israël

En het geschiedde daarna, dat David de Filistijnen sloeg, en bracht hen ten onder; en David nam Meteg-Amma uit der Filistijnen hand.

VersbegrippenVijanden Van Israël En JudaZij Onderworpen Aan Mensen

Daartoe nam de koning David zeer veel kopers uit Betach, en uit Berothai, steden van Hadad-ezer.

VersbegrippenBronsBrons Vergaren

Toen zond de koning David heen, en hij nam hem uit het huis van Machir, den zoon van Ammiel, van Lodebar.

En de kinderen Ammons togen uit, en stelden de slagorde voor de deur der poort; maar de Syriers van Zoba, en Rechob, en de mannen van Tob en Maacha waren bijzonder in het veld.

VersbegrippenAanvallen

Als nu Joab zag, dat de spits der slagorde tegen hem was, van voren en van achteren, zo verkoos hij uit alle uitgelezenen van Israel, en stelde hen in orde tegen de Syriers aan;

VersbegrippenVoor- En AchterkantSpirituele OorlogVersterking

Daarna zeide David tot Uria: Ga af naar uw huis, en was uw voeten. En toen Uria uit des konings huis uitging, volgde hem een gerecht des konings achterna.

VersbegrippenGeschenkenVoetenwassingReine VoetenMensen Naar Huis Sturen

En David nodigde hem, zodat hij voor zijn aangezicht at en dronk, en hij maakte hem dronken. Daarna ging hij in den avond uit, om zich neder te leggen op zijn leger, met zijns heren knechten, maar ging niet af in zijn huis.

VersbegrippenAlcoholVoorbeelden Van DronkenschapMensen Dronken Gemaakt

En hij beval den bode, zeggende: Als gij zult geeindigd hebben den gansen handel van dezen strijd tot den koning uit te spreken;

VersbegrippenUitgestuurde Boodschappers

Toen zeide Nathan tot David: Gij zijt die man! Zo zegt de HEERE, de God Israels: Ik heb u ten koning gezalfd over Israel, en Ik heb u uit Sauls hand gered;

VersbegrippenFoutenVoorbeelden Van MoedZalving Van Koningen

Zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal kwaad over u verwekken uit uw huis, en zal uw vrouwen nemen voor uw ogen, en zal haar aan uw naaste geven; die zal bij uw vrouwen liggen, voor de ogen dezer zon.

VersbegrippenHaat Tussen VerwantenGedurende De DagGod Zal Kwaad BrengenVrouwen OverdragenRelatieproblemenGrootvaders

En hij nam de kroon haars konings van zijn hoofd af, welker gewicht was een talent gouds, met edelgesteente, en zij werd op Davids hoofd gezet; ook voerde hij uit een zeer groten roof der stad.

VersbegrippenKronen, Gedragen DoorGoudEdelstenenJuwelenGewichten Van GoudTalentenGewicht

Het volk nu, dat daarin was, voerde hij uit, en legde het onder zagen, en onder ijzeren dorswagens, en onder ijzeren bijlen, en deed hen door den ticheloven doorgaan; en alzo deed hij aan alle steden der kinderen Ammons. Daarna keerde David, en al het volk, weder naar Jeruzalem.

VersbegrippenAssenIjzerGereedschapGevangenenKlei, GebruikVerschrikkingen Van De OorlogZagenOvensIjzeren VoorwerpenGedwongen Arbeid

En zij nam een pan, en goot ze uit voor zijn aangezicht; maar hij weigerde te eten. En Amnon zeide: Doet alle man van mij uitgaan. En alle man ging van hem uit.

VersbegrippenRouwenBordenTroepen Die Weggestuurd Worden

Toen zeide zij tot hem: Er zijn geen oorzaken om mij uit te drijven; dit kwaad zou groter zijn dan het andere, dat gij bij mij gedaan hebt; maar hij wilde naar haar niet horen.

En hij riep zijn jongen, die hem diende, en zeide: Drijf nu deze van mij uit naar buiten, en grendel de deur achter haar toe.

VersbegrippenDeuren SluitenSloten En Staven

Zij nu had een veelvervigen rok aan; want alzo werden des konings dochteren, die maagden waren, met mantels gekleed; en zijn dienaar bracht haar uit tot buiten, en grendelde de deur achter haar toe.

VersbegrippenKledingSoorten KledingGewadenJurkFijne KledijDeuren SluitenVeelkleurigSloten En StavenMaagdelijkheid

Toen verlangde de ziel van den koning David zeer om naar Absalom uit te trekken; want hij had zich getroost over Amnon, dat hij dood was.

VersbegrippenLiefde En De WereldDe Aard Van GeestOuderlijke LiefdeHereniging

Ook maakte zich Absalom des morgens vroeg op, en stond aan de zijde van den weg der poort. En het geschiedde, dat Absalom allen man, die een geschil had, om tot den koning ten gerichte te komen, tot zich riep, en zeide: Uit welke stad zijt gij? Als hij dan zeide: Uw knecht is uit een der stammen Israels;

VersbegrippenPoortenWegenIn De Poort StaanZij Die Vroeg OpstondenWaar Vandaan?

Het geschiedde ook, als iemand naderde, om zich voor hem te buigen, zo reikte hij zijn hand uit, en greep hem, en kuste hem.

VersbegrippenMensen Die KussenBuigenKussen

Absalom zond ook om Achitofel, den Giloniet, Davids raad, uit zijn stad, uit Gilo te halen, als hij offeranden offerde. En de verbintenis werd sterk, en het volk kwam toe en vermeerderde bij Absalom.

VersbegrippenRaadgeversSamenzweringenVermenigvuldigende MensenSamenzwering

En de koning ging uit met zijn ganse huis te voet; doch de koning liet tien bijwijven, om het huis te bewaren.

VersbegrippenConcubinesTien Mensen

En ziet, Zadok was ook daar, en al de Levieten met hem, dragende de ark des verbonds van God, en zij zetten de ark Gods neder; en Abjathar klom op, totdat al het volk uit de stad geeindigd had over te gaan.

VersbegrippenLevietenDe Ark In JeruzalemPriesters In Actie

En zijn niet Zadok en Abjathar, de priesters, aldaar met u? Zo zal het geschieden, dat gij alle ding, dat gij uit des konings huis zult horen, den priesteren, Zadok en Abjathar, zult te kennen geven.

VersbegrippenInformatie Geven

Als nu de koning David tot aan Bahurim kwam, ziet, toen kwam van daar een man uit, van het geslacht van het huis van Saul, wiens naam was Simei, de zoon van Gera; hij ging steeds voort, en vloekte.

VersbegrippenDe Goddeloze VervloekenLastig Vallen

Aldus nu zeide Simei in zijn vloeken: Ga uit, ga uit, gij, man des bloeds, en gij, Belials man!

En het geschiedde, nadat zij weggegaan waren, zo klommen zij uit den put, en gingen henen en boodschapten het den koning David; en zij zeiden tot David: Maakt ulieden op, en gaat haastelijk over het water, want alzo heeft Achitofel tegen ulieden geraden.

VersbegrippenDoorwaadbare PlaatsVertellen Over Gebeurtenissen

Voorts zond David het volk uit, een derde deel onder de hand van Joab, en een derde deel onder de hand van Abisai, den zoon van Zeruja, Joabs broeder, en een derde deel onder de hand van Ithai, den Gethiet. En de koning zeide tot het volk: Ik zal ook zelf zekerlijk met ulieden uittrekken.

VersbegrippenBreuken, Een DerdeSamen VechtenIn Drie Groepen Verdelen

Maar het volk zeide: Gij zult niet uittrekken; want of wij te enen male vloden, zij zullen het hart op ons niet stellen; ja, of de helft van ons stierf, zij zullen het hart op ons niet stellen; maar gij zijt nu als tien duizend onzer. Zo zal het nu beter zijn, dat gij ons uit de stad ter hulpe zijt.

VersbegrippenWaardenTienduizendenMensen Die HelpenHelft Van GroepenBijzondere IndividuenWaarde

Toen zeide de koning tot hen: Ik zal doen, wat goed is in uw ogen. De koning nu stond aan de zijde van de poort, en al het volk trok uit bij honderden en bij duizenden.

VersbegrippenIn De Poort Staan

Alzo toog het volk uit in het veld, Israel tegemoet, en de strijd geschiedde bij Efraims woud.

Zo sta nu op, ga uit, en spreek naar het hart uwer knechten; want ik zweer bij den HEERE, als gij niet uitgaat, zo er een man dezen nacht bij u zal vernachten! En dit zal u kwader zijn, dan al het kwaad, dat over u gekomen is van uw jeugd af tot nu toe.

VersbegrippenVoorbeelden Van AanmoedigingBehandeling Vanaf De JeugdSta Op!Verspreide Volgers

En al het volk, in alle stammen van Israel, was onder zich twistende, zeggende: De koning heeft ons gered van de hand onzer vijanden en hij heeft ons bevrijd van de hand der Filistijnen, en nu is hij uit het land gevlucht voor Absalom;

VersbegrippenIndividuen Die Anderen Redden

En hij zeide tot den koning: Mijn heer rekene mij niet toe de misdaad, en gedenke niet, wat uw knecht verkeerdelijk gedaan heeft, te dien dage, als mijn heer de koning uit Jeruzalem uitging, dat het de koning zich ter harte zoude nemen.

VersbegrippenDingen VergetenNiet Schuldig

Toen togen uit, hem achterna, de mannen van Joab, en de Krethi, en de Plethi, en al de helden. Dezen togen uit van Jeruzalem, om Seba, den zoon van Bichri, achterna te jagen.

Als zij nu waren bij den groten steen, die bij Gibeon is, zo kwam Amasa voor hun aangezicht. En Joab was omgord over zijn kleed, dat hij aan had, en daarop was een gordel, daar het zwaard aan vastgemaakt was op zijn lenden in zijn schede; en als hij voortging, zo viel het uit.

VersbegrippenBorstplaatHarnasRiemenBeschermend HarnasBronzen Harnas

En Amasa hoedde zich niet voor het zwaard, dat in Joabs hand was; zo sloeg hij hem daarmede aan de vijfde rib, en hij stortte zijn ingewand ter aarde uit, en hij sloeg hem niet ten tweeden male, en hij stierf. Toen jaagden Joab en zijn broeder Abisai, Seba, den zoon van Bichri, achterna.

VersbegrippenUitgevoerde MoordenVerraadMagenIngewandenAnatomieIngewandenGenoemde Individuen Doden

Toen riep een wijze vrouw uit de stad: Hoort, hoort, zegt toch tot Joab: Nader tot hiertoe, dat ik tot u spreke.

VersbegrippenWoorden Dupliceren

Toen nam Rizpa, de dochter van Aja, een zak, en spande dien voor zich uit op een rotssteen, van het begin van den oogst, totdat er water op hen drupte van den hemel; en zij liet het gevogelte des hemels op hen niet rusten des daags, noch het gedierte van het veld des nachts.

VersbegrippenMoederliefdeLiefde En De WereldRegenDag En Nacht BeschermingWilde Beesten OnderworpenVogels EtenVogelsTragedie

En David sprak de woorden dezes lieds tot den HEERE, ten dage als de HEERE hem verlost had uit de hand van al zijn vijanden, en uit de hand van Saul.

VersbegrippenHet Vermogen Van DavidZij Die Lof ZingenGod Redt Van De VijandenBlindheidVerlossingSaul

Als mij bange was, riep ik den HEERE aan, en riep tot mijn God; en Hij hoorde mijn stem uit Zijn paleis, en mijn geroep kwam in Zijn oren.

VersbegrippenGezicht Van GodOntmoedigingHorenGebed Tijdens TeleurstellingStressStemmenNoodIk BidDe Tempel In De HemelGod Besteedde Aandacht Aan Mij

Rook ging op van Zijn neus, en een vuur uit Zijn mond verteerde; kolen werden daarvan aangestoken.

VersbegrippenGezicht Van GodNeuzenRookVuur Afkomstig Van GodRoken

En Hij zond pijlen uit en verstrooide ze; bliksemen en verschrikte ze.

VersbegrippenPijlen, Figuurlijk GebruiktGods PijlenDe Mensen Verspreiden

En Hij voerde mij uit in de ruimte, en rukte mij uit, want Hij had lust aan mij.

VersbegrippenGod Redt Van De VijandenRuime Plek

Zij zagen uit, maar er was geen verlosser; naar den HEERE, maar Hij antwoordde hun niet.

VersbegrippenBehulpzaamGod Die Niet AntwoordtNiemand Kan Redden

Toen vergruisde ik hen als stof der aarde; ik stampte ze, ik breidde hen uit als slijk der straten.

VersbegrippenStratenMensen VertrappelenMensen UitputtenMoerassenStofVerplettert

Vreemden zijn vervallen, en hebben zich aangegord uit hun sloten.

VersbegrippenVreemdelingenBevende TroepenKruistochten

En Hij zal zijn gelijk het licht des morgens, wanneer de zon opgaat, des morgens zonder wolken, wanneer van den glans na den regen de grasscheutjes uit de aarde voortkomen.

VersbegrippenDageraadGrasRegenLicht Van Gods MensenLichtZonEen Nieuwe DagZonneschijnWolken

En David kreeg lust, en zeide: Wie zal mij water te drinken geven uit Bethlehems bornput, die in de poort is?

VersbegrippenLiefde En De WereldRisicoHartslag

Toen braken die drie helden door het leger der Filistijnen, en putten water uit Bethlehems bornput, die in de poort is, en droegen het, en kwamen tot David; doch hij wilde dat niet drinken, maar goot het uit voor den HEERE.

VersbegrippenVoorbeelden Van ToewijdingWater OphalenWater GietenUitbrekenRisico

Daartoe sloeg hij een Egyptischen man, een man van aanzien; en in de hand des Egyptenaars was een spies, maar hij ging tot hem af met een staf; en hij rukte de spies uit de hand des Egyptenaars, en doodde hem met zijn eigen spies.

VersbegrippenConfrontatieSperen

Doch des konings woord nam de overhand tegen Joab, en tegen de oversten des heirs. Alzo toog Joab uit, met de oversten des heirs, van des konings aangezicht, om het volk Israel te tellen.

VersbegrippenKoppigheidEigen WilVolkstelling

En zij kwamen tot de vesting van Tyrus, en alle steden der Hevieten en der Kanaanieten; en zij kwamen uit aan het zuiden van Juda te Ber-seba.

VersbegrippenVestingen

Ga heen, en spreek tot David: Alzo zegt de HEERE: Drie dingen draag Ik u voor; verkies u een uit die, dat Ik u doe.

VersbegrippenDingen KiezenDrie Andere DingenBeslissingen NemenBeslissingen NemenGevolgen

En Arauna zag toe, en zag den koning en zijn knechten tot zich overkomen; zo ging Arauna uit, en boog zich voor den koning met zijn aangezicht ter aarde.

VersbegrippenBuigen Voor David

Public domain