'Wiens' in de Bijbel
In wiens ogen de verworpene veracht is, maar hij eert degenen, die den HEERE vrezen; heeft hij gezworen tot zijn schade, evenwel verandert hij niet;
Een onderwijzing van David. Welgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is.
Welgelukzalig is de mens, dien de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.
Daleth. Zwijg den HEERE, en verbeid Hem; ontsteek u niet over dengene, wiens weg voorspoedig is; over een man, die listige aanslagen uitvoert.
Ja, ik ben als een man, die niet hoort, en in wiens mond geen tegenredenen zijn.
Welgelukzalig is de mens, wiens sterkte in U is, in welker hart de gebaande wegen zijn.
In Wiens hand de diepste plaatsen der aarde zijn, en de hoogten der bergen zijn Zijne;
Wiens ook de zee is, want Hij heeft ze gemaakt; en Zijn handen hebben het droge geformeerd.
Welgelukzalig is het volk, dien het alzo gaat; welgelukzalig is het volk, wiens God de HEERE is.
Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op den HEERE, zijn God is;
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (17)
- Exodus (5)
- Leviticus (5)
- Numberi (1)
- Deuteronomium (1)
- Richteren (4)
- Ruth (4)
- 1 Samuël (12)
- 2 Samuël (13)
- 1 Koningen (4)
- 2 Koningen (5)
- 1 Kronieken (3)
- 2 Kronieken (2)
- Ezra (3)
- Esther (6)
- Job (5)
- Psalmen (10)
- Spreuken (2)
- Prediker (1)
- Jesaja (6)
- Jeremia (10)
- Ezechiël (4)
- Daniël (9)
- Amos (2)
- Jona (2)
- Micha (1)
- Zacharia (1)